Auteursrechten en „droits voisins"
Niet-professioncle filmexploitatie
Nieuwe technieken, filmhuren
en andere onderwerpen
aftreden van de lieer Xardel (Frankrijk) als zodanig,
ten aanzien waarvan de vergadering met algemene stem
men een beroep deed op de heer Xardel deze functie te
blijven vervullen; de benoeming van een administrateur
voor het Internationale Centrum voor Jeugdfilms, voor
welke functie de heer M. Villa (Italië) werd aangewezen,
en vooral het vraagstuk van de auteursrechten in het
algemeen en dat van de „droits voisins" in het bijzonder.
Dr. kern (Zwitserland), die de Unie vertegenwoordigd
had op hel van 21 tot 26 October j.1. te München gehou
den „Congres der Internationale Organisaties betrokken
bij de Verspreiding van Geesteswerken" (..Congres des
Organisations lnternationales intéressées a la Diffusion
des Oeuvres de 1'Esprit" of kortweg: C.I.D.E.) bracht
aan de vergadering verslag uit over deze bijeenkomst,
welke zich met twee verschillende onderwerpen had bezig
gehouden, namelijk met de ..auteursrechten" in bet alge
meen en de ..droits voisins" in het bijzonder.
Vooral met het oog op de diplomatieke conferentie,
welke in 1969 te Stockholm over de auteursrechten zal
worden gehouden, heeft de C.I.D.E. besloten een interna
tionale werkcommissie in het leven te roepen en de Unie
uitgenodigd daarin zitting te nemen. Dit voorstel werd
door de vergadering aanvaard, welke met algemene slem-
men Dr. Kern tot gedelegeerde van de l nie in bedoelde
werkcommissie benoemde. Eveneens werd de te München
genomen resolutie van de C.I.D.E. met algemene stemmen
onderstreept, welke luidde:
..Het Congres nodigt zijn leden met klem uit hun na
tionale organisaties aan te bevelen alles in hel werk Ie
stellen om in hun respectieve landen te geraken tol een
wettelijke regeling van het juridische statuut van de film.
in dier voege, dat, onder alle omstandigheden
1. de rechten welke noodzakelijk zijn voor de econo
mische exploitatie van de film geconcentreerd zijn
in de handen van de producent:
2. hel eventuele ..droit moral („vaderschapsrecht") niet
de exploitatie van de tot stand sekomen film mag
belemmeren.
Het Congres verlangt, dat met betrekking tot dit ern
stige probleem een nauwe samenwerking zal ontslaan
tussen zijn leden en de organisaties van filmproducenten.
Wat het hiervoor onder 1 vermelde punt betreft wil
het Congres geen uitspraak doen omtrent de kwestie van
het statuut, dat eventueel door de filmcomponisten zal
worden verkregen."
Vervolgens bracht Dr. Kern verslag uit van de ge-
dachlenw isseling in de Ie München gehouden bijeenkomst
van de C.I.D.E. over de kwestie van de zogenaamde
droits voisins" of ..nabuurrechten". Er circuleren bij
de onderscheiden regeringen verschillende ontwerpen
voor een internationale conventie, waaronder het door
de U.I.E.C. en de Internationale Federatie van Vereni
gingen van Filmproducenten verworpen ontwerp van het
Bureau International du Travail (een uitvoerig verslag
over deze situatie is in dit nummer onder de rubriek
..\ieuws uit het buitenland" opgenomen). Een door de
1 nesco en het Bureau van de Berner Conventie geïnspi
reerd ontwerp daarentegen bevat in artikel 6 de nadruk
kelijke vaststelling, dat geen enkele bepaling van dit
ontwerp kan worden uitgelegd als zijnde van toepassing
op het vermenigvuldigen of op welk gebruik (vertoning,
uitzending of anderszins) ook van films of andere visuele
of audiovisuele opnamen. Dr. Kern betoogde, dat hel
op liet ogenblik nog veel te vroeg is om een internationale
conventie inzake de droits voisins voor te bereiden, maar
dal hel toch niet uitgesloten is, dat in een min of meer
nabije toekomst het door de Unesco en het Bureau van
de Berner Conventie gepropageerde ontwerp door de ver
tegenwoordigers der onderscheiden regeringen op een
diplomatieke conferentie zal worden aanvaard en in dat
gi val zal men de handhaving van genoemd artikel 6 moe
ien bepleiten. De vergadering betuigde haar instemming
met dit standpunt en machtigde Dr. Kern met algemene
stemmen de Linie bij de desbetreffende bespreking inzake
de auteursrechten op internationaal niveau te vertegen
woordigen.
Een van de belangrijkste onderwerpen, welke op deze
vergadering aan de orde waren betrof het vaak op zeer
commerciële leest geschoeide ondernemen van het geven
van filmvoorstellingen door buiten het filmbedrijf staan
de instellingen en organisaties, die deze exploitatie uit
oefenen onder het mom van ,,niet-commerciëel welke
term daardoor een bedriegelijke betekenis heeft verkregen,
zoals van Nederlandse en Zwitserse zijde werd opgemerkt.
Tijdens de discussies stelde de heer M. Villa (Italië)
voor om in plaats van ..niel-commerciëel" liever de term
„niet-professioneel" te gebruiken. De vergadering besloot
de producenten en distributeurs in een resolutie te ver
zoeken de bedrijfsmatige filmexploitatie door een priori-
teitsrecht van vier jaar te beschermen. Deze resolutie
luidde:
De Internationale Unie van Bioscoopexploitanten, in
buitengewone ledenvergadering bijeen te Madrid op 5
en 6 November 1957, kennis genomen hebbende van de
door haar leden-verenigingen aangeboden rapporten om-
Irent de activiteit op het gebied van filmvertoningen
zonder onderscheid ten aanzien van formaat door
instellingen wier doel op ander gebied ligt
stelt vast, dat het aantal daarvan, hoewel vroeger
beperkt tot enige voorstellingen door gespecialiseerde
of culturele instellingen die daarmede geen winst
oogmerk hadden, enorm is toegenomen als gevolg van
de mogelijkheden die deze instellingen wordt ge
boden,
- dat, bijgevolg, hun activiteit in ernstige mate nadelig
is geworden voor de exploitaties wier bedrijf het is
filmvoorstellingen te geven en zelfs voor de filmpro
ductie, welker belang in economisch opzicht allereerst
is de beschikking te hebben over bioscopen wier po
sitie niet verzwakt is door de concurrentie van de
bedoelde instellingen,
machtigt haar President en haar Bureau om contact
op te nemen met de organisaties van producenten en
verhuurders teneinde te geraken tot een overeenkomsl
volgens hetwelk het niet is toegestaan films aan de
onderwerpelijke instellingen te verhuren dan vier
jaren na de eerste vertoning van deze films door de
bioscoopbedrijven.
De heer Val del Mar gaf een uiteenzetting van de
nieuwe kino-technische vindingen, welke thans worden
gepropageerd en wees op de moeilijkheden, welke hieruit