Jaarverslag Ciuematograph Exhibitors' Association dienst onderzocht in de laatste 21 jaar bijna 2.900.000 reclamepublicaties. In 1954 alleen werden 129.229 reclameteksten getest. Het Title Registration Bureau registreer de in 1954 niet minder dan 4.199 nieuwe titels en ver wierp er slechts 33, het laagste cijfer sedert 1947. „De specerij van ieder bioscoopprogramma is het jour naal, de tekenfilm en de korte film", stelt het verslag met betrekking tot het programma vast, en vervolgt: „De reactie van het publiek is altijd gunstig en vaak hoorbaar als het journaal en de bijfilms op het doek verschijnen. Iedere goede exploitant erkent het belang van de ver scheidenheid en de actie, welke korte films van 7 tot 10 minuten aan het programma weten te geven." Meer dan 50% van de bijfilms. welke in 1954 zijn uit gebracht, was in kleuren. Het aantal in de journaals opge nomen actualiteiten bedroeg 3.940, dat is een vermeerde ring van 10 ten opzichte van 1953. Het aantal opge nomen buitenlandse actualiteiten steeg met 30 en be sloeg 33,2 van de totale journaalfilminhoud. Sport nam in de journaals eveneens een belangrijke plaats in, namelijk 23,5 De intensieve research en ontwikkeling van technische verbeteringen werden in 1954 onverminderd voortgezet. De voorkeur, welke het publiek voor de vergroting van het projectiedoek aan de dag legt, trad in dit jaar duidelijk naar voren. Opmerkelijke verbeteringen vielen er te constateren in zwart-wit en kleurenmateriaal. Het geperfectionneerde enkelbandige kleurennegatief is nu algemeen in gebruik en geeft de camera een beweeglijkheid, welke voordien bij de driebandcamera niet mogelijk was. In het hoofdstuk dat aan de televisie gewijd is wordt geconstateerd, dat 1954 het einde betekende van een be paalde ontwikkelingsfase van de Amerikaanse televisie en het begin van een nieuwe periode. De uitbreiding van het aantal stations kwam namelijk tot stilstand, maar daar mede kwam een drang naar ruimere en verschillende toepassingen van het medium. Een der opmerkelijkste feiten in de ontwikkeling van de televisie is het toenemend gebruik van films in plaats van „levende" program ma's bij de uitzendingen. Gemiddeld wordt ruim 40 van de zendtijd in beslag genomen door films en gefilmde programma's en dit percentage stijgt nog steeds. De begroting voor 1955 voor de productie van televisiefilms voor de Verenigde Staten alleen schat men op rond 80.000.000, daarbij niet inbegrepen de productie voor het buitenland of de aankoop van oude films, welke oor spronkelijk vervaardigd werden voor theaterexploitatie. Het jaarverslag van de M.P.E.A. bevat een principiële verklaring van de president, waarin er de nadruk op gelegd wordt, dat een onbelemmerde invoer van films een essentieel belang is voor alle landen. Het jaarverslag van de Cinematograph Ex hibitors' Association, onze Britse zuster organisatie, geeft een blik in de allesbehalve rooskleurige situatie van het Britse filmbedrijf. Men wordt onmiddellijk getroffen door de vaststelling, dat het bioscoopbezoek in het laatste kwartaal van 1954 met 12 millioen is teruggelopen ten opzichte van het gelijknamige kwartaal in 1953. „Bij gebrek aan grotere ontvangsten", zo stelt het verslag vast, „wordt de verlich ting van vermakelijkheidsbelasting het levenssap van het bedrijf". Komt er geen verlichting, dan zijn de vooruit zichten voor de toekomst slecht. Het aantal leden van deze organisatie bedraagt thans 3.873, dat wil zeggen dat 598 bioscopen uit de organisatie zijn getreden, 25 bioscopen moesten sluiten, terwijl er twee door brand werden ver woest en aan vijf andere theaters een andere bestemming: werd gegeven. Bijzondere aandacht wordt in het verslag besteed aan de technische ontwikkeling. In het overzicht dat ter zake door de technisch adviseur, Dr. Leslie Knopp, wordt gege ven merkt deze onder meer op: „Het afgelopen jaar zag het feitelijke overlijden van de stereoscopische film voor Dicfe v. d. Velde, de kleine hoofdrol speler uit ..C1SKE DE RAT" een film van de Filmproductie Mi/. ..Amsterdam" N. V.. welke op de Biënnale te Venetië met een ..Zilveren Leeuw" werd onderscheiden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 12