Opdracht en ontwerp
Hal en zaalruimte
De golvende zaulvloer
garandeert de toe
schouwers een onbe
lemmerd zicht op de
projectiewund.
Het snelgroeiende Eindhoven kampt reeds vele jaren
met een tekort aan theater- en bioscoopruimte. De ge
weldige ontwikkeling en uitbreiding van ondernemingen
als Philips en de DAF, brachten op de eerste plaats pro
blemen mee van huisvesting van de in deze ondernemin
gen werkzamen en daarnaast problemen van een gezonde
ontspanning na volbrachte dagtaak.
Het spreekt vanzelf, dat de opleidingsmogelijkheden
mét de bevolkingstoename gelijke tred moeten houden
en derhalve scholenbouw enz. niet verwaarloosd mag
worden.
Iedere stad en ieder dorp, ja ook de kleinste neder
zetting heeft een centrum en van tijd tot tijd wordt dit
centrum ook door de bewoners van de buitenwijken be
zocht. Men bezoekt bij voorkeur ontspanningsgelegen-
heden in het centrum, niet omdat het hier gebodene beter
is of van hogere culturele waarde, maar omdat men
dan meer het gevoel heeft er midden in te zijn, er bij te
horen en niet aan de zelfkant van stad of dorp te ver
toeven.
Het was van de eigenaresse van het voormalige City
Theater, de N.V. City Theater, dan ook een goede ge
dachte, in het centrum van Eindhoven, in de onmiddel
lijke nabijheid van het moderne spoorwegstation, een
bioscoopruimte te bouwen, waarin ongeveer 1200 be
zoekers een plaats zouden kunnen vinden.
De mogelijkheid tot aankoop van een terrein was er,
hoewel de afmetingen eigenlijk te ongelijk waren en de
oppervlakte te klein.
Niettegenstaande deze moeilijkheden kreeg onderge
tekende van de bouwheer opdracht een schetsplan te ont
werpen, nadat de diverse eisen waren vastgelegd. Het kon
niet anders of de voorgevel met hoofdingangen zou aan
de Dommelstraat geprojecteerd worden, al was de be
trekkelijk geringe breedte van deze straat een handicap.
Dit eerste ontwerp kon opdrachtgever noch ontwerper
bevallen en het bleek dan ook, dat het beschikbare ter
rein geen afdoende oplossing mogelijk maakte, daar de
breedte van het voorfront veel te klein was ten opzichte
van de beschikbare terreindiepte.
Na moeizame onderhandelingen kon het belendende
terrein worden aangekocht, waardoor de beschikbare
breedte aan de Dommelstraat plm. 32 meter zou worden
en de terreindiepte ruim 43 meter.
Hoewel aan de rechterzijde tussen het belendende per
ceel en de voorgenomen bouw een vrije doorgang van
3.50 meter werd geëist, was toch het overblijvende ge
deelte ruim genoeg, om de wensen van de opdrachtgever
te vervullen.
Wat waren de wensen van de opdrachtgever? Op de
eerste plaats een zaalruimte met ongeveer 800 ruime zit
plaatsen en een balconruimte met 400 nog ruimere zit
plaatsen. Vooral op „ruime zitplaatsen" werd de nadruk
gelegd. Voor de zaalruimte werd als diepte der stoelen-
rijen aangenomen 80 cm en voor het balcon 100 cm,
hetgeen heel wat ruimer is dan in vele andere bioscopen
in den lande.
De terreinvorm bracht mee, dat voor de plattegrond
de waaiervorm werd gekozen, hetgeen niet alleen het
zicht op het filmbeeld ten goede kwam, maar ook de
zaalvorm gunstig beïnvloedde. Immers door deze waaier-
vorm werd de positie van alle zitplaatsen met betrekking
tot het filmbeeld gunstig.
Ook met betrekking tot het verlaten en ontruimen van
het gebouw heeft deze waaiervorm voordelen. Bij volle
bezetting is het een kwestie van zes minuten tussen de
eerste en laatste vertrekkende bezoeker.
Niet enkel voordelen, maar ook nadelen en moeilijk
heden bracht deze waaiervorm mee. De toegangshal
moest wel ruim zijn, maar kon toch niet over de volle
8
n