De operateurs wedstrijd
Opgave No. 3
Opgave no. 4
1 Enige tijd na ons bezoek aan bioscoop A kregen wij een uitno
diging om een kijkje te komen nemen in bioscoop B gevestigd
in een andere plaats, alwaar men ons onder andere de genomen
veiligheidsmaatregelen wilde tonen.
2 Op het afgesproken tijdstip waren wij aanwezig en er werd
begonnen met een rondgang door de zaal en de i oor het publiek
toegan kelijke neven ruimten
3 Wij hoorden bijzonderheden over de opstelling der stoelen, de
breedte der gangpaden ten opzichte van de hoeveelheid aan
wezige zitplaatsen en het aantal uitgangen, over de stoffering en
over de verlichting.
4 Vervolgens toonde men ons een nooduitgang, welke ons de
achteraf bezien nogal onbescheiden opmerking ontlokte, dat de
kruksluiting. die hevig piepte, zeker voor een smeerbeurt in
aanmerking kwam.
5 Ook merkten wij op, dat de gordijnen, welke de nooduitgang
aan de zaalzij de camoufleerden, gauw zouden beschadigen, daar
de deuren naar binnen opengingen.
6 In de nabijheid van de nooduitgang was een drukknop aan de
wand gemonteerd, beschermd door een houten kastje, waarvan
het deurtje met doorzichtig glas was bezet: onder het kastje
was vermeld: „Noodverlichting voor noodlicht knop indruk
ken'.
7 Men vertelde ons, dat bij het indrukken van de knop de nood
verlichting volgens voorschrift op de 24 Volt accumulalorenbat-
terij ging branden.
8 Natuurlijk moest dit even geprobeerd worden en bij het indruk
ken van de knop zagen wij inderdaad op enige plaatsen in de
zaal en op het balcon een aantal lampen aan gaan.
9 Wij wilden ook graag de accu's eens bekijken en moesten
daardoor via de achter de nooduitgang gelegen gang naar de
ruimte waar deze waren opgesteld.
10 In die gang was het echter aardedonker en daar er bovendien
nogal wat overtollig meubilair bleek te zijn opgeslagen, vond
onze begeleider het beter eerst wat licht te maken.
11 Hij begaf zich daartoe naar de schakelruimte elders in het
gebouw en enige tijd later ging de verlichting in de gang aan.
12 De noodverlichting, die intussen in de zaal en op het balcon was
blijven branden, ging bijna gelijktijdig uit en wij vroegen ons af
hoelang de accu's de verschillende lichtpunten onderbroken-
zouden kunnen voeden.
13 Na zijn terugkeer vertelde onze begeleider desgevraagd, dat de
accu's de noodverlichting met inbegrip van de transparantver
lichting boven de verschillende deuren, tenminste twee uur
ononderbroken moest kunnen doen branden.
14 Daar het hier een tamelijk grote bioscoop betrof, was het nood
zakelijk twee 24 Volt accunutlatoren batterijen in serie te gebrui
ken, teneinde de nodige stroom gedurende deze tijd te kunnen
leveren.
15 De noodverlichting moest namelijk dusdanig zijn gemaakt, dat
daarmede in de zaal zowel als op het balcon voldoende licht
wordt verkregen om het publiek gemakkelijk zijn iveg naar
buiten te laten vinden.
16 Vandaar dat ook de transparantverlichting en. indien die aan
wezig is, tevens de tredenverlichting op de noodverlichtings
installatie moet zijn aangesloten.
17 Ons werd verder verteld, dat de noodverlichting wel op enige
plaatsen in het gebouw kan- worden ontstoken door middel van
drukknoppen, maar dat zij slechts in de schakelruimte kan
worden uitgeschakeld.
18 Onze begeleider zette uiteen, dat de noodverlichtingsinstallatie
automatisch behoort te gaan werken via de accu's, indien de
netspanning uitvalt of belangrijk beneden de normale waarde
daalt en bovendien wanneer in het voorportaal de noodschake-
laar wordt overgehaald.
19 De accubatterij is dus zeer belangrijk en verdient een zorg
vuldig toezicht en onderhoud.
20 Na deze uiteenzettingen gingen wij door de gang naar een deur,
waarop het woord „werkplaats" prijkte.
21 Wij vonden hier een goed ingerichte werkruimte, uuur behalve
hel nodige handgereedschup, zelfs een klein draaibank je aan
wezig bleek te zijn.
22 Op een stevige stellage langs een der wanden waren de uit
twee groepen van glazen bakken bestaande accumulatoren-
batterijen opgesteld.
23 Daarnaast zagen wij de laadinrichting die werd gevormd door
een buisgelijkrichter om de gelijkstroom in wisselstroom om te
zetten, alsmede een meetplaneel teneinde de spanning en de
afgegeven stroomsterkte van de batterijen te kunnen meten.
24 Men vertelde dat hiervoor gebruik werd gemaakt van een volt
en een ampèremeter waarvan de eerste in serie met de ver-
bruikskring was geschakeld en de tweede daaraan parallel.
25 Op ons verzoek werd de noodverlichting ingeschakeld en wij
zagen de beide meters uitslaan.
26 De voltmeter liep op tot ongeveer 18 Volt en onze zegsman
merkte op, dat de batterijen moesten worden bijgeladen, omdat
het beter was de spanning niet verder dan tot de helft, dat wil
zeggen 12 Volt, te laten dalen.
27 Hij wees ons aan, dat de positieve platen van de accu's een
zwartachtig bruine kleur hadden en dat de negatieve donker
grijs waren gekleurd, hetgeen eveneens aanwijzingen waren, dal
de accu ontladen was.
28 Nadat de verbruikskring was uitgeschakeld, haalde onze gelei
der een kleine voltmeter tevoorschijn, die, naar hij vertelde,
diende om de spanning van de afzonderlijke cellen op te meten.
29 Wij mochten dit eens proberen en zagen tot onze verwondering,
dat elke cel een spanning van ongeveer 2 Volt aangaf, zodat
wij niet begrepen hoe de totale batterij van 2 x 12 cellen dan
maar tot 18 Volt kon komen zoals wij zojuist hadden gezien.
30 Onze zegsman concludeerde, dat de losse Voltmeter dan wel
deffect zou zijn en omdat het aanvangstijdstip van de middag
voorstelling naderde, beloofde hij ons, dat wij nog eens mochten
terugkomen om wat meer te horen over de verzorging van en
de controle op dit zeer belangrijke gedeelte van de technische
outillage van een bioscoop: de accumulatorenbatterij
1 Zocds was afgesproken kwamen wij op een vastgesteld tijdstip
weer op bezoek bij bioscoop B, teneinde nog wat meer te ver
nemen over het onderhoud van de accumulatorenbatterij.
2 De vorige maal hadden wij reeds begrepen, dat de accumulato
renbatterij een zeer belangrijk onderdeel is van de technische
outillage van de bioscoop en het verwonderde ons dan ook niet
nu te horen, dat dit apparaat een regelmatige verzorging moet
hebben.
3 Wanneer dit gebeurt, zo vertelde onze zegsman, kan de accu
batterij zeer lang mee, doch indien het onderhoud wordt ver
waarloosd dan krijgt men allerlei narigheden en brengen wij
bovendien de veiligheid van het publiek in gevaar.
4 Wij hoorden nu, dat de accu's zoals wij ze verder gemaks
halve zullen noemen moeten zijn opgesteld in een goed
geventileerde, brandveilige ruimte, welke ruimte voor geen
ander doel mag worden gebruikt.
5 Vooral bij het ontladen van de accu krijgt men namelijk gas-
ontwikkeling en deze gassen vormen met de lucht een explosief
mengsel.
6 Vandaar dut onder andere voor een goede ventilatie moet nar
den gezorgd.
7 Wat de accu zelf betreft kregen wij te horen, dat er bij hel
laden voor gezorgd moet worden dat de laadstroom niet hoger
is dan door de fabrikant wordt voorgeschreven.
8 Bij een te hoge laadstroom gaan namelijk de platen van de accu
krom staan met het risico van kortsluiting, waardoor de accu
kan worden vernield.
9 Voor het ontladen geldt hetzelfde.
10 In dit verband werden wij tevens gewezen op de slechte ge
woonte van sommige operateurs, om de accu op zijn lading te
onderzoeken door de klemmen even kort te sluiten, bijvoorbeeld
met een schroevendraaier.
11 n anneer dan een flinke vonk ontstaat is de accu volgens deze
onderzoekers in orde.
12 Ook hierdoor veroorzaakt men echter een volle kortsluiting en
dit is zeer schadelijk voor de accu.
13 Verder moet er voor worden gezorgd, dat de platen steeds goed
in het zuur staan.
21