De filmvoorstelling is een levensschool
Cabine
Excerpt uit een belangwekkende encycliek
Overzicht van zaal en
toneel
ruisloos beloopbaar. In beneden- en bovenfoyer is de
vloerbedekking geheel overeenkomstig het tapijt in de
zaal en vormt hiermede één geheel. De wanden van beide
foyers zijn op decoratieve wijze bekleed, afwisselend van
zwart tot groen als hoofdtint. De meubilering is zachtgeel-
en muisgrijskleurig. De garderobe- en buffetbetimmering,
de deuren en de overige betimmeringen e.d. zijn in teak
hout uitgevoerd. De verlichting van de foyers is direct en
ook hier zijn de ornamenten speciaal voor dit doel ont
worpen.
Rest nog te vermelden, dat in de filmcabine, welke
boven de bovenfoyer is geprojecteerd met een opper
vlakte van ca. 60 m2, de nieuwste Philipsapparaten zijn
opgesteld. Voorts bevinden zich op deze verdieping nog de
bijcabine, het directiekantoor, de personeelskamers e.d.
De bebouwde oppervlakte bedraagt ca. 1150 m- en de
inhoud van het complex ca 12000 ms. Adviezen werden
verstrekt door het Lichttechnisch Adviesbureau J. M. Stie-
nen, te Eindhoven, en inzake warmte en ventilatie door het
Adviesbureau J. H. van Rossum, te Hilversum.
J. VAN DER PULL, architect.
In aansluiting op zijn toespraken aan de vertegenwoor
digers van de Italiaanse filmindustrie op 21 Juni 1955 en
de Internationale Unie van Bioscoopexploitanten op 28
October 1955 (zie „Film" Oct./Nov. 1955 en Februari/
Maart 1957) heeft Zijne Heiligheid Paus Pius XII een
uitvoerige encycliek 1) (zendbrief) gewijd aan de functie
van film, radio en televisie als audiovisuele communi
catiemiddelen.
In dit document, dat de titel draagt „Miranda prorsus"
(waarlijk bewonderenswaardig) men pleegt encyclieken
met hun beginwoorden aan te duiden prijst Z.H. de
„waarlijk wonderbaarlijke technische uitvindingen, die de
trots vormen van de mensen van onze eeuw" en inzonder
heid de film, de radio en de televisie, welke de massa zelf
bereiken en daaraan met het grootste gemak allerlei infor
matie, ideeën en wetenschap mededelen, „waarmede de
massa zich, ook in tijden van rust en ontspanning, als met
voedsel voor de geest voedt". De Paus herinnert er onder
meer aan, dat hij in de loop van zijn pontificaat „met
graagte" audiëntie verleend heeft aan hen die, ieder in
zijn eigen functie, behoren tot de wereld van de film,
radio of televisie en dat hij bij die gelegenheden „na zijn
bewondering te hebben uitgesproken voor de in deze
kunstvormen en door deze kunstenaars gemaakte vorde
ringen, ieder van hen op de eigen plichten heeft gewezen
en tevens op de grote verdiensten die zij hebben behaald,
op de gevaren waarin zij gemakkelijk kunnen vallen, en
op het verheven ideaal, dat hun geest moet verlichten en
hun wil moet leiden".
Weldoende instrumenten
Alvorens in te gaan op de afzonderlijke problemen,
welke Z.H. met betrekking tot film, radio en televisie wil
11