CinemaScope Normaal -II I I na enige tijd in de looprichting kleine barstjes gaan ver tonen, welke barstjes snel overgaan in scheurtjes, waarna er nog maar weinig voor nodig is om de perforatie zodanig in te scheuren, dat de copie onbruikbaar wordt. Deze uitspraak lijkt ons tamelijk plausibel indien men bedenkt, dat het aangrijpingsvlak van de tanden op de perforatie- rand met circa 25 wordt verkleind, waardoor de vrije ruimte naast de tanden, ook al is deze slechts zeer gering, aan extra spanningen komt bloot te staan en dus gemak kelijk in de hoeken zal inscheuren. Overigens is in hetzelfde blad de opvatting van de heer Mitchell reeds bestreden onder andere met de opmerking, dat het (in de USA) nogal eens is voorgekomen, dat men de tanden van de normale transportrollen zelf met kunst en vliegwerk verkleinde, hetgeen inderdaad zeer gemak kelijk tot perforatiebeschadiging kan voeren, omdat hier nu eenmaal sprake is van precisiewerk, dat alleen door daarvoor ingerichte fabrieken met kans op succes uitge voerd kan worden. Men wijst de opvatting van de heer Mitchell evenwel niet geheel van de hand en deze houdt in zijn antwoord voet bij stuk. Verder maakt hij van de gelegenheid gebruik een heftige aanval te doen op de verkleinde perforatie als zodanig. Hij is van oordeel, dat er voor deze ingreep geen enkele werkelijke noodzaak is, omdat men wanneer het alleen om ruimtewinst gaat, veel beter het beeld iets smaller had kunnen houden. Bij de projectie zou dit geen noemenswaard verschil in beeldbreedte opleveren en men was dan niet gedwongen geweest andere transportrollen met toebehoren aan te schaffen. Ook met deze opvatting zijn wij het eens. Zeker zou men het ook met de genormaliseerde perforatie hebben kunnen stellen zonder het beeldformaat geweld aan te doen en bij de combiprints had men dan bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van het SuperScope-formaat (18,2 x 18,2 mm), waardoor het evenmin nodig zou zijn geweest het optische geluidsspoor tot de helft te versmallen. Ook de beeldverhouding van het SuperScope-formaat. zijnde 1 2 kan slechts gunstig worden genoemd en het verbaast vele insiders nog steeds, dat dit in alle opzichten aantrekke lijke formaat, dat bovendien vele mogelijkheden biedt r;l.6S*i r.1.98* Vergelijking van de normale jilmperforatie met de verkleinde per foratie welke men aantreft in Cinemascope film met magnetische geluidsregistratie en in de zgn. Combiprints (optisch èn magnetisch geluid). voor wat betreft de geluidsregistratie, tot nu toe zo weinig opgang heeft gemaakt. Keren wij na deze afdwaling nog even terug tot de beschadigingskansen bij gebruik van kleine tanding en films met normale perforatie, dan kunnen wij degenen, die onder deze omstandigheden werken slechts aanraden het kostbare materiaal zorgvuldig in het oog te houden en het begin van de beschadigingen als bovenbedoeld onverwijld te rapporteren. Bedacht dient hier te worden, dat de afwijkende transportrollen als regel voornamelijk in gebruik zijn bij grotere bioscopen, die meestal met nieuw materiaal werken en het zou ernstig te betreuren zijn, indien na verloop van tijd zou blijken, dat reeds bij de nieuwe copieën de grondslag werd gelegd voor in de navertoningen voortschrijdende perforatiebeschadiging. Wanneer het inderdaad zou gaan om een verkorting van de levensduur der copieën met 20 dan is de stelregel: ..voorkomen is beter dan genezen" ook hier weer op zijn plaats en verdient het aanbeveling de transportrollen met smalle tanding alleen te gebruiken in weken, waarin films met verkleinde perforatie vertoond moeten worden. Kmidden film '«-midden beeld midden film t-----0,96 U-midden beeld .4. Superscope formaat met optisch geluid (let op de grote hoeveelheid vrije ruimte tussen beeld en per foratie). B. Cinemascope formaat met 4 sporen magnetisch geluid. C. "Combiprint" voorzien van op tisch zowel als magnetisch geluid. 48

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 48