Koninklijke onderscheiding
van de Bondsdirecteur
den vroeger of later gekozen wordt, maar eerder dat de
juiste campagne wordt gevoerd. Hiervoor zullen nu een
maal een aantal dieptepeilingen nodig zijn, die veel tijd
en bundeling van deskundige krachten zullen vragen.
Over de financiering van een dergelijk kostbaar project
zullen wij ons nog nader hebben te beraden. Het Hoofd
bestuur stelt U thans voor reeds bepaalde gelden uit te
trekken. Zodra de onderzoekingen, die nog enige maan
den in beslag zullen nemen, zodanige resultaten op
leveren, dat zij ons tot de overtuiging brengen dat een
campagne effectief kan worden gevoerd, zal het Hoofd
bestuur niet aarzelen met nieuwe voorstellen ter finan
ciering van de campagne bij de algemene ledenvergade
ring te komen. Men realisere zich echter wel, dal zulk
een campagne alleen maar kan slagen bij een groot
scheepse opzet op lange termijn en dus offers van de
bedrijfsgenoten zal vergen. De financiering zal een pro
bleem op zichzelf gaan vormen. Het Hoofdbestuur heeft
thans een nieuwe opdracht aan de commissie ad hoc ver
strekt en hoopt in de zomer beslagen ten ijs te komen.
Wat de economische situatie aangaat, hieromtrent heeft
het jaarverslag over 1958 een duidelijk inzicht gegeven.
De cijfers van het afgelopen Bondsjaar zijn stellig niet
ongunstig en de totale recettes zijn zelfs hoger gewerst
dan in welk jaar tevoren ook. Toch heb ik het gevoel,
dat er eigenlijk geen vooruitgang is geboekt, vooral
wanneer men in aanmerking neemt de gestadige bevol
kingsaanwas en de werkelijk frappante naoorlogse ex
pansie van het aantal bioscopen en de zetelcapaciteit. De
situatie is thans zo, dat er in het eerste kwartaal van dit
jaar een wijziging is ons nadeel is opgetreden. Was het
laatste kwartaal van 1958 nog zo gunstig, dat het gehele
jaar daarmede is goedgemaakt, het zojuist verstreken
kwartaal heeft wederom een inzinking te zien gegeven.
De drie grote steden zijn daarin gezamenlijk voor wat hun
recettes betreft 7,1 teruggelopen. Buiten de grote ste
den is de totaalrecette weliswaar gelijk gebleven, maar
wanneer we de eerstgenoemde teruggang hierin verdis
conteren is er een nadeel in omzetten van 2,4%. Wan
neer we de Paasweek buiten beschouwing laten, dan valt
de vergelijking ongunstiger uit en bedraagt de totale
Blijkens de buitengewone Nederlandse Staats
courant van 29 April is de heer J. G. J. Bosman,
directeur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, be
noemd Lot Ridder in de Orde van Omnje-Nassau.
Deze hoge onderscheiding beval een welverdiende
erkenning van de bijzondere prestaties, welke de
heer Bosman in zijn functie van Bondsdirecteur en
als secretaris of lid van verschillende andere col
leges op film-culture el gebied in liet algemeen be
lang heeft verricht.
Aan de talrijke felicitaties, welke de lieer Bosman
zowel uit de kring der leden als daarbuiten hebben
bereikt, willen wij gaarne onze oprechte geluk
wensen toevoegen.
achteruitgang landelijk dus circa 6,8 Hoewel
de inzinking hier en daar bedenkelijke vormen heeft aan
genomen, valt er, gezien vroeger opgedane ervaringen nog
weinig uit af te leiden voor het beeld, dat 1959 ten slotte
zal bieden. Ook 1958 heeft zich immers behoorlijk her
steld.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat wij
thans meer de invloed gevoelen van de sterke stijging
van het aantal televisietoestellen en de verbetering van
de televisieprogramma's. Dat ons dit te wachten stond,
is voor U eigenlijk geen nieuws, want wij hebben hier
nu eenmaal te doen met een internationaal verschijnsel,
dat ook in de ons omringende landen een rol speelt.
Zo is in Antwerpen bijvoorbeeld de kaartverkoop over
1958 met 11 gedaald ten opzichte van 1957 en zelfs
met 22 ten opzichte van 1956. Nu is het ook weer niet
zo, dat deze daling uitsluitend te wijten zou zijn aan de
televisie. Het aantal toestellen is in België nog de helft
minder van dat in ons land, al is er juist in een plaats
als Antwerpen een grote concentratie. Ook al kan men
de invloed van de televisie niet ontkennen, ik ben ervan
overtuigd, dat werkelijk goede films, goed dan in econo
mische zin gebruikt, de mensen uit de huiskamers en
naar de bioscopen trekt. Wij hebben hiervoor in het af
gelopen jaar voldoende bewijzen. Welke middelen wij
ook te baat nemen, er is één middel, waarvan wij het in
de eerste plaats moeten hebben en dat wij niet geheel
zelf in de hand hebben, te welen de vertoning van pu
bliek trekkende films. Hiervoor zijn wij aangewezen op
de gang van zaken bij de buitenlandse productie, een
gang van zaken die wij lang niet altijd kunnen bevor
deren.
Er rust daarom een zware laak op onze verhuurders,
die een nog scherpere selectie dan voorheen zullen moe
ten maken. De exploitanten zullen op hun beurt bij het
huren van films bijzonder nauwgezet te werk moeten
gaan. Verhuurders en exploitanten beiden zullen echter
bij de inkoop hun budgetaire positie in het oog moeten
houden. Het gaat niet aan, dat men bij dreiging van ver
minderde omzetten tendenzen moet aanvaarden van een
duurdere inkoop. Conflicten zullen anders niet te ver
mijden zijn.
Voor de positie van het film- en bioscoopbedrijf is
van grole betekenis, dat wij weinig vermogen te verande
ren aan het feit, dat wij in de Nederlandse economie niet
op ons zelf staan en dezelfde kostenstijgingen moeten
ervaren als andere bedrijfstakken. Onze sociale en andere
laslen zullen dus gelijkelijk met die van het overige be
drijfsleven blijven stijgen. Ook wij zullen grotere bedra
gen moeten spenderen voor reclame en werving. Bij de
bepaling van het exploitatiebeleid zal men met deze fac
toren rekening dienen te houden. Laat men niet te gauw
de slogan van bezuiniging aanheffen.
Integendeel, wij moeten het hebben van het uitgaande
publiek, dat van onze bedrijven een opgewekt aanzien
verwacht en een goede bediening. Wij zullen voortdurend
er o]) uil moeten zijn moderne snufjes aan te brengen,
kortom alles moeten doen de mensen te lokken Film
en bioscoop, dat is show business. Zodra wij in automa
tisme vervallen, dan verliezen onze bedrijven hun aan
trekkingskracht op het publiek. Die aantrekkingskracht
hebben wij nu meer nog dan vroeger nodig, omdat het
publiek visueel ook op andere wijze aan zijn trek kan
komen, namelijk door middel van de zelfbedieningswinkel
die televisie heet.
4