Onderhoud projectieschermen Bij projectieschermen met gerichte reflectie moet dan ook van geval tot geval zorgvuldig worden nagegaan welke belichtingssterkte de juiste is om de bijzondere eigenschappen van het scherm ten dienste van het publiek volledig uit te buiten. Nu uit het vorenstaande wel is gebleken, dat het pro jectiescherm heden ten dage niet langer een min of meer wit doek is, dat men ergens ophangt of neerzet, maar dat integendeel het scherm een belangrijk onderdeel van liet optische systeem vormt, waaraan grote zorg moet worden besteed om ook het overige gedeelte van de technische installatie tot zijn recht te laten komen, lijkt het ons nuttig in het kader van deze publicatie ook nog even stil te staan bij het onderhoud van projectieschermen. Projectiedoeken worden door allerlei oorzaken geleide lijk vuil met als gevolg, dat het reflectievermogen af neemt. In de ene bioscoop zal het doek eerder toe zijn aan een schoonmaakbeurt of aan vervanging dan in de andere, afhankelijk van de soort doek; van de vraag, of in de bio scoop al dan niet gerookt mag wordenof het een bio scoop betreft in een fabrieksstad met veel verontreinigin gen in de lucht, enz. enz. Voorts zullen bijvoorbeeld plastic schermen sneller verkleuren dan schermen bestaande uit linnen of een andere textiel weefsel. Ook kan het gebeuren, dat men het scherm eerder heeft behandeld met verf, welke loodwit bevatte, hetgeen ertoe zal leiden, dat het aldus behandelde oppervlak eerder bruinachtig zal verkleuren dan anders. Deze verkleuring wordt dan namelijk veroorzaakt door de inwerking van zwavelbestanddelen, die speciaal in de steden, bijna steeds in de lucht aanwezig zijn. Vandaar, dat bij het opnieuw schilderen van diffuse schermen bij voorkeur geen loodwit toegepast moet worden. Magnesiumcarbonaat en titaanwit zijn de aangewezen kleurstoffen om een helder dof-wit oppervlak te verkrijgen. Bij geluidsdoeken zullen na verloop van tijd de per foraties van het scherm min of meer verstopt raken, het geen de geluidskwaliteit nadelig beïnvloedt. Zou men in dat geval het scherm eerst aan de voorzijde gaan schoon maken, dan is de kans groot, dat door het stof en even tuele andere ongerechtigheden, die zich in de perforaties hebben opgehoopt, strepen op het doek ontstaan. Vandaar. dat bij een schoonmaakbeurt het doek eerst aan de achter zijde behandeld moet worden, liefst met een goede stof zuiger, waarmede het stof en dergelijke uit de perforatie gaatjes wordt verwijderd. Pas daarna kan de voorzijde met een zachte schone borstel worden afgenomen. Deze borstel moet vooral zacht zijn en het is van belang hem voor geen ander doel te gebruiken. Uiteraard moet er steeds voor worden gewaakt, dat geen strepen, krassen of andere beschadigingen aan het scherm worden veroorzaakt. Maakt men gebruik van een gewoon linnen scherm, hetgeen heden ten dage echter niet dikwijls meer het geval zal zijn, dan kan men dit eenvoudig wassen of laten wassen, doch bij diffuse geschilderde texlielschermen is het niet bepaald simpel om zelf een nieuwe verflaag aan te brengen. Men kan practisch alleen een behoorlijk resultaat ver krijgen wanneer de nieuwe verflaag wordt opgespoten en dit spuitwerk moet zeer regelmatig geschieden om niet een zogenaamd „bewolkt" doek te krijgen. De behandeling van een gemetalliseerd scherm levert nog belangrijk gro tere moeilijkheden op en het is daarom beter dergelijk werk aan een specialist over te laten. Het spreekt wel van zelf, dat dit voor geprofileerde doeken in nog sterkere mate geld en bij deze laatste doeksoorten zal dus het onderhoud uitsluitend bestaan in het regelmatig stofvrij maken van het scherm. Om stof, dat nu eenmaal allerwege aanwezig is zo min mogelijk gelegenheid te geven zich op of in het weefsel van het doek vast te zetten, dient ervoor te worden gezorgd, dat wanneer er bijvoorbeeld in de zaal wordt gewerkt, steeds het voordoek is gesloten en dat voorts de toneel- of andere ruimte achter het doek voortdurend stofvrij wordt gehouden. Ook is het van belang erop toe te zien, dat het niet mogelijk is, dat het door ramen, openstaande deuren en Oezichl op de achterzijde van een groot projecLiescnerm, De drie laiaspreher-comuinalies dienen voor meerkanalige geluidsweergave. 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 28