Een mijlpaal
Beschikbare statistische gegevens
indiceren geen dalende trends
stadscentrum gesloten is of verbouwd
tot een meubelzaak, is er een nieuwe ge
bouwd in de voorsteden of in een wei.
(De eerste openlucht-, drive-in bioscoop werd in
1933 geopend en er zijn nu meer dan 5000). Er zijn nog
altijd net zo veel bioscopen in de Verenigde Staten als er
ooit geweest zijn: ongeveer 19.000. Zij verkopen weke
lijks ongeveer 45 millioen kaartjes tegen de hoogste ge
middelde prijs in de geschiedenis van de film. voor een
totaal van meer dan 1,2 milliard per jaar."
Na verder te zijn ingegaan op het filmbedrijf, het toneel
en de televisie besluit de schrijver zijn zeer uitvoerig ar
tikel met de woorden
..Sommige gealarmeerde beschouwers denken, dat de
televisie de dood zal zijn van de show business. De tegen
woordige huis-tuin-en-keuken televisieshows, zo argumen
teert men, verjagen steeds meer en meer mensen van hun
televisietoestellen, wat alleen maar resulteren kan in een
vicieuze cirkel, waarin de kosten steeds verder besnoeid
zullen moeten worden en de shows dan zelfs nog slechter
zullen worden. Tegelijkertijd went de televisie de mensen
aan kosteloos amusement en het is een oud spreekwoord
in de show business, dat wanneer je begint met iets weg
te geven, je het niet langer verkopen kunt.
Ongetwijfeld heeft de televisie een crisis in de show
business gecreëerd. Maar de gehele geschiedenis van de
show business bestaat uit niets anders dan de ene crisis
na de andere en geen enkele ervan is tot dusverre geble
ken fataal te zijn. Er wordt zoveel geld verdiend met het
oplossen van de eeuwige problemen van de show business,
dat er altijd een heel leger van vrijwilligers bereid is om
het te proberen en altijd slaagt er iemand."'
Tot zover ,,L i f e", dat ontegenzeggelijk met deze dub
bele aflevering, die zeer veel voorbereiding en studie moet
hebben gevergd, een bijzondere prestatie heeft geleverd.
Weliswaar zullen bedrijfsgenoten opmerken, dat er in al
deze artikelen en fotoreportages met betrekking tot het
filmbedrijf niets naar voren wordt gebracht, dat ze al niet
reeds wisten en dat de gememoreerde feiten elders op
betere en meer deskundige, zij het op heel wat minder
populaire, wijze gepubliceerd zijn en daarin hebben ze
ongetwijfeld gelijk maar op de keper beschouwd doet
het er niet toe of deze feiten hier opgedist worden in de
vorm van zorgvuldig op een nauwelijks of in het geheel
geen boeken verwerkende lezerskring afgestemd leesvoer,
gekruid met anecdotes. boertigheden en zelfs kleurige pi
kanterieën. Primair is van belang, dat ze voor de eerste
maal in een zeer populair geïllustreerd blad ter kennis ge
bracht worden van het brede publiek, dat zich in de regel
niet bezint op de sociale, culturele en economische aspec
ten om maar niet te spreken van de cultuurhistorische
ontwikkeling van het amusement, maar slechts geamu
seerd wil worden en daarvoor bereid is te betalen.
De feitelijke redenen, waarom wij hier de aandacht
vestigen op L i f e s „U.S. Entertainment" zijn
drieërlei:
In de eerste plaats omdat deze bijzondere en kostbare
uitgave van Amerika's grootste geïllustreerde blad een
even onmiskenbare als definitieve afsluiting vormt van een
periode in de geschiedenis van het Amerikaanse perswe
zen, waarin de bijna even snelle en onstuimige als spec
taculaire ontwikkeling van de televisie een jarenlange bron
van kopij opleverde en een stroom van verwarrende be
richten naar het buitenland deed vloeien. In hoofdzaak
waren het sensationele berichten over een toenemende
sluiting van bioscopen „tengevolge van de groei van de
televisie" en dergelijke, in het kort gezegd een reeks van
directe en indirecte toespelingen op het naderende einde
van het Amerikaanse filmwezen, veroorzaakt door de zo
genaamde dodelijke concurrentie van de televisie. Door
deze verwarrende berichtgeving werd bij het grote publiek
zowel in de Verenigde Staten zelf als in het buitenland een
reeks van misvattingen gecreëerd, die de aandacht afleid
den van de werkelijke trends in de ontwikkeling van het
Amerikaanse verbruiks- en vrijetijdsbestedingspatroon.
Het heeft geen zin om nu nog stil te staan bij de vraag
of bij deze. soms tendentieuze, berichtgeving bijwijlen mo
gelijk de omstandigheid een rol heeft gespeeld, dat. naar
reeds enige jaren geleden uit de hearings van de Federal
Communications Committee is gebleken, twee van de drie
grote Amerikaanse televisienetwerken direct of indirect
geëxploiteerd worden door Amerikaanse dagbladbelangen.
W ij willen er slechts op wijzen, dat. toen de televisie ge
leidelijk voor het Amerikaanse publiek de bijzondere
attractie van het fascinerend nieuwe ging verliezen welk
verschijnsel zich ongeveer twee jaar geleden begon af te
tekenen de Amerikaanse pers wel gedwongen werd om
de door haar gecreëerde stripfiguur van de televisie als
de grote boeman van het filmbedrijf een natuurlijke dood
te laten sterven. Daarom kan dit bijzondere Februarinum
mer van ..L i f e", dat het Amerikaanse filmbedrijf als
springlevend en gezond tekent en het een goede toekomst
voorspelt, in dit opzicht als een definitieve afsluiting van
bedoelde periode en dus als een mijlpaal worden gezien.
De tweede reden, waarom we de aandacht op ..L .S. E n-
tertainment" vestigen is enerzijds het feit. dat het
nieuwste statistische materiaal, voorzover beschikbaar.
L i f e s conclusies ten opzichte van het Amerikaanse
filmbedrijf direct en indirect bevestigt en anderzijds dat
dit blad in grote trekken onderstreept hetgeen in ,.F i 1 m"
ongeveer een jaar geleden in een uitvoerig artikel onder
de titel ..Film en televisie in de U.S.A." (zie aflevering
no. 203 werd uiteengezet.
Het Ministerie van Handel te Washington dat wil
zeggen de Scientific Motion Picture and Photographic
Products Division, Business and Defense Services Admi-
nistration deelde Januari j.1. in zijn rapport over het
Amerikaanse filmbedrijf mede, dat de bruto-recettes van
de Amerikaanse bioscopen van 1.116.000.000 in 1957
gestegen waren tot 1.200.000.000 in 1958, een niet on
aanzienlijke toeneming van 84.000.000 of 7.5 Het
opmerkelijke is, dat de bioscoopomzetten stegen ondanks
een daling van het aantal in Hollywood geproduceerde
hoofdfilms, namelijk van 325 in 1957 tot 225 in 1958. Het
rapport trekt hieruit de conclusie, dat de uit het buiten
land geïmporteerde films een groeiende bijdrage in de
recettes hebben geleverd en het verwacht een voortzetting
van deze ontwikkeling.
Het Ministerie van Handel berichtte voorts, dat het
bioscoopbezoek in 1958 weer enigszins gestegen was ten
opzichte van 1957 en dat, al verwacht het voor 1959 geen
grotere stijging, het een terugloop uitgesloten acht.
Volgens vroegere mededelingen van het Ministerie, on
der meer in Januari 1958, is het bioscoopbezoek sedert