Handboek der Bioscooptechniek Reeds enige malen werd in deze kolommen gewag ge maakt van het Handboek der Bioscooptechniek, dat bij het Bestuur van de Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel in voorbereiding is. Daarbij is onder andere opgemerkt, dat er naar werd gestreefd het eerste van de twee delen, waaruit dit losbladige werk zal gaan bestaan, ultimo Juli van het lopende jaar te laten verschijnen. Helaas zijn tegenslagen, die zich bij de uitgifte van bijzondere boekwerken zo dikwijls voordoen, ook hier niet uitgebleven en is het onmogelijk gebleken zich nauwkeu rig te houden aan het uitgestippelde tijdschema. Daar echter intussen de eerste zeven hoofdstukken van deel I geheel gereed zijn gekomen en de afwerking van de nog resterende drie hoofdstukken van dit deel vermoede lijk nog ten minste twee maanden in beslag zal nemen, heeft het Stichtingsbestuur het juist geoordeeld binnenkort te laten beginnen met de verzending van het gereed zijnde gedeelte aan de voorintekenaars. Het Bestuur wilde deze bijzondere gebeurtenis op bio- scooptechnisch terrein evenwel niet geheel onopgemerkt laten passeren en het heeft daarom in een Bestuursver gadering, die plaats vond op Dinsdag 17 September, het Hoofdbestuur van de Bioscoop-Bond tot een bezoek uitge nodigd teneinde aan de Voorzitter van dat College, de heer Joh. Miedema, het eerste weliswaar nog onvolle dige exemplaar van deel I van het Handboek officieel te kunnen aanbieden. Ook de leden van de Redactiecom missie, zijnde de heren J. B. Berman, E. F. Henny, F. v. d. Heyden, R. de Vries en E. J. Weier, alsmede de samen steller van het boek, de heer D. C. van Reyendam waren aanwezig bij deze overdracht, die dus het verschijnen van het Handboek symboliseert. De Voorzitter van het Stichtingsbestuur, tevens Voor zitter van de Redactiecommissie, de heer W. F. Dubbelde- man, hield bij deze gelegenheid een kernachtige toespraak, waarbij hij er onder andere op wees, dat reeds jaren ge leden het plan was ontstaan om te zijner tijd op basis van de schriftelijke operateurscursus tot een technisch hand boek te geraken, welk handboek het gemis aan enigszins volledige vakliteratuur op bioscooptechnisch terrein in ons land zou moeten opheffen. Deze plannen hebben al- 38 De Voorzitter van het Stichtingsbestuur en van de Redactiecommissie overhandigt het eerste deel van het Handboek der Bioscooptechniek aan de Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema. Op de achtergrond de heer L. Groen (links) en de Bondsdirecteur, de heer J. G. Bosman. lengs een vastere vorm aangenomen en toen, nu ruim een jaar geleden, de bestuurderen zowel als de aan de cursus verbonden docenten meenden, dat met het schriftelijk on derwijs voldoende ervaring was opgedaan om de grote stap te kunnen ondernemen, werd overgegaan tot de samenstelling van een deskundige redactiecommissie voor de behandeling van de onderwerpen, cabinepractijk en brandbeveiligingsvoorschriften. De heer D. C. van Reyen- dam, publicist, werd bereid gevonden zich in nauw over leg met de Redactiecommissie te belasten met de samen stelling van de tekst. Al dadelijk bleek, dat de oorspronkelijke veronderstel ling dat de schriftelijke lessen na een gedeeltelijke bewer king tot een handboek gebundeld zouden kunnen worden, niet juist was geweest. Het Bestuur wilde namelijk een handboek en tevens naslagwerk tot stand zien gebracht, dat bovendien zijn diensten zou kunnen bewijzen bij het schriftelijk onderwijs in de toekomst. Deze drie eisen maakten het onvermijdelijk om, gezien de opzet en stijl van de cursus, thans de samenstelling van een geheel nieuw boekwerk ter hand te nemen. De Redactie commissie heeft er niet tegen op gezien om zich met dit moeilijlke en zeer omvangrijke werk te belasten. In de dertien redactievergaderingen, die tot dusverre zijn gehou den, in welke vergadering als het ware over ieder woord van de ontwerp-tekst hevig is gedebatteerd, zijn tot nu toe 324 folio pagina's tekst behandeld, welke hebben geresul teerd in de totstandkoming van de hoofdstukken 1 tot en met 7, in totaal omvattende 208 pagina's druk met niet minder dan 229 illustraties. Deze zeven hoofdstukken zijn te beschouwen als een afgerond geheel waarin vrijwel de gehele cabinepractijk wordt behandeld. De nog resterende drie hoofdstukken van het eerste deel zullen zijn gewijd aan storingen, aan de brandbeveiligingsvoorschriften en aan een gedetailleerde beschrijving van de verschillende handelsapparaten, welke op bioscooptechnisch gebied in Nederland worden gebruikt. De Voorzitter van het Stichtingsbestuur bracht ten slotte dank aan allen, die tot dusverre aan de samenstel ling van het Handboek hebben medegewerkt en hij sprak zijn bijzonder waardering uit voor de ambitie en grote toewijding, waarmede dit steeds is geschied. Ook ten op zichte van het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bio scoop-Bond richtte hij een bijzonder woord van erkente lijkheid voor de onmisbare medewerking, welke het op eerste aanvrage door middel van het beschikbaar stellen van een ruim crediet, heeft willen verlenen. Tenslotte dankte hij de secretaris van het Stichtingsbe stuur en van de Redactiecommissie, de heer L. Claassen, voor de bergen werk, welke zijnerzijds als algemeen redac teur zijn verzet om de uitvoering van het geheel mogelijk te maken. Na deze woorden bood hij de Bondsvoorzitter een exemplaar aan van het eerste gedeelte van het Handboek. Bij de beantwoording van de toespraak van de heer Dubbeldeman, deelde de Bondsvoorzitter mede grote waar dering te hebben voor het belangrijke werk, dat hier door het Stichtingsbestuur en de Redactiecommissie met haar medewerkers, onder leiding van de heer Dubbeldeman wordt verricht. Hij noemde het een uniek feit, dat vrijwel het voltallige Hoofdbestuur in eigen huis vandaag als gast door het Stichtingsbestuur is ontvangen en achtte het evenzeer een bijzonder feit, dat het reeds genoemde crediet, nodig voor de uitvoering van de plannen om een bioscooptechnisch handboek tot stand te brengen, dadelijk door het Hoofd bestuur is gevoteerd. Deze beslissing berustte evenwel op de wetenschap, dat een onderneming als de onderhavige bij het Stichtingsbestuur in goede handen was. Reeds bij een vluchtige beschouwing van het hem zojuist aangebo den eerste gedeelte van het handboek is gebleken, dat deze opvatting juist is geweest. Het zal ongetwijfeld ieders bewondering afdwingen, dat het Bestuur naast de omvang rijke werkzaamheden op het gebied van de eigenlijke vak opleiding, waarvan het zich in de ruim tienjarige periode van zijn bestaan op uiterst bekwame wijze heeft gekweten, ook deze zeer omvangrijke taak nog op zich heeft durven nemen en dat het er in is geslaagd reeds in betrekkelijk korte tijd te bewijzen, dat hier een zeer waardevol stuk werk tot stand wordt gebracht. De bij uitstek deskundige Redactiecommissie is er ongetwijfeld mede borg voor, dat ook het nog resterende gedeelte van het handboek aan de hoogste eisen zal voldoen. De Bondsvoorzitter dankte vervolgens namens het Hoofdbestuur alle medewerkenden voor de inspanningen, die zij zich zonder twijfel moeten getroosten om het bio scoopbedrijf met een technisch handboek te kunnen ver rijken. De waarde van dit unieke werk voor werkgevers zowel als voor werknemers zal uiteraard pas in de toe komst kunnen worden beoordeeld, doch het lijdt naar zijn mening geen twijfel, dat deze waarde zeker niet gering zal zijn. Hij wenste het Stichtingsbestuur tenslotte veel succes bij zijn verdere werkzaamheden en zegde toe, dat het te allen tijde op de volledige steun en medewerking van het Hoofdbestuur zal kunnen rekenen. Het officiële gedeelte van de bijeenkomst was hiermede ten einde en er volgde nu nog een ongedwongen samenzijn, waarbij de leden van het Hoofdbestuur zich onderhielden met de verschillende leden van het Stichtingsbestuur en van de Redactiecommissie. De Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, tijdens zijn antwoord speech, v.r.n.l. de heren J. B. Berman, E. F. Henny, R. Uges Jr,, A. F. Wolff, B. J. Schimmel, W. K. G. v. Royen, D. J. v. Leen, Joh. Miedema, J. G. J. Bosman, L. Groen, R. de Vries (gedeeltelijk zichtbaar), E. J. Weier, H. A. Fluyter, H. Zwart, G. H. Groene wegen en L. Claassen. Niet op de foto zichtbaar zijn de heren W. F. Dubbeldeman, D. Meenhorst, E. F. W. Trijssenaar, F. v. d. Heyden en D. C. v. Reyendam.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 40