De Film in de Europese Integratie I
Oprichting van de Europese Economische Gemeenschap
De beginselen van de Gemeenschap
Steeds raker duikt de laatste intuinden in de inter
nationale filmvakpers het woord „filmintegratie" op,
steeds meer wordt er op gezinspeeld, dat het interna
tionale filmbedrijf met het ontstaan van de „Euromarkt"
in geheel nieuwe probleemvelden betrokken zul worden.
De bedrijfsorganisaties zowel als de werknemersorgani
saties op jilmgebied organiseren ter oriëntering run haar
leden voordrachten over deze onderwerpen. In Duitsland.
Frankrijk- en Italië worden steeds nauwer en veelvul-
diger contacten gelegd tussen de respectieve regeringen
en de vertegenwoordigers van de drie hoofdgroeperingen
van het filmbedrijf: productie, verhuur en exploitatie.
De regering van de Verenigde Staten zendt een der
meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van
het internationale filmwezen. John G. McCarthy. voor
malig vice-president van de Motion Picture Association
of America en van de Motion Picture Export Association.
uls gevolmachtigd minister naar Parijs om daar per
manent domicili te kiezen in verbund met de bespre
kingen, welke in het kader van de Organisatie voor de
Europese Economische Samenwerking plaats vinden. De
werkzaamheden van het Comité des Transactions Inuisi-
bles. een instelling van genoemde organisatie, hebben de
bijzondere belangstelling van de Internationale Unie van
Bioscoopexploitanten en van de Internationale Federatie
van Verenigingen van Filmproducenten, terwijl eerstge
noemde organisatie op haar van 5 tot 7 november j.l. te
Madrid gehouden buitengewone ledenvergadering beslo
ten heeft een commissie te benoemen ter bestudering
van de problemen rond de instelling van de ..Gemeen
schappelijke Markt". Kortom al deze ongewone nationale
en internationale activiteit wijst er op. dat er in een niet
al te verre toekomst iets bijzonders te gebeuren staat
of dut men dit althans verwacht met betrekking tot
de begrippen ..Euromarkt" en ..filmintegratie".
Wat is de „Euromarkt"? Waarom heeft zij de bij
zondere belangstelling van het internationale filmwezen?
Welke invloed zal zij kunnen uitoefenen op zijn toe
komstige ontwikkeling? Welke, vraagstukken zal zij voor
productie, distributie en exploitatie met zich brengen?
En niet op de laatste plaats: Voor welke bijzondere
problemen in sociaal, economisch en cultureel opzicht
zal zij op den duur de Overheid stellen met belrekking
tot haar tot dusver gevolgd en in de toekomst te volgen
beleid ter zake van de film
Al deze vragen zijn makkelijker te stellen dan te be
antwoorden, zo ze overigens elk al beantwoord zouden
kunnen worden. Daarom zullen wij ons, gedachtig het
oude adagium „In 't Verleden ligt het Heden, in het Nu
wat worden zal", voor een voorlopige gedachtenbepaling
er toe moeten beperken om in enige artikelen:
op de eerste plaats een beknopte uiteenzetting te geven
van doel en grondslagen van de Europese Economische
Gemeenschap, haar beleid en haar instellingen;
ten tweede een overzicht te geven van de onderschei
den pogingen, welke reeds ondernomen werden om tot
een integratie van het Europese filmwezen te geraken en
ten derde aan de hand van een situatieschets in hel
Lort enkele van de vraagstukken aan te duiden, waar
mede men bij een eventuele integratie geconfronteerd
zou kunnen worden.
Op 4 October j.l. aanvaardde de Tweede Kamer met
een overweldigende meerderheid van stemmen het wets
ontwerp tot goedkeuring van het Verdrag tot oprichting
van de Europese Economische Gemeen
schap (E. E. G.). waarmede, nu ook voor ons land.
een beslissende schrede gezet werd op de weg naar een
nieuwe ontwikkeling. Aangezien men ook in andere lan
den spoed heeft betracht bij de parlementaire behande
ling, zal de ratificatie van het Verdrag waarschijnlijk nog
vóór het einde van dit jaar haar beslag vinden, zodat het
per 1 Januari 1958 in werking kan treden. Over het voor
en tegen van de oprichting van een Europese Economische
Gemeenschap is in de economische en de dagbladpers
reeds zo uitvoerig gepolemiseerd, dat wij er ons hier toe
zullen beperken ter oriëntering van onze lezers een korte
samenvatting van het Verdrag voorzover althans voor
ihet internationale filmwezen van belang te geven.
I
In steeds bredere kringen is het besef gegroeid, dat een
nauwere economische aaneensluiting en een grotere een
heid van Europa door middel van integratie nodig is
om Europa materieel die grondslagen te geven, welke
het nodig heeft voor de zekerstelling van zijn onafhanke
lijkheid en zijn veiligheid en voor een nieuwe periode van
bloei. Erkend wordt bovendien, dat er tussen de politieke
en economische eenlheid en samenwerking een nauwe wis
selwerking bestaat en dat met name de politieke eenheid
alleen kan groeien, indien zij berust op een reële econo
mische belangengemeenschap. Evenzo wordt als conse
quentie van een zodanige economische integratie aan
vaard, dat deze economische belangengemeenschap ver
eist, dat de nationale staten bereid moeten zijn op be
paalde gebieden zekere bevoegdheden te geven aan ge
meenschappelijke organen, welke waken voor specifiek
gemeenschappelijke belangen.
Het doel van de Gemeenschap in welker oprichting
hel Verdrag voorziet - - is door het instellen van een
Gemeenschappelijke Markt (in de wande
ling kortweg ..Euromarkt" genoemd) en door het
geleidelijk nader tot elkaar brengen van het economische
beleid van de lid-staten de harmonische ontwikkeling van
de economische activiteit binnen de Gemeenschap te be
vorderen, alsook een gestadige en evenwichtige groei, een
grotere stabiliteit en een toenemende verbetering van de
levensstandaard in de Gemeenschap.
Deze doeleinden wil de Gemeenscha]) bereikten door
onder meer de volgende activiteiten:
a. de afschaffing tussen de lid-staten van de douane
rechten en de kwantitatieve beperkingen bij in- en
uitvoer van goederen, alsmede van alle overige maat
regelen van gelijke werking;
b. de invoering van een gemeenschappelijk douanetarief
en van een gemeenschappelijke handelspolitiek ten
opzichte van derde staten;
c. de verwijdering tussen de lid-staten van hinderpalen
voor het vrije verkeer van personen, dienisten en kapi
talen
d. het tot stand brengen van een gemeenschappelijk be
leid op het gebied van de landbouw
10