Een hoopvol begin
Het verloop ran het eerste cursusjaar filmvak-
opleiding wekt goede verwachtingen
Algemeen overzicht
j-[et eerste leerjaar van de in de vorige herfst door het
Nederlands Filminstituut gestarte eerste filmvakopleiding
in Nederland werd op Maandag 23 Maart j.1. afgesloten
met de uitreiking aan de cursisten van de cijfers, door
hen in de onderscheiden leervakken behaald. Voorzover
al niet reeds werkzaam in het filmbedrijf, zal een aantal
van deze cursisten in de periode April tot September met
de practijk van de filmproductie kennis maken, omdat
hun werkzaamheid in een der onderdelen van liet pro-
ductieproces voor hen van groot nut kan zijn.
Na een interne voorbereiding en overleg met het Hoofd
bestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de Raad van
Beheer van het Nederlands Filminstituut, het Bestuur van
de Bedrijfsafdeling Filmproducenten en Filmfabrikanten
(>n vele individuele personen uit de kringen van film
productie en filmhandel, kon op 20 October 1958 de ope
ning plaats vinden van de beide eerste leergangen van een
Nederlandse filmvakopleiding, namelijk een leergang
„Scenario en Draaiboek" en een leergang „Filmhandel".
Naast deze beide afdelingen zou op den duur dat
wil zeggen zodra leerplannen, docenten, ruimte en fi
nanciële middelen daarvoor aanwezig zouden zijn
een afdeling „Camera en Montage", een afdeling „Pro
ductie en Regie" en een afdeling „Laboratorium- en ge
luidstechniek" moeten ontstaan.
De nu gestarte leergangen zullen beide twee jaar
duren, gedurende welke tijd tweemaal twintig weken
lang lessen zullen worden gegeven, terwijl tussen beide
periodes van twintig weken voor de cursisten gelegen
heid zal worden gezocht om practijkstages te lopen.
De leergang „Scenario en Draaiboek" begon met 33
cursisten, die na een voorselectie waren toegelaten. De
leergang „Filmhandel" begon met 9 cursisten. Van dit
totale aantal van 42 zijn er tenslotte 37 overgebleven.
Eén cursist moest wegens ziekte zijn studie opgeven,
maar meldde zich al weer aan voor hel volgend jaar,
twee cursisten bleven na 14 dagen weg, nog twee andere
besloten, mede op advies van de docenten, na het Kerst-
lentamen met hun studie op te houden.
In beide leergangen tezamen werden elke week in
totaal 30 lessen gegeven, welke in het algemeen zeer
trouw door de cursisten werden bezocht. In totaal werden
er dus 600 lessen gegeven, inclusief enkele lessen van
gastdocenten. Voor de leergang „Scenario en Draaiboek"
werden deze lessen gegeven door 16 docenten, voor de
afdeling „Filmhandel" eveneens door 16 verschillende
docenten. In totaal verleenden 24 gewone en 3 gast
docenten hun medewerking gedurende dit eerste jaar. De
meeste docenten gaven per week natuurlijk slechts een
of twee uren les; enkele gaven drie tot vijf uren per
week. Bovendien werd op de docenten een beroep ge
daan voor een vijftal docenten-vergaderingen, diverse be-
behandelde stof en de tot dan toe gevolgde methode van
Hen tVOHveyra (links) en Antoon Koolhaas geven, geassisteerd
door ven slttdiosecretaiesse (Claire Heart), instituties aan een
adspirant-scriptgirl.
sprekingen in kleinere kring en voor een drietal excur
sies naar filmbedrijven. Diverse docenten gaven zich
voorts de moeite om van hun lessen van tijd tot tijd
schriftelijke resumé's te verstrekken aan de cursisten.
De leerprogramma's voor beide leergangen onder
gingen in de loop van de cursus wel enige wijzigingen
doordat het mogelijk en noodzakelijk bleek hier en
daar een betere coördinatie tussen de afzonderlijke vak
gebieden tot stand te brengen - maar over het geheel
genomen is hel ontworpen programma getrouwelijk af
gewerkt.
Wat leslokaliteiten aangaat, heeft men zich voorlopig
moeten behelpen met de showroom van het Instituut,
een in hetzelfde gebouw van het Gewestelijk Arbeids
bureau gehuurd lokaal en een lokaliteit in de Doelen
zaal op de Kloveniersburgwal. Een aantal lessen kon
dank zij de medewerking van de Directie van Cinetone
gegeven worden in een der showrooms, in de montage
kamer en in de studioruimte van de Cinetone studio's
in Duivendrecht.
Van diverse filmverhuurkantoren werd medewerking
verkregen door het beschikbaar stellen van films, die in
de lessen moesten worden vertoond. Ook het Nederlands
Filmmuseum verleende aan het Filminstituut in dit op
zicht in zeer belangrijke mate steun. Het verleende de
cursisten bovendien aanzienlijke reductie op zijn gewone
voorstellingen. De bibliotheek werd uitgebreid met een
aanzienlijk aantal studieboeken, waarvan door vele cur
sisten vrij regelmatig gebruik werd gemaakt.
Tegen Kerstmis 1.958 werd een eerste, voorlopig ten
tamen afgenomen om vast te stellen of de tot dan toe
;V
'■"'■V
23