Dat maakt voor een Filmweek niet zoveel uit, zolang men daarin de vertoningen kan beleven als reflecties van hedendaagse cultuur en er daardoor deel aan heeft." 25 Juni 1959. A. LAAN. ..Wereldkroniek" ..Arnhem ademde artistieke films f eer". „In de „historie" van de nog jonge traditie der Nederlandse filmweken zal die van 1959 een opvallende plaats innemen. Men moet er zich namelijk achteraf nog over verbazen, dat het de organisatoren is gelukt voor deze week werkweek zou het juiste woord zijn, want ze heeft zes dagen geduurd een programma samen te stellen, dat artistiek aan hoge eisen voldeed, zoals wij hebben kunnen vaststellen. Misschien zal het voorts een uitzon dering blijken, dat een Internationale Filmweek in Nederland wordt gehouden onder zulk overdadig zomerweer, dat men soms aanvechting kreeg te veronderstellen, dat het filmfestijn plaats vond in een tropische streek. Duidelijker gezegd, het dagelijkse middag- en avondbezoek aan het Arnhemse Rembrandt Theater was ten gevolge van de warmte veelal een onderneming, waar men tegenopzag. Dat in de meeste gevallen de tropische temperatuur of werd vergeten, of opgewekt werd ondergaan ten gevolge van de kwaliteit naar inhoud en naar vorm van wat er op het projec tiedoek verscheen, is op zichzelf reeds een bewijs, dat de film zich van haar beste zijde heeft laten zien. Er behoeft niet onder stoelen of banken te worden gestoken, dat het hoogst noodzakelijk is, dat er door de cinematografie eens wezenlijk van de toren werd geblazen. Immers er staat een duchtige concurrent voor de deur liever, hij heeft de voet al over de drempel gezet: de televisie. 4 Juli 1959. Dit binnenskamers bewegende beeld zal de cinematografie nooit kunnen vervangen. Maar ze is wèl in staat om de toeschouwer door het gemak van haar aanwezigheid thuis zo te binden, dat deze er slechts toe kan worden gebracht om zijn huis te verlaten en naar het theater te trekken als daar iets bijzonders wordt geboden. De producenten in alle landen hebben dit begrepen en vandaar het bijna koortsachtige streven met Hollywood aan de kop om wegen te bewandelen, die zó liggen, dat de televisie er niet tegenop kan. Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat deze noodzaak gepaard gaat met een soort innerlijke vernieuwing bij de makers: de regisseurs. Met andere woorden: er treedt een nieuwe generatie aan en het is het aloude Frankrijk dat zo dikwijls op de bres heeft gestaan in de loop der tijden als het artistieke veranderingen betrof dat ook nu weer de „renaissance" het sterkst demon streert. Dit is in het programma van de Internationale Filmweek Arnhem 1959 sterk tot uitdrukking gekomen men zou haast kunnen zeggen, dat deze Nederlandse filmmanifestatie in het teken ervan heeft gestaan. Dit was een gelukkig kenmerk, dat nog kan worden uitgebreid met opvallende uitingen in eenzelfde geest van andere landen. De Filmweek werd voorts benut om de staatsprijzen bekend te maken en uit te reiken. Het was de internationaal bekende docu mentaire-filmer Herman van der Horst, die de eerste prijs ver wierf voor zijn „Prijs de zee", een meesterwerk van beeld- en geluidsritmiek, zoals men zelden in een film aantreft en waarvan Herman van der Horst schijnbaar het artistieke geheim bezit, want hij weet bij ongeveer dezelfde onderwerpen steeds weer nieuwe filmische verten te ontsluiten. De Filmweek Arnhem 1959 is bijgezet in de archieven van de Nederlandse filmhistorie. Het zou ons niet verwonderen als het was geschied met een gouden band." PIETER VAN DER VALK. Een der „medespelers' uit de door Han van Gelder voor Mar ten Toonder Film N.V., in opdracht van de Koninklijke/Shell groep vervaardigde film „Paleontologie". Op de Internationale Filmweek Arnhem verwierf deze film de derde prijs van de Staatsprijs Filmkunst.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 43