Bezoekers en recettes
Verdeling der bioscooprecettes naar het land van
oorsprong der hoofdfilms
moesten worden. Door de sterk gestegen exploitatiekosten
kwamen inmiddels vele exploitanten in moeilijkheden,
aangezien zij tengevolge van de algemene prijsstop hun
entreeprijzen niet mochten verhogen. De Fédération Na
tionale des Cinémas Francais, de Franse organisatie dei-
Het merkwaardige is. dat deze stijging van het bioscoop
bezoek parallel liep met een enorme uitbreiding van het
aantal televisie-ontvangers. Op 31 Juli 1955 waren er
in Frankrijk 21 1.000 televisietoestellen en op 31 Juli
1957 meer dan 606.000.
Bezoek
Rruto-recettes
Gemiddelde
entreeprijs
in frs.
Jaar
in mil-
lioenen
stijging resp.
terugloop t.o.v.
het vorige jaar
in <fi
in mil-
lioenen
frs.
stijging resp.
terugloop t.o.v.
het vorige jaar
1952
1953
1954
1955
1956
356
369
383
394
410
4,3
3,6
3,8
2,9
4,1
38.400
41.600
45.500
48.200
50.800
15,3
8,3
9,4
5,9
5,4
108
113
119
122
124
bioscoopexploitanten, had er herhaaldelijk bij de regering
op aangedrongen om de mogelijkheid open te stellen de
entreeprijzen der bioscopen te herzien. Haar dringende
verzoeken hebben tenslotte tot gevolg gehad, dat de Minis
ters van Financiën en Economische Zaken zich persoon
lijk op de hoogte hebben gesteld van de situatie in het
bioscoopbedrijf met als resultaat, dat de prefecten van
de departementen die onder meer belast zijn met het
toezicht op de prijzen bij ministerieel besluit van 6
October 1957 gemachtigd werden wijzigingen in de entree
prijzen der bioscopen toe te staan. De lagere netto
entreeprijzen mogen zonder toestemming tot 120 frs. wor
den verhoogd, de netto-entreeprijzen boven de 120 frs.
mogen slechts worden verhoogd met toestemming van de
prefectuur, maar de entreeprijzen van de zogenaamde
..salles d'exclusivité" (de Parijse „voor-priemièretheaters"
aan de boulevards, welker laagste entreeprijs in de regel
250 frs. bedraagt) en de premièrebioscopen (salles de
première vision) worden geheel vrij gelaten.
Begrijpelijkerwijze hebben de Franse exploitanten deze
liberalisatie met vreugde begroet, daar het bioscoopbe
zoek zich de laatste jaren niet ongunstig ontwikkeld heeft,
zoals uit bovenstaand overzicht blijkt. Het bezoekcijfer
Op 31 December 1956 telde Frankrijk 5.756 in bedrijf
zijnde normaalfilmexploitaties met in totaal 2.745.911
zitplaatsen. De gemiddelde capaciteit bedroeg 477 zetels
per bioscoop. Bij een bevolking van 43,5 millioen waren
er dus per 1.000 inwoners 63 plaatsen beschikbaar, terwijl
het bioscoopbezoek per bevolkingshoofd gemiddeld 9,4
bezoeken per jaar bedroeg. Verder waren er op dit tijdstip
3.278 smalfilmexploitaties, dat wil zeggen zowel perma
nente smalfilmtheaters als zalen van reisbioscopen, in
bedrijf.
Aan de modernisering van het bioscooppark werd in
1956 in totaal 3.815 millioen frs. (ƒ34.430.000.—) be
steed, waarvan 2.883 millioen frs. (ƒ26.019.000.—) uit
het staatshulpfonds voor het filmbedrijf werd ontvangen,
tegen respectievelijk 2.513 millioen frs. (ƒ22.680.000.
en 1.624 millioen frs. (ƒ14.656.000.—) in 1955.
Dat de Franse exploitanten in staat zijn een gesloten
front te vormen, bewezen zij enige tijd geleden, toen men
van Amerikaanse zijde een poging ondernam de maximale
filmhuurgrens te verhogen. De in Frankrijk wettelijk
vastgestelde auteursprijs varieert van 20 tot 50 maar
mag dit laatste percentage niet overschrijden. Voor de
Jaar
In percentages van de totale bruto-recettes
Fr.
U.S.A.
Italië
G.-B.
Dui.
Overige
landen
1955
1956
48,07
48,20
34,24
33,97
8,55
7,31
3.26
3.82
2,48
2,88
3,40
3.82
van het eerste trimester van 1957 was het hoogste sederl
1948 en dat van het tweede trimester van dit jaar hel
hoogste sedert 1947. zodat de exploitatie redelijkerwijze
een verdere stijging van het bioscoopbezoek in 1957 ten
opzichte van het voorafgaande jaar mag verwachten.
film „Oorlog en vrede" en zes verdere ..speciale" films
vroegen de Amerikanen evenwel 70 filmhuur, dat wil
zeggen 50 filmhuur plus 20 voor extra reclame
kosten". De bioscoopexploitanten, gesteund door de orga
nisatie der filmproducenten, handhaafden het standpunt
2a