„Thal-Pain-in-Spain" De Motion Picture Export Association bleek niet bereid deze voorwaarde te accepteren en besloot een embargo te leggen op alle filmleveranties van haar leden aan Spanje. Het tijdstip voor een dergelijke boycot was wel zeer slecht gekozen, namelijk op het ogenblik, waarop de Spaanse Overheid door haar reorganisatie van het film wezen en door de aankondiging van nieuwe steunmaat regelen duidelijk liet blijken, dat het haar volkomen ernst was met haar streven naar een uitbreiding van de binnen landse markt als amortisatiebasis voor een groeiende nationale filmindustrie en dat zij bereid was daarmede zover te gaan als de nationale economie maar zou toe laten. Maar de M.P.E.A. verkeerde op dat ogenblik in een boycot-psychose enkele weken van te voren had zij een embargo gelegd op de Deense leveranties en ver trouwde geheel op de populariteit van de Amerikaanse film om de Spaanse Overheid door middel van de bio scoopexploitatie tot toegeven te bewegen. En al hield de M. P. E. A. misschien wel wat te weinig rekening met het feit, dat boycot een tweesnijdend zwaard is, zij kon toch op dat tijdstip niet vermoeden dat dit conflict op een voor haar bijna pijnlijke wijze zou demonstreren, dat zich in het internationale filmwezen geleidelijke, maar onmis kenbare veranderingen voltrekken. Terecht stelde de M.P.E.A. dat de bij haar aangesloten filmproductiemaat schappijen een even grote als onontbeerlijke bijdrage leveren aan het wereldfilmprogramma, maar zij realiseer de zich niet, of althans niet voldoende, dat Hollywood niet langer een magnetische pool is waarop de naald van het internationale filmcompas zonder afwijking gericht moet blijven om een goede koers te kunnen varen. Want volgens de berichten in de Amerikaanse filmvak- pers is nu, dat wil zeggen na een filmboycot van dertig maanden, wel duidelijk gebleken, dat de verwachting dat de afwezigheid van de Amerikaanse films van de Spaanse markt zou resulteren in een terugloop van het bioscoop bezoek niet in vervulling is gegaan. Integendeel, sommige bladen (onder meer de Motion Picture Herald) zijn van mening, dat het Spaanse bioscooppubliek gewend is geraakt aan het Europees product met als gevolg, dat de Amerikaanse films haar lange tijd gehandhaafde domine rende positie wel eens zouden kunnen verliezen. Andere bladen wijzen erop, dat vele Spaanse exploitanten ont dekt hebben, dat met het de laatste jaren sterk gestegen Europese product goede zaken te doen zijn. Overigens is de Spaanse markt niet geheel verstoken gebleven van Amerikaanse films, want het tegen Spanje gerichte embargo was geenszins volledig, omdat het uiter aard alleen gold voor de bij de M.P.E.A. aangesloten maatschappijen, wat dus zeggen wil, dat vele onafhan kelijke Amerikaanse producenten maar ook Disney, United Artists en Republic die onlangs uit de M.P.E.A. zijn getreden wel films leverden via onafhankelijke Spaanse distributeurs. Een andere factor, welke bij dit conflict een rol speelde, zijn de grote verschuivingen in Hollywoods productiebasis gedurende het laatste decen nium. De meeste major companies treden tegenwoordig namelijk veeleer op als financier van onafhankelijke producties - waarvan zij de werelddistributierechten verwerven - - dan zelf grote en kostbare productiepro gramma's uit te voeren. Vele van deze onafhankelijke pro ducenten die door de major companies distribueren heb ben in hun overeenkomsten de bepaling, dat, ingeval de distributeur na twee jaar in gebreke is gebleven de film in een bepaald gebied uit te brengen, de rechten voor dit gebiedsdeel naar de producent terugkeren. En volgens „Variety" waren er aanwijzingen, dat onderscheiden van deze onafhankelijke producenten hun rechten be gonnen op te eisen. Bovendien werd de M.P.E.A. in November j.1. ge alarmeerd door het bericht, dat R.K.O. die enige tijd geleden weer eens in andere handen is overgegaan zijn Spaans filiaal met achttien nog niet in Spanje uitgebrach te films verkocht had aan een Spaanse filmverhuurder. Dit bericht kwam, kort nadat de M.P.E.A. geweigerd had in te gaan op een door onderscheiden geledingen van het Spaanse filmbedrijf voorbereide mogelijkheid om tot een schikking te geraken, als een pijnlijke verrassing. Het be tekende immers niet alleen een grote bres in haar blok kade, maar was ook een duidelijke indicatie, dat het „eenheidsfront" in feite maar een illusie is. Het is begrij pelijk dat haar leden in spoedvergadering bijeenkwamen en dat naar aanleiding daarvan een communiqué werd uitgegeven, waarin vastgesteld werd dat de leden van de M.P.E.A. „eensgezind" bij hun boycotbesluit volhardden, maar R.K.O. heeft zelf nimmer mededeling gedaan, dat de verkoop ongedaan is gemaakt. Deze voor alle partijen ongewenste situatie waaraan de Amerikaanse vakbladen soms spottend refereerden als „that-Pain-in-Spain" heeft verder het gevolg gehad, dat het onafhankelijke Spaanse filmverhuurdersbedrij f zich in enkele jaren sterk heeft kunnen ontwikkelen. De Grupo de Distribucion telt thans niet minder dan 136 leden en bij de in Januari j.1. gehouden bestuursverkiezing werd voor de eerste maal een bestuur gekozen, waarin de Ame rikaanse belangen niet meer domineerden. De eerder vermelde verklaring van de Minister van Voorlichting, afgelegd in het derde jaar van een vruchte loze boycot, moet de Amerikanen wel weinig hoop gelaten hebben op een spoedige oplossing van het conflict. Hun positie werd verder bemoeilijkt door het ontbreken van „officiële" handelsbetrekkingen tussen Spanje en de Ver enigde Staten, zodat alle onderhandelingen op privaat rechtelijk niveau plaats moesten vinden. Het was hun overigens bekend, dat de Spaanse Overheid er naar streeft om de verbindingen van het Spaanse filmbedrijf met Frankrijk, Italië en Duitsland te versterken om op deze wijze dat wil zeggen door co-productie en uitwisseling het Spaanse product geleidelijk op de Euromarkt in gang te doen vinden, zodat de Overheid een „vrijwillige beperking" van de Amerikaanse filminvoer in het kader van deze politiek juist goed gelegen kwam. In verband hiermede berichtte „V a r i e t y" enige tijd geleden zelfs dat het hoofdkwartier van de M.P.E.A. zich beraden zou hebben over de vraag of het niet aan te be velen zou zijn de Spaanse distributiekantoren van haar leden te sluiten en de film via onafhankelijke verhuurders te distribueren. Inderdaad zou de blokkade hierdoor op geheven zijn, maar de M.P.E.A. was er zich wel van be wust, dat, indien de distributiekantoren eenmaal zouden zijn opgeheven, het later niet meer mogelijk zou zijn ze opnieuw te openen. Er is namelijk in 1940 een wet tot stand gekomen, volgens welke buitenlands kapitaal uitsluitend mag investeren in Spaanse ondernemingen en tot een limiet van 25 De M.P.E.A. heeft ten slotte maar besloten haar vruchteloos embargo op te heffen en door deelneming aan het Festival van San Sebastian de weg te openen voor nieuwe onderhandelingen. 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 23