Congresdag Stichting Film en Jeugd Dat de onderwerpen inzake de film en de jeugd brede kringen meer dan oppervlakkig interesseren bleek uit de aanwezigheid van meer dan 200 deelnemers aan de Con gresdag van de Stichting Instituut Film en Jeugd, die op de snikhete 24e Juni in Restaurant „Royal" te Arnhem werd gehouden. Onder presidium van de heer Van Overbeke uit Utrecht gaf in de ochtendzitting de heer Pront, voorzitter van de Stichting, een situatieschets van de jeugdfilm in Neder land, waarbij over films voor vertoning aan de jeugd beneden 13/14 jaar werd gesproken. De inleider constateerde dat de drang om films te zien bij kinderen zeer sterk is en dat de meeste films die de kinderen in de theaters te zien krijgen een stuk leven der volwassenen tot onderwerp hebbenof wij de uitspraak dat voor de jeugd het beste nog niet goed genoeg is met betrekking tot de film in de praktijk waar maken mag worden betwijfeld. Hetzelfde is het geval met de alom in theorie onderschreven stelling dat het kind geen vol wassene in zakformaat is. Kinderen hebben geen bezwaar films te zien die een stuk leven uit de wereld der volwassenen tot onderwerp hebben. Volwassenen echter moeten weten dat door min of meer regelmatige consumptie van deze films de smaak van de kinderen op een bepaalde manier wordt gericht en gevormd en dat de eerste aanrakingen met de film bepalend zijn voor het latere niveau. Het is geen wonder dat tal van kinderen aan jeugdfilms niets .,aan" vinden. Dit bewijst echter niets tegen jeugdfilms. De jeugd dient haar eigen regelmatige voorstellingen te hebben. Zij ziet in Nederland films in de theaters, dat wil De congresdag van de Stichting Film en Jeugd werd onder meer bijgewoond door de heren Joh. Miedema (links), Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en Drs. B. M. Sweers (tweede van links). Voorzitter van de Stichting Internationale Filmweek Arnhem. zeggen de voor alle leeftijden toegelaten programma's; zij ziet matinée's en dergelijke met het oog op hen door theaters verzorgde voorstellingen; zij ziet door plaatse lijke comité's georganiseerde speciale voorstellingen. Hier bij gaat het steeds om normaalfilms. De vertoningen uit gaande van clubhuizen, scholen, parochies, speeltuinen en allerlei andere organisaties worden gegeven met smalfilm materiaal. Spreker stelde vast, dat ter beschikking geko men gegevens uitwijzen, dat kinderen veel meer met speel film in aanraking komen door middel van smalfilm dan door middel van normaalfilm. Hij stelde ook vast. dat bij de eerste categorie in Nederland de inhoud van het ver toonde veel meer voldoet aan de normen, die voor de jeugd gesteld moeten worden dan bij de vertoningen van normaalfilms. Het hangt van de medewerking af of op grond daarvan in de toekomst ouders en kinderen niet in grotere mate opgewekt moeten worden smalfilmvoorstel lingen te verkiezen. In dit verband zou het van betekenis zijn indien de organisatoren van matinée's zich meer naar beoordelingen konden richten. 30

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 28