Duitsland Frankrijk Nieuwe aspecten Tan het vraagstuk der vermakelijkheidsbelasting Opheffing prqsstop entreebewijzen de eerste twee jaar reeds 2.000.000 verloren hebben. Hoe langer deze strijd duurt, zo meende hij. des te meer groeit de belangstelling en niet alleen in Scandinavië, maar in de hele wereld. ..Want het gaat hier niet langer om individuele koppigheid of zelfs maar om het principe. Het gaat hier om de heel wat belangrijker kwestie van de Amerikaanse filmhandelsethiek. waarbij uiteindelijk de vraag aan de orde gesteld wordt: Kan een markt, zelfs een zo kleine als de Deense, blijven bestaan en op den duur tot bloei komen zonder Amerikaanse attracties?" Hij wees er verder op, dat de Europese landen de gapingen, ontstaan door het terugtrekken van de Amerikaanse film. snel hebben opgevuld en dat daarbij inzonderheid de Duit se film grote vorderingen heeft gemaakt. Al is het niet uitgesloten, dat, zoals beweerd wordt, het bioscoopbezoek in Denemarken de laatste twee jaar met ongeveer 6.000.000 bezoeken is teruggelopen, men kan moeilijk bewijzen, dat dit uitsluitend te wijten is aan het terugtrekken van de Amerikaanse film, te meer daar de geheel op het publiek afgestemde Deense film nog aan populariteit wint. Het ziet er nog niet naar uit, dat de capitulatie van deze kleine groep van exploitanten het einde van het conflict dichterbij heeft gebracht. Integendeel, de partijen staan thans scherper dan ooit tegenover elkaar en de hiervoor omschreven tegenmaatregelen van de exploitantenorgani satie wijzen er veeleer op, dat men rekening houdt met een conflict van zeer lange duur. Op uitnodiging van het .,Wirtschaftverband der Film theater in Bayern". de Beierse afdeling van het ..Zentral- verband der deutschen Filmtheater" (de Duitse organisa tie der bioscoopexploitanten) hield Regierungsrat von Engel, een hoge functionaris van het Bondsministerie van Economische Zaken, te München een referaat over het onderwerp .,B e 1 a s t i n g v r a g e n van het Duit se f i 1 m b e d r ij f met betrekking tot de Europese Gemeenschappelijke Markt en de groei van de televisi e". Voor deze voordracht bestond niet alleen grote belangstelling van de zijde der exploitanten, zij werd ook bijgewoond door onderscheiden vertegenwoordigers van de Beierse regering. Regierungsrat von Engel gaf in zijn voortreffelijk opge bouwd referaat een overzicht van de huidige fiscale situa tie van het Duitse fimbedrijf en liet er daarbij geen twijfel over bestaan, dat de lot dusver gangbare algemene opvat tingen van de hogere en lagere overheid met betrekking tot de belastingvraagstukken van het Duitse filmbedrijf als verouderd moeten worden beschouwd. Hij wees op de discrepantie tussen de opvattingen van filmbedrijf en regering met betrekking tot omvang en noodzaak van de op dit bedrijf drukkende fiscale lasten en ging uitvoerig na. welke weg de fiscus na de oorlog had afgelegd, een weg welke in geen geval gericht was op enige bestedings beperking. Het in de grondwet van de Bondsrepubliek verankerde feit, dat de vermakelijkheidsbelasting een gemeentelijke belasting is, maakt de hoogst noodzakelijke unificatie van deze belasting tot een uiterst zware taak. Een unificatie van boven af, dat wil zeggen van de kant van de Bonds regering, zou alleen door wijziging van de grondwet mogelijk zijn. een maatregel, welke het Bondsministerie van Financiën alleen daarom al niet prettig zou vinden, omdat de landen en gemeenten dan onmiddellijk met compsnsatie-eisen voor de dag zouden komen, hoewel de vermakelijkheidsbelastingopbrengst slechts enkele percen ten van hun totale budget bedraagt. Deze zozeer nodige en gewenste unificatie van de vermakelijkheidsbelastinghef- fingen kan dus slechts door het onderlinge overleg der deellanden trapsgewijs worden bereikt, waarbij de Bonds regering zich als richtpunt een heffing van 15 voor ogen stelt. Hel reeds plaats gevonden hebbende overleg heeft er inmiddels toe geleid, dat zich onder de Duitse deel landen thans drie groepen met uniforme vermakelijkheids- belaslingheffingen hebben gevormd, welke variëren tussen de 15 en 25 Een wijziging van deze verhoudingen kan slechts met succes worden nagestreefd, indien zich bij dit vraagstuk nieuwe aspecten voordoen, en Regierungsrat von Engel achtte deze inderdaad aanwezig in de groeiende ontwik keling van de televisie (die notabene met overheids geld onbelast het zwaar belaste filmbedrijf kan becon curreren) en de oprichting" van de Europese Ge meenschappelijke Markt. Men kan moeilijk bestrijden, dat men met betrekking tot deze beslissende factoren de tot dusver gangbare opvattingen inzake de vermakelijkheidsbelastingheffing van de film niet langer kan handhaven. Tot zover de heer von Engel. Dat deze opvattingen ook onder de afgevaardigden van de Bondsdag veld winnen, blijkt uit een enquête, welke hel Berlijnse tijdschrift ..Filmblatter" kort geleden bij de nieuw gekozen of herkozen leidende Bondsdagafgevaar digden der drie grote politieke partijen heeft ingesteld. Onder deze afgevaardigden, die uiteraard hun mening te kennen gaven onder het nadrukkelijke voorbehoud, dat ze deze enquête beantwoordden als particulier persoon en niet als partijlid of afgevaardigde, bleek een opmerke lijke eenheid van opvatting te bestaan op het punt van de fiscale belasting van het filmbedrijf: ..Bei Nachprüfung durch den gesunden Menschenverstand", zo luidde het antwoord kort en bondig, ..ist die Vergnügungssteuer als zeilfremd und wieder die Steuermoral erkannt". In elk geval blijkt uit de ..particuliere" meningsuitingen van deze volksvertegenwoordigers in de Bondsdag, dat de op vattingen zich ook in overheidskringen wijzigen, wat dus zeggen wil, dat de onophoudelijke protesten van het Duitse filmbedrijf tegen de fiscale discriminatie van de film, gehoor beginnen te vinden, wat vooral met betrekking tot de komende onderhandelingen over het Europese film bedrijf op de basis van de Gemeenschappelijke Markt van veel belang is. Men zal zich in dit verband herinneren, dat het vorige jaar op grond van de concurrentie van de televisie de vermakelijkheidsbelasting op filmvertoningen in de Ver enigde Staten practisch geheel is opgeheven. De entreeprijzen van de Franse bioscopen waren tot dusver geblokkeerd, niet bij wijze van speciale maatregel, maar bij een in 1952 aangenomen wet, waarbij alle prijzen in Frankrijk geblokkeerd werden. Men sprak in dit ver band spottend van de ..Affaire Cinéma-Cochon", omdat de prijzen van varkensvlees verhoogd werden, maar daaren tegen bij wijze van politieke propagandastunt de goed koopste entreeprijzen der bioscopen zelfs iets verlaagd 21

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 23