niseerde Italiaanse filmstad, waar reusachtige sets in de
open lucht een kijk boden op de eisen, die het vervaar
digen van films van spectaculair karakter stelt. Op het
Capitool werd het gezelschap op beminnelijke wijze ont
vangen door de Burgemeester van Romeop het Quirinaal
verleende de president van de Italiaanse Republiek. Zijne
Excellentie Giovanni Gronchi, in de avonduren een
audiëntie, waarbij eveneens een groot aantal autoriteiten
op filmgebied aanwezig was.
De speciale audiëntie, welke op 28 October om 10.30
uur bij gelegenheid van het Congres door Zijne Heiligheid
de Paus ten Vaticane werd verleend, was wel de meest
indrukwekkende gebeurtenis tijdens de congresdagen. Hoe
wel aan de deelnemers van het Congres de ereplaatsen
waren gegeven rond de Troon in de grote pauselijke
audiëntiezaal, was nochtans het filmbedrijf in al zijn
geledingen uit geheel Italië tot deze audiëntie genodigd;
onder de aanwezigen bevonden zich vertegenwoordigers
van de Regering, van exploitanten, producenten en ver
huurders, doch ook vele filmregisseurs, artisten en tech
nici, zowel uit Italië als uit het buitenland, en een zeer
groot aantal werknemers uit het film- en bioscoopbedrijf.
Een menigte van niet minder dan twee duizend personen
trad des ochtends de Bronzen Poort binnen om zich langs
de Koninklijke Statietrap van Bernini, waardoor de Vati
caanse Basiliek met het Pauselijk Paleis verbonden is. te
begeven naar de Zaal der Zegeningen, gelegen boven de
Voorhal van de Sint Pieter en zo genoemd, omdat vanuit
deze Zaal de Pausen de gebruikelijke zegen voor stad en
wereld geven.
Omstreeks half elf werd de Paus, die voor de gelegen
heid Zijn verblijf in Castel Gandolfo had onderbroken,
op een draagstoel, de zogenaamde Sedia Gestatoria, bin
nengedragen door in rood damast geklede dragers,
voorafgegaan door enige Geestelijke leden van de hofhou
ding en omgeven door enige officieren van de Zwitserse
Garde, met hellebaard en helm en gekleed in de geel-
blauw-rood gestreepte uniform, waarvoor Michel Angelo
het ontwerp heeft gemaakt. Onder een enthousiast applaus
bewoog de kleine stoet zich langzaam tussen de menigte
voort; onderwijl strekte de Paus links en rechts Zijn han
den, ten zegen of ten groet, telkens allen, die hij met Zijn
blik omvatten kon, in de ogen ziende met een glimlach
van genegenheid, die aller harten veroverde, ongeacht
hun ras, geloof of overtuiging. Nadat Zijne Heiligheid,
die Zijn tachtig jaren ten spijt een vitale indruk maakte,
met vlugge schreden de trappen naar de Troon beklom
men had in welker nabijheid zich de Substituut-Secre
taris van de Vaticaanse Staat Mgr. Angelo Dell' Acqua
bevond en met een gebaar allen uitnodigde te gaan zit
ten, hield Hij een rede over de film en meer in het bij
zonder over de voorwaarden waaraan naar Zijn mening
de ideale film zou hebben te voldoen.
De rede, die drie kwartier duurde, werd uitgesproken
met buitengewoon heldere stem en bij de belangrijkste
passages telkens met een welgekozen geste onderstreept;
zij werd met een langdurig applaus begroet. Na afloop
liet de Paus een aantal autoriteiten en vertegenwoordigers
van het filmbedrijf, waaronder ook regisseurs en artisten,
aan Zich voorstellen. Namens het gehele Italiaanse film
bedrijf werd de Paus een gouden miskelk aangeboden, die
door de sculpteur Professor Luigi Venturini op uitermate
kunstige wijze was bewerkt. Het geschenk ging vergezeld
van een perkamenten oorkonde die een hulde bevatte van
het gehele Italiaanse bedrijf. Onder het donderend gejuich
van de aanwezigen werd de Paus vervolgens uitgeleide
gedaan, waarna Hij zich wederom naar Zijn zomerverblijf
te Castel Gandolfo begaf. Op het grote Sint Pietersplein
had zich inmiddels een menigte van duizenden verzameld,
waaruit evenals uit de publicaties zowel in de Italiaanse-
als in de wereldpers bleek, hoezeer deze audiëntie was
uitgegroeid tot een gebeurtenis van de eerste rang. Op
allen die het voorrecht hadden er aan deel te nemen, heeft
zij een diepe indruk gemaakt.
Wij achten het van belang om hier een gedeelte van de
pauselijke rede te doen volgen.
Reeds op Dinsdag 21 Juni van dit jaar had Z.H. Paus
Pius XII zich ter gelegenheid van een congres van de Ita
liaanse filmindustrie tot de leden van het gehele wereld
filmbedrijf gericht met een toespraak over ,,de ideale
film". Hoewel de Paus erkende, dat het ideale" een
relatief begrip is. beklemtoonde Hij dat het ideale altijd
een absolute kern bevat, welke in ieder geval wordt terug
gevonden, zij het temidden van een aantal bijkomstighe
den, die een rijke verscheidenheid vertonen al naar gelang
het geval waarop ze betrekking hebben.
Naar drie aspecten wilde Z.H. de film beschouwen, te
wetenten eerste in haar verhouding tot het subject, dat
wil zeggen tot de toeschouwer aan wie zij vertoond wordt,
ten tweede in haar verhouding tot het object, dat wil zeg
gen tot haar inhoud, en ten derde in haar verhouding tot
de maatschappij.
Definieerde de Paus in Zijn eerste toespraak inzonder
heid de verhouding van de film tot de mens, in Zijn tweede
grote rede over de film, uitgesproken bij de ontvangst ten
Vaticane van de Internationale Unie van Bioscoopexploi
tanten, gaf Hij een beschouwing over haar inhoud en over
haar verhouding tot de gemeenschap.
Aan het begin van Zijn toespraak richtte de Paus een
duidelijke waarschuwing aan degenen, die de neiging zou
den hebben de film als iets onbelangrijks te beschouwen.
„Ten opzichte van de ernstige problemen die onze tijd
verontrusten en waaraan Wij onze grootste aandacht schen
ken, zou het vraagstuk van de film sommigen als iets
secundairs kunnen voorkomen, dat niet de bijzondere op
lettendheid verdient welke Wij onzerzijds aan dit probleem
wijden...
Aangezien echter de film voor de huidige generatie een
geestelijk en moreel probleem van geweldige draagwijdte
is geworden, mag zij niet verwaarloosd worden door de
genen, die het lot van het beste deel der mensheid en haar
toekomst ter harte gaat
Met betrekking tot de speelfilm stelde de Paus twee
principiële vragen aan de orde. Ten eerste de vraag of het
geoorloofd is bij speelfilms een religieus onderwerp te
verwelken. Daarop moet worden geantwoord, dat niet is
in te zien waarom dergelijke onderwerpen op grond van
principiële overwegingen zouden moeten worden uitgeslo
ten. Des te meer, daar de op dit gebied reeds opgedane
ervaring uitwijst, dat met films van zuiver religieuze in
houd verheugende resultaten werden bereikt.
De tweede vraag betrof de voorstelling van het kwaad
in de film. Is het toelaatbaar het kwaad, het ergernis
wekkende, dat zonder twijfel in het leven van de mens
een zeer gewichtige rol speelt, als thema voor een film
te kiezen, en welke voorzorgsmaatregelen moet men daarbij
in acht nemen?