AlCHITICMfl HET WOORD -1) Inleiding Situatie en plan De zaal De heren C. l\ap en G. J. P. van Ede over de bouw van het Rembrandt Theater te Arnhem Toneel en projectiescherm PATERSTRAAT SituaUescltets De ,.Astra Film Maatschappij" verstrekte ons bureau in 1952 de vererende opdracht tot het vervaardigen van plan nen voor de herbouw van het in 1944 verwoeste Rembrandt Theater. De opdracht luidde: een theater van 900 a 1000 zitplaatsen modern en comfortabel met lounge, foyer en bijbehorende dienstruimten. Een theater, dat niet alleen ingericht moest worden voor filmvertoningen, maar ook voor complete revues en voor toneelvoorstellingen. De filmvoorstellingen zouden worden opgeluisterd met varieténummers en eigen orkest, zodat kleedkamers voor artisten, artislenfoyer en orkestbak vereist werden. Het nieuwe theater moest waardig zijn de naam over te nemen van de in 1944 verwoeste Rembrandt bioscoop. Het spreekt wel vanzelf, dat dit nieuwe theater geen copie van het oude kon zijn, al waren nog zoveel Arnhem mers aan het oude Rembrandt Theater gehecht, dat in hun herinnering bleef voortleven als het mooiste en beste theater. Immers in de eerste plaats gaf de Overheid uit verkeers- overwegingen geen toestemming om het te herbouwen op hetzelfde terrein aan de Steenstraat, maar werd na vele besprekingen het terrein van het verwoeste Telegraafkan- toor aan het Velperplein, hoek Apeldoornse straat toege wezen. In de tweede plaats heeft er een enorme vooruit gang plaats gevonden op kinotechnisch gebied, die nieuwe eisen stelde, waaraan voldaan moest worden. De situatie van het rondom vrij liggende terrein heeft heel wat hoofdbrekens gekost, daar de grootte nauwelijks toereikend was om aan de ruimtelijke eisen te voldoen. Voorts moest een stedebouwkundig probleem worden opge lost in verband met de voorgevel-rooilijn aan het Velper plein, welke een hoek vormde met die van de Apeldoornse weg. Deze problemen zijn opgelost mede dank zij de mede werking van de gemeente ten aanzien van de soepele toepassing van de gegeven rooilijnen. Zo werd de boven omschreven hoek in de voorgevel opgelost door een gebo gen vorm. Bij het opzetten van het plan is in de allereerste plaats gestreefd naar een organische en functionele compositie. Eén van de belangrijkste en dwingend- ste eisen was die van het verkeer in het theater; met name, dat het uitgaande publiek van de eerste avondvoorstelling het wachtende publiek voor de tweede voorstelling niet mocht kruisen. Naar onze mening is maar in zeer wei nige theaters aan dit probleem vol doende aandacht geschonken, zodat dit tot een hopeloos gedrang en opstoppin gen bij het wisselen van de voorstellin gen aanleiding geeft. Het verkeerspro bleem werd opgelost zoals de hierbij afgedrukte situatie schets aangeeft. Uit een zakelijk oogpunt was het mede een eis om het theater met zo weinig mogelijk personeel te kunnen exploi teren. Ook dit was van invloed bij de oplossing van het verkeersprobleem. Verder was een belangrijk uitgangspunt, dat wij in overleg met de opdrachtgeefster bij voorkeur geen balcon wensten toe te passen, doch dat waarnemingen in het bui tenland ons ervan overtuigden, dat het moderne theater amphitheatersgewijs gebouwd vele voordelen biedt. Daar het wachten van het publiek alsmede de kaartver koop in de buitenlucht in ons klimaat als verre van aange naam wordt ondervonden, werd hiervoor een ruime hal van plm. 10 x 26 m ontworpen. Deze afmetingen bleken in de praktijk ruimschoots te voldoen, terwijl het publiek deze oplossing wel zeer waardeert. Annex deze ruime hal is op de begane grond een lounge geprojecteerd met daarboven op de verdieping een foyer. Hiervoor werd in de kelderverdieping een warme-, koude en een spoelkeuken geprojecteerd met de benodigde bier-, wijn- en voorradenkelders. De lounge is zowel direct van buiten bereikbaar als vanuit het theater en kan afzonder lijk geëxploiteerd worden. Langs de voorgevel ter lengte van de lounge is een ruim zitterras aangebracht, waar men zich in de schaarse zonnestralen heerlijk kan koeiteren. Vanuit de hal en foyer bereikt men de zaal via ruime corridors met vestiaire-gelegenheid. De foyer werd verrijkt met een grote scraffitofries, ontworpen en uitgevoerd door de Arnhemse beeldhouwer John Grosman. De zaal, welke een afmeting heeft van 22 x 27 m is ruimtelijk onregelmatig van vorm, eensdeels voortgekomen uit de onregelmatige vorm van het bouwterrein, anderdeels uit de acoustische eisen. Bijzondere zorg werd besteed aan de acoustiek; vele voorzieningen werden hiervoor getrof fen, temeer daar het in de bedoeling ligt om diverse spe ciale toneelvoorstellingen enz. in een seizoen te geven. Hiervoor werden wij bijgestaan door de acoustisch advi seur de heer Ir, W. Tak (Philips, Eindhoven). Inmiddels hebben verschillende voorstellingen plaats gevonden en is gebleken dat de zaal aan zeer hoge acoustische eisen vol doet. Op de bekende wijze werd door middel van zichtlijnen de helling van de vloer zodanig vastgesteld, dat van iedere plaats een gegarandeerd vrij zicht op het podium en pro jectiedoek werd verkregen. Terwille van het comfort wer den de stoelen op een minimale afstand van 90 cm ge plaatst met een breedte van 53 cm. De fauteuils werden uitgevoerd met hoog gestoffeerde zitting en geleverd door „Fibrocit" te Brussel. Op onze aanwijzingen werden aan het standaardmodel enkele veranderingen, uitsluitend op aesthetisch gebied, in prettige samenwerking aangebracht. Door het zuiver construeren van de oog- of zichtlijnen verkreeg de zaalvloer een parabolische vorm. Achter in de zaal wordt de helling dus steeds groter per rijdiepte. Hier mee parallel lopend wordt de stoelafstand noodzakelijker wijze ook steeds groter en gaat geleidelijk over van 90 cm tot 100 cm. In de loges werd deze afstand bepaald op plm. 110 cm. Het is naar onze mening uit een zakelijk oogpunt beslist noodzakelijk om het publiek „waar" voor zijn geld te geven. Eén van de facetten van deze „waar", en zeker niet onbelangrijk, is het comfortabel zitten. Dit wordt niet alleen bepaald door een goed zittende stoel doch evenzeer door de rijafstand. Hoe vaak wordt hier niet tegen gezon digd en ziet men dure stoelen veel te dicht op elkaar ge plaatst, zodat grotere mensen met hun knieën geen raad weten. Voor deze mensen is het laatste kwartier van de voorstelling eenvoudig een kwelling; ze komen lichamelijk verkreukeld uit het theater. Het zal duidelijk zijn, dat deze clientèle eerst dan naar een dergelijke bioscoop gaat, wan neer een film wordt vertoond van uitzonderlijke kwalitei ten en men niet voor „vol" wordt aangezien, als men de betrokken film niet gezien heeft. Tot de vaste bezoekers behoeft men deze categorie zeker niet te rekenen. Het is zakelijk gezien naar onze mening zonder meer af te keuren om bij het opzetten van het stoelenplan alleen maar te letten op het aantal rijen stoelen. Zijn we goed ingelicht dan is er trouwens bij de heren exploitanten, ten opzichte van voor de oorlog, hieromtrent een gunstige wending te constateren. Onze opdrachtgeefster deelde gelukkig volko men onze mening. Zowel wat de toneel-outillage als de filmprojectie betreft zijn hier de nieuwste snufjes toegepast. Op het grote toneel, 20 m breed en 10 m diep, kunnen alle mogelijke denkbare stukken bliksemsnel gechangeerd worden, daar in de toneeltoren een 25-tal „trekken" zijn aangebracht. Zo nodig kan dit aantal trekken uitgebreid worden tot 50 stuks. Zonder bezwaar kunnen derhalve de meest uitge breide revues vertoond worden. Aan de achterzijde van het zijtoneel tevens berging van decors is gelegenheid gemaakt voor het laden en lossen van requisieten door middel van een dubbel stel deuren van 3 m breed en 5 m hoog. Het achter het gebouw liggende parkeerterrein vormt tevens de mogelijkheid dat grote transportwagens voor kunnen rijden. In nauw overleg met de gemeentelijke brandweer is de brandveiligheid van het toneel verzorgd. Een sproei-installatie maakt het mogelijk om binnen enkele Ove cht de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 6