Begroting
die tot taak zullen krijgen de mogelijkheden ener even
tuele campagne t£ onderzoeken en het zal nog wel enige
tijd duren, alvorens dit deskundigenrapport zal verschij
nen. Het Hoofdbestuur heeft de indruk, dat men ten
aanzien van dit veelzijdige vraagstuk niet overhaast te
werk kan gaan en dat slechts goed voorbereide en ver
antwoorde voorstellen aan de ledenvergadering zouden
kunnen worden voorgelegd, aangezien aan de practische
uitvoering onvermijdelijke financiële consequenties ver
bonden zijn.
Met algemene stemmen werd hierna het voorstel van
het Hoofdbestuur, om het batig saldo over 1958 te be
stemmen voor de aanloopkosten van een actie tot stimu
lering van het bioscoopbezoek, aanvaard. Ook de contri
butie voor het jaar 1959 werd door de vergadering over
eenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
Vervolgens werd door de Voorzitter aan de orde ge
steld de behandeling van de Begroting van Ontvangsten
en Uitgaven voor 1959. Toen naar aanleiding hiervan
door de heer Alter het woord werd gevraagd namens de
Commissie van Rapporteurs, wees de heer Miedema er
op, dat naar de mening van het Hoofdbestuur de taak
van de Commissie van Rapporteurs zich beperkt tot het
uitbrengen aan de jaarlijkse algemene ledenvergadering
van een verslag over de Rekening en Verantwoording
van het financieel beheer over het afgelopen jaar. Indien
dus de heer Alter een toelichting of commentaar zou
willen geven op de Begroting in deze vergadering, dan
zou hij dit niet kunnen doen in zijn functie van Voor
zitter van de Commissie van Rapporteurs, maar uitslui
tend op grond van het recht dat ieder lid van de Bond
heeft om in een ledenvergadering zijn mening ten aanzien
van een voorstel kenbaar te maken.
De heer Alter, nadrukkelijk verklarend slechts als lid
van de Bond te spreken, lichtte onderscheiden posten van
de Begroting toe. Hij wees er onder meer op, dat het
totaal bedrag voor 1959 begroot is op 620.250,op
grond waarvan hij aannam, dat het Hoofdbestuur reke
ning zou houden met een daling der ontvangsten. Voorts
verklaarde spreker reeds te kennen te hebben gegeven,
dat het de voorkeur verdiende de uitgaven voor de ge
wone huishoudelijke dienst en de buitengewone uitgaven
te splitsen, opdat de leden over beide afzonderlijk zouden
kunnen stemmen. Zo behoorde naar sprekers mening de
post „Kosten Filmweek" niet tot de gewone dienst en er
zouden leden kunnen zijn, die geen bezwaar hebben tegen
de gewone op de Begroting aangegeven lasten maar toch
tegen zouden moeten stemmen, omdat zij zich niet met
bedoelde post zouden kunnen verenigen. Tenslotte wees
de heer Alter er op, dat het Hoofdbestuur voorstelde een
eventueel voordelig saldo over 1959 niet, zoals voorheen
is geschied, te storten in de Weerstandskas maar even
als het voordelige saldo over het afgelopen jaar aan
te wenden voor de voorbereiding van een actie tot stimu
lering van het bioscoopbezoek.
Naar aanleiding van de door de heer Alter gemaakte
opmerking inzake bedoelde splitsing van de Begrotings
posten ontstond er een gedachtenwisseling, waaraan door
onderscheiden leden werd deelgenomen en welke er toe
leidde, dat de Bondsvoorzitter aan de vergadering voor
stelde eerst over de Begroting te stemmen, exclusief de
voor de Filmweek Arnhem uitgetrokken post, en daarna
over deze uitgave afzonderlijk te beslissen.
De Begroting van Ontvangsten en Uitgaven voor 1959,
exclusief genoemde post, werd daarop zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld. Evenzo werd overeenkomstig
het voorstel van het Hoofdbestuur besloten het eventueel
batig saldo over 1959 te bestemmen voor de aanloopkos
ten van een actie tot stimulering van het bioscoopbezoek,
waarna de Voorzitter aan de orde stelde het op de Be
groting onder lasten" opgenomen bedrag voor de kos
ten Filmweek Arnhem ad 45.000,
De heer P. Kijzer oefende critiek uit op de houding van
een deel van de dagbladpers tijdens de in 1957 te 's-Gra-
venhage gehouden filmweek en verzocht de organisatoren
van de komende filmweek te Arnhem een herhaling te
voorkomen. Voorts bepleitte spreker in dit opzicht meer
aandacht te schenken aan de periodieke pers.
De Voorzitter, de heer Miedema, verklaarde dat de
organisatoren van de filmweek niet pretenderen in alle
opzichten te zullen slagen of bij vorige gelegenheden te
zijn geslaagd. Het verwonderde spreker evenwel niet
weinig uit de mededelingen van onderscheiden sprekers
te moeten opmaken, dat niet alle leden overtuigd zouden
zijn van de betekenis van deze film weken voor het bedrijf.
Er is de laatste tijd in het bedrijf nog al eens de nood
zakelijkheid van een gemeenschappelijke filmpropaganda
bepleit, maar zo er zich een goede gelegenheid voordoet
tot het maken van een doeltreffende propaganda, dan is
dat toch zeker wel de inmiddels tot traditie geworden
filmweek, welke in het kader van een nationale manifes
tatie bijzondere filmwerken uit het binnen- en buiten
land presenteert en allen tezamen brengt, die in dit be
drijf hun roeping vinden of zich bijzonder voor de film
interesseren. Vast staat in elk geval, dat door de pers
aan deze manifestaties zeer veel aandacht wordt geschon
ken. Spreker was het wel eens met de heer Kijzer, dat
overwogen mag worden hoe de verhouding tot een
deel van de pers te verbeteren valt. Dat deze verhouding
goed kan zijn is onder meer bewezen door het gespreks
forum, dat tijdens de eerste te Arnhem gehouden film
week heeft plaats gevonden, een openhartige gedachten
wisseling, die getuigde van een verheugend wederzijds
begrip. Spreker achtte juist de filmweek een gelegenheid
bij uitstek om een goede verstandhouding tussen bedrijf
en pers te bevorderen.
Deze woorden werden door de vergadering met een in
stemmend applaus onderstreept.
Naar aanleiding van een vraag van de heer W. J. F.
van Ewijk te Amsterdam of het Hoofdbestuur het onder
havige bedrag reeds had toegezegd, zette de heer Miedema
uiteen, dat de organisatie van de reeks van manifestaties,
die tezamen de Filmweek Arnhem vormen, en in het kader
van het Holland Festival worden gehouden, een zeer
lange termijn van voorbereiding eist en dat aan deze
voorbereidende activiteiten niet kan worden begonnen
alvorens enige redelijke zekerheid bestaat omtrent de fi
nanciering. Eerst kort geleden heeft de Arnhemse ge
meenteraad een bedrag gevoteerd en ook de toezegging
van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen is eerst enige weken geleden ontvangen. Niettemin
was het Holland Festival in verband met de verzorging
van zijn algemene propaganda in binnen- en buitenland,
8