Cabine Slotbeschouwing seconden het gehele toneel „onder water te zetten". Een zes ton wegend stalen brandscherm scheidt het toneel van de zaal, terwijl zogenaamde rookluiken in het dak van het toneel gebouw ervoor zorgen, dat bij eventuele brand op het toneel geen rook in de zaal kan komen. Speciale aan dacht is aan de verwarming van het toneel geschonken, om de bekende koude luchtstroom, die ontstaat bij het ophalen van bedoeld scherm en de zaal instroomt, te voorkomen. De verlichting wordt verzorgd door een „lichtorgel" en twee lichtkanonnen. Eén man kan op het lichtorgel alle denkbare lichteffecten in tal van kleuren oproepen. Een aantal herzen, voetlicht, zij- en bovenlicht, toneelschijn werpers en twee schijnwerpers met kleurschijven in het plafond van de zaal, kunnen zowel op het toneel als in de cabine automatisch bediend worden. De twee lichtkanon nen staan links en rechts van de cabine opgesteld en „beschieten" het toneel, speciaal bij variété, met hun geweldige gloed. In de toneelvloer is een luik van 2 x 2 m gemaakt teneinde eventuele variété-artisten het mogelijk te maken door middel hiervan „iets" te laten verdwijnen. In de orkestbak is, naast het op een lift geplaatste Electronisch Polychord-orgel, plaats voor acht tot tien musici. Het projectiescherm (afmeting 13 x 5,50 m) wordt met de luidsprekers vanuit de cabine electrisch in ,,no time" in de toneeltoren naar boven gehesen, teneinde het toneel vrij te maken voor de variété-nummers. Onder het toneel zijn twee verdiepingkelders gemaakt. In de eerste „verdieping" bevinden zich de artistenkleed- kamers, solistenkamers, artistenfoyer etc. Ter bevordering van een goede gemoedstoestand van de veelal sensitieve artisten is er naar gestreefd de kleedkamers, zij het eenvou dig, door kleur en aankleding aangenaam van sfeer te maken. Boven de schminktafels is een verstelbare verlich ting aangebracht, zodat iedere artist naar eigen inzicht de verlichting kan instellen. Ten gerieve van de artisten is een speciale douchegelegenheid gemaakt. Op deze verdie ping bevindt zich tevens een voor het publiek van buiten toegankelijke rijwielkelder. De tweede verdiepingkelder wordt geheel in beslag ge nomen door de centrale verwarming en ventilatie-instal- latie. De cabine met bij cabine en exhausterruimte bevindt zich boven de foyer. Voorportaal, nooduitgang, ventilatie enz. zijn overeenkomstig de hiervoor geldende voorschriften. De cabine is uitgerust met vier projectoren. Twee Bauer B 12 projectoren kunnen niet alleen de gewone types film aan, maar ook die van Cinemascope, wide screen, Vista- vision en dergelijke. Is de hoofdfilm bijvoorbeeld Cinemascope, dan vertoont een Bauer B. 8 het „gewone" voorprogramma, zodat vlot overgeschakeld kan worden. Tijdens de pauze verzorgt een Bauer Dia projector het vertonen van de gebruikelijke reclameplaatjes. Behalve de drie grote luidsprekers, die achter het pro jectiedoek geplaatst zijn, is bovendien voor het stereofo- nisch geluidseffect nog een tiental andere luidsprekers onzichtbaar rondom in het zaalplafond aangebracht. Het zou te ver voeren om de toegepaste materialen, kleu ren, stoffering, verlichting van alle ruimten afzonderlijk op te noemen. Er moge volstaan worden met te vermelden dat wij overeenkomstig de wens van de principaal hebben gestreefd naar een modern, dat wil zeggen eigentijds in- en exterieur, zonder aan de gezelligheidsfactor te kort te doen. Over het algemeen is men de mening toegedaan, dat modern identiek is met „koud". Wij hopen door dit ge bouw bewezen te hebben dat deze mening onjuist is. Zij nog vermeld, dat de buitengevels bekleed zijn met Italiaanse natuursteen. De rhythmisch ingedeelde gevels worden bij avond geaccentueerd door verticale indirecte neon-lijnen. De gebeeldhouwde en gepolychromeerde frie zen zijn van de hand van John Grosman. Enkele data, voor wat de bouwtijd betreft, mogen tot slot nog volgen. De onderhandse aanbesteding werd medio rlichlit

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 7