Projectie en cabine Verwarming en ventilatie Ir. H. VAN VREESWIJK b. i. Wachthall wijl de kopwand van de wachthall boven de ingangstrap met notenfineer in vakken is beplakt. Rij de totstandkoming van het gehele interieur, speciaal bij het vaststellen der kleuren en het kiezen van de mate rialen, meubelen en verlichtingsornamenten heeft de be kende decor-ontwerper Friso Wigersma met mij samen gewerkt. De beeldhoogte bedraagt bij ieder formaat 3,70 m. Zoals reeds hierboven werd opgemerkt, wordt op de ge pleisterde binnenzijde van de voorgevel geprojecteerd. De twee verticale kaderranden zijn in de cabine automatisch verstelbaar op normaalbeeld, wide-screen, en CinemaScope (optisch en magnetisch). De breedte van het beeld wordt dan respectievelijk 5.15 m, 7,10 m, 8,93 m, 9.73 m. De Philips-projectoren kregen een opwaartse helling van 6° 30'. De projectie is zuiver centraal. Boven het beeldvlak is een via de portierskamer gemak kelijk bereikbare loopbrug aangebracht, waarop met de gordijnrail, de gordijn verlichting en het kadermechaniek kan controleren. De cabine voldoet aan de bekende voorschriften, die op gemakkelijk ontvlambare film zijn opgesteld en is dus bereikbaar via een open portaal aan de buitenlucht. De cabine zelf ligt gedeeltelijk onder het bordes, voor de deu ren, die toegang geven tot het balcon. Ter plaatse is de cabine 2,50 m hoog. Naast dit bordes is de cabine echter veel hoger en grenst dan over de gang heen, die naar de cabine leidt, aan de achtergevel van de zaal, waarin een raam is aangebracht, zodat deze cabine daglicht verkrijgt en desgewenst rechtstreeks op de buitenlucht kan worden geventileerd. De cabine is geconstrueerd als een geheel betonnen doos, waarvan het plafond beplakt is met sterk absorberende acoustische tegels. Deze maatregel was noodzakelijk om het werken in deze ruimte mogelijk te maken. Het resul taat is zo, dat het prettig werken is in deze cabine. Calypso heeft geen eigen ketelhuis. Er kon gebruik worden gemaakt van de ketelinstallatie van het Bellevue- complex, die er op is berekend ook de ruimten, die thans door Calypso in beslag worden genomen, te verwarmen. De theaterinstallatie kon dus op een groep van de verwar mingsinstallatie van Bellevue worden aangesloten. In deze leiding is een circulatiepomp ingebouwd, zodat met ver snelde circulatie kan worden gewerkt. De theaterinstallatie bestaat uit radiatoren, die dienen om de zaal aan te war men en die in alle bijruimten zijn geplaatst. Voorts uit een achter de inblaasventilator geplaatste heater. welke dient om zo nodig de in te blazen verse lucht te verwarmen. Wanneer de heater in bedrijf wordt gesteld, worden de zaal radiatoren afgesloten. De ventilatie in de zaal wordt bereikt door het inblazen van al dan niet verwarmde lucht voor in de zaal onder het podium, welke lucht wordt afgezogen in de koof langs de achterwand boven hel balcon, terwijl ook nog een klein gedeelte lucht wordt afgezogen bij het plafond voor in de zaal. Dit laatste om een rookgordijn voor het beeld te voorkomen, in Amsterdam wordt altijd nog stevig gedampt tijdens de voorstellingen tot nadeel van de atmosfeer en tot schade van het schilderwerk. Het werk is aangevangen op 23 Mei 1955; de bioscoop werd feestelijk geopend op 22 December van hetzelfde jaar, maar het duurde tot half Maart voordat de laatste arbeiders vertrokken waren. Wanneer bij voortduring vol doende vakbekwame arbeiders ter beschikking gestaan had de opening zeker een maand eerder kunnen plaats vinden. il

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 12