The business of show business
Een markante verkenningstocht van
„Life" door Amerika's amnsementswereld
De structuur van het amusementsleren
The business of show business
Het grote geïllustreerde, om de twee weken verschij
nende Amerikaanse blad „L i f e" wijdde op 2 Februari
j.1. een dubbele aflevering, dat wil zeggen ongeveer 150
pagina's, geheel aan het onderwerp „U.S. Entertain-
men t". Wat het blad onder „entertainment" wil
verstaan wordt al onmiddellijk onderstreept in de eerste
zin van het inleidende artikel, waar Webster's New Colle-
giate Dictionary wordt geciteerd, in welk oer-Amerikaans
woordenboek men de volgende definitie vindt: „dat wat
de aandacht aangenaam in beslag neemt, vermaakt, aflei
ding bezorgt". En in een reeks artikelen, maar meer nog
door een keur van kleurig fotomateriaal, wordt toegelicht
wat de rijk geschakeerde show business*) in de
Verenigde Staten van Amerika, met name onder meer
muziek, toneel, opera, musical, film, radio en televisie,
feitelijk te betekenen hebben.
Uiteraard wordt daarbij bijzonder veel aandacht be
steed aan de film als „the main stop on the Great Ameri
can Midway", maar ook de televisie wordt onder de loupe
genomen, waarbij menige scherpe opmerking wordt ge
maakt.
In een artikel „The structure of entertain
ment" wordt bijvoorbeeld met betrekking tot de zich
wijzigende grondslagen van het Amerikaanse filmbedrijf
gezegd
„De filmmakers leven van veel betere films dan zij
maakten in de tijd, toen het filmbedrijf slechts voorzag in
de behoefte van een tweemaal-per-week-nationale-gewoon-
te en toen iedere georganiseerde belangengroep, om niet
te spreken van de Hays censoren (bedoeld wordt de Pro
duction Code Administratie; Red.), haar veto kon uit
spreken over wat vertoond kon worden. Zowel de levering
van als de vraag naar Amerikaanse films, eens twee tegen
elkaar opwegende monolieten, zijn gesplitst in kleinere,
meer gespecialiseerde en (als men de „teen-age" en „hor
ror markt" buiten beschouwing laat) veel gezondere een
heden. De onafhankelijke producent, die nu de film be
heerst, kan zo goed als alles maken wat hij en zijn ver
schillende soorten van publiek wensen.
Deze verbetering ging gepaard met de internationali
sering van het Amerikaanse filmbedrijf. Niet alleen brengt
het publiek in het buitenland meer dan de helft van de
recettes van bijna iedere Hollywood-film op, maar talent,
technici, localiteiten en zelfs financiering in het buiten
land worden door Amerikaanse producenten even graag
gebezigd als die in de Verenigde Staten. Wat ook de rede
nen en de motieven mogen zijn, het gevolg is, dat het
witte doek in de Verenigde Staten wordt verrijkt met nieu
we gezichten, landschappen, denkbeelden en verhalen. De
Amerikaanse producent, regisseur en filmster domineren
nog wel steeds maarmonpoliserennietlanger
het filmbedrijf en het is er een vrijer en beter medium
van internationale omvang door geworden."
De televisie komt er niet zo gunstig van af. Zij wordt
in nog al kernachtige termen becritiseerd en de toekomst
verwachtingen voor dit medium zijn blijkbaar bij de ver
schillende medewerkers van „Life" niet al te hoog ge
spannen.
„Bij zo'n allesverslindend medium zullen de natuurlijke
grenzen aan talenten waarschijnlijk altijd de meeste van
haar zenduren veroordelen tot oude bioscoopfilms, steeds
weer opnieuw vertoonde televisieseriefilms, non-stop-ver-
kopers en dergelijke rommel" wordt ergens nogal scherp
opgemerkt. „Zelfs haar economische structuur is princi
pieel verschillend van die der andere „public arts" stelt
de schrijver van „The structure of entertain
ment" elders vast. .En na dit te hebben verduidelijkt
vervolgt hij „De televisie is in staat geweest een nieuw
publiek en verslaafden te creëren, maar heeft wei
nig vermogen getoond om nieuwe loyale
aanhangers te creëren nog minder ze
vasttehouden. Alleen zij, die ontspanning weten te
verschaffen, niet producten, kunnen dat... Tenzij tenmin
ste enkele televisiekanalen door het zuivere streven naar
ontspanning worden gecontroleerd, zal dit medium zijn
beste talenten blijven verliezen of schade aandoen. Dan
zal de show business ergens anders op de voorgrond tre
den, dat wil zeggen, zolang het verlangen naar ontspan
ning en om zich te laten ontspannen zo algemeen verbreid
blijft als in de Verenigde Staten heden ten dage. Geen
electronische uitvinding kan dit vtrlarg-n in zichzelf
creëeren of bevredigen, of het persoonlijke talent vervan
gen, door hard werken ontwikkeld, dat de succesvolle
„entertainer" maakt".
In een der belangwekkendste artikelen wordt onder de
titel „The business of show business" het een
en ander verteld over de economische betekenis van dit
„$4 milliarden bedrijf", waarin de film de dominerende
rol speelt. „Ofschoon romantici ongetwijfeld de geschie
denis van het theater gedurende de laatste halve eeuw zul
len schrijven in termen van Caruso en Bernhardt, van Va-
lentino en Garbo, Eugene O'Neill, George Gershwin en
Rodgers en Hammerstein", zo merkt de schrijver op, „is
dit toch enkel maar weer een andere van de plezierige illu
sies van de amusementswereld. Want het doet er niet toe
hoe begaafd ze ook geweest mogen zijn, al de acteurs en
actrices, de auteurs en musici, de comediespelers, jong
leurs en trapezekunstenaars zouden hun leven ongezien
hebben verkniesd, onbekend en zonder broodwinning, als
het feit niet bestond, dat show business precies is wat het
woord zegt: een „b u s i n e s s", vol grote en kleine zaken
lieden, die er allen op uit zijn om in hun levensonderhoud
te voorzien. Er zouden überhaupt geen vertoningen zijn
tenzij iemand bereid was de theaters te bouwen, ze te
verwarmen, de acteurs te engageren, de kostumes te kopen
en de entreebewijzen te verkopen
In haar totaliteit is de show business, zoals de schrijver
met enige cijfers illustreert, „een bedrijf van duizeling
wekkende verhoudingen" en de film is nog altijd „de
grootste van alle en maakt het heel wat beter dan een
hoop handengewring in Hollywood zou willen doen ge
loven. Voor iedere bioscoop, die in een