Oplo§sing van de vierde opgave
Commentaar
Samenstelling Technische Commissie
Grootbeeldprojectie
heel afzonderlijke, brandveilige, goed geventi
leerde ruimte.
Regel 23 De buisgelijkrichter van de laadinrichting zet
geen gelijkstroom om in wisselstroom, doch
wisselstroom in gelijkstroom.
Kegel 24 Een voltmeter wordt niet in serie met de ver-
bruiksring ingeschakeld, doch daaraan paral
lel. Een ampèremeter schakelt men niet pa
rallel, doch in serie met de verbruikskring.
Regel 26 De accubatterij mag niet verder worden ont
laden dan tot circa 22 volt ofwel circa 1.83
volt per cel.
Regel 27 Bij een ontladen accu zijn de positieve pla
ten niet zwartachtig bruin, doch lichtbruin
van kleur.
Regel 30 De losse voltmeter is niet defect, omdat ook
bij een ontladen accu de celspanning in onbe
laste toestand steeds ongeveer 2 volt zal be
dragen.
In deze opgave waren slechts de volgende vier fouten
verwerkt. Hier konden dus. maximaal acht punten ver
kregen worden.
Regel 5 Met zozeer bij het ontladen, doch vooral bij
het laden van de accu. speciaal wanneer de
lading op het eind loopt, ontstaat gasontwik-
keling en deze gassen vormen met de lucht
een explosief mengsel.
Regel I 1 De accu-vloeistof bestaat niet uit zoutzuur.
doch uit zwavelzuur, verdund met gedesstil-
leerd water.
Regel 22 Het sulfateren treedt niet in de eerste plaats
op aan de positieve electrode. maar speciaal
aan de negatieve plaat.
liegel 23 De witte neerslag, die hierdoor optreedt ver
oorzaakt geen kortsluiting, doch sluit, zoals
reeds in regel 22 is aangegeven, de betrokken
electrode van het zuur af. waardoor de capa
citeit van de accu achteruit gaat.
Wanneer immers een der platen van een cel
niet voor het zuur toegankelijk is. doet deze
cel geen dienst meer.
Wij willen niet nalaten ook ditmaal enig comentaar te
geven op de binnengekomen inzendingen.
In opgave no. 3 was de moeilijkste fout kennelijk ver
scholen in regel 7. waar sprake is van een drukknop voor
de noodverlichting, die de accubatterij inschakelt. Dit is
niet juist.
De meeste deelnemers meenden de fout te hebben ge
vonden in regel 6 waar gewag wordt gemaakt van een
houten kastje, waarin de drukknop is gemonteerd. Dit
kastje mocht er volgens sommigen helemaal niet zijn; het
zal op de verkeerde plaats; het moest onbrandbaar zijn;
er mocht geen glas in zitten; het moest verlicht zijn. enz.
enz. Om dit kastje ging het echter niet.
In een moderne noodverlichtingsinstallatie dienen name
lijk een aantal drukknoppen te zijn opgenomen, welke op
verschillende door de brandweer aan te geven plaatsen in
de bioscopen zijn aangebracht. Met behulp van die knop
pen kan de noodverlichting ontstoken worden, indien zich
bijvoorbeeld in de zaal iets voordoet, waarbij men licht
nodig heeft. Door het indrukken van de knop gaan dan de
noodverlichtingslampen op de 24 Volt transformator bran
den. De schakeling moet voorts zodanig zijn. dat wanneer
men de knop loslaat, het licht toch blijft branden en dit
kan dan, zoals uit regel 11 blijkt, vanuit de schakelruimte
weer worden gedoofd.
Zou immers, zoals in regel 7 ten onrechte is vermeld, de
accubatterij worden ingeschakeld, dan wordt deze node
loos ontladen, hetgeen steeds voorkomen dient te worden.
Het schijnt, dat deze bepaling uit de brandveiligheidsvoor
schriften slechts weinig bekendheid geniet.
Met betrekking tot opgave no. 4 kregen wij ondanks de
eenvoud van deze opgave, toch nog talrijke, zeer uitge
breide inzendingen, waaruit duidelijk bleek, dat de deel
nemers het kleine aantal fouten niet erg hadden vertrouwd
en ertoe zijn overgegaan ook de zinnen, waarin geen fou
ten waren verwerkt, van allerlei commentaar te voorzien
of de gegeven voorbeelden uit te breiden met andere mo
gelijkheden. Op zichzelf is dit een prettig verschijnsel.
want het zal daarvoor in de meeste gevallen noodzakelijk
zijn geweest de desbetreffende stof in de schriftelijke cur
sus of elders na te slaan, hetgeen aan de vakkennis slechts
ten goede komt. Aan de andere kant verschaft dit de jury
veel extra werk. hetgeen eigenlijk niet de bedoeling is.
Overigens geeft deze opgave ons geen aanleiding tot
verdere toelichting.
Krachtens het door het Hoofdbestuur gemaakte rooster
waren dit jaar aan de beurt van aftreden als lid van de
Technische Commissie de heren Jhr. F. L. Bicker. M. Cor-
nelissen en C. H. Groenewegen.
Het Hoofdbestuur heeft in zijn op 13 September j.1.
gehouden vergadering de heren M. Cornelissen en G. H.
Groenewegen als lid van de Commissie herbenoemd, ter
wijl in de vacature ontstaan door het aftreden van Jhr.
F. L. Bicker. die wegens gezondheidsredenen als Commis
sielid heeft bedankt, is voorzien door de benoeming van de
heer D. Siem Jr. te Amsterdam.
De samenstelling van de Commissie is thans als volgt:
D. J. van Leen. Voorzitter. O. P. Besseling, M. Cornelissen.
G. H. Groenewegen. L. B. Kagenaar. D. Siem Jr.. H. W
Hagenberg. secretaris en L. Claassen. Pl.v.v. secretaris.
Enige maanden geleden is door de Stichting ..Instituut
voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel een
publicatie uitgegeven, handelende over de werking en toe
passing van de verschillende nieuwe projectie- en geluids
systemen.
Tot heden is deze publicatie door een betrekkelijk klein
aantal leden besteld. Dit heeft ons verwonderd, daar het
onderwerp grootbeeldprojectie in het middelpunt der be
langstelling staat en de publicatie talrijke interessante
bijzonderheden bevat, die zeker voor de leden of althans
voor hun technisch personeel van belang zijn. Het boekje
is fraai uitgevoerd en voorzien van talrijke foto's, teke
ningen, tabellen en voorbeelden. Desondanks is de prijs
laag gehouden.
Wellicht is de verschijning van dit instructieve werkje
aan de aandacht van een deel onzer leden ontgaan. Wij
vestigen er daarom de aandacht op. dat bestellingen kun
nen worden gedaan bij het Secretariaat van genoemde
Stichting. Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam legen de prijs
van 3.— per stuk.
23