deregiment Jagers, onder leiding van de Sergeant-Majoor J. H. Jansen en de Tambour-Maitre W. J. Peters. Hierna heette de Voorzitter van het Bestuur van de Stichting Internationale Filmweek Arnhem 1959. Drs. B. M. Sweers, de aanwezigen hartelijk welkom. Spreker vestigde er de aandacht op, dat thans voor de derde maal in ons land een filmweek wordt gehouden, welk feit de behoefte bevestigt om op gezette tijden een algemeen over zicht van het filmwezen in Nederland te geven. Bij vorige gelegenheden is in dit verband gesproken van een ^apen- schouw van de filmkunst". In kort tijdsbestek immers, wordt een overzicht geboden van bijzondere prestaties op filmgebied, buitenlandse zowel als Nederlandse. In eerste instantie wil de Filmweek de aandacht rich ten op het artistieke peil dat de filmkunst heeft bereikt. Wanneer wij deze manifestaties dus met een zekere regel maat voortzetten, worden, zij als het ware tot graadmeters van de internationale ontwikkeling. Een ander aspect van de filmweken is, dat de Neder landse organisaties die zich op het gebied van de film bewegen, de overtuiging zijn toegedaan, dat met het ar tistieke peil misschien wel alpha, maar niet omega is ge zegd. Daarom is het van belang, dat de organisaties die zich met de levensbeschouwelijke, de sociale, de pedagogische of de wetenschappelijke aspecten van de film bezighou den, tijdens de filmweek een bijzonder geschikte entou rage vinden voor een vruchtbare uitwisseling van gedach ten, een verzamelplaats voor oriëntering en voor bezin ning. De heer Sweers merkte op, dat er in Arnhem in de ko mende week door niet minder dan zes organisaties op film gebied congresdagen zouden worden gehouden, dat bo vendien nog twee openluchtvoorstellingen en ruim dertig buiten het normale filmweekprogramma vallende voor stellingen van bijzonder karakter, onder andere voor leer krachten en leerlingen van de lagere en middelbare scho len, zouden worden gegeven. Hij riep ook de organisato- „Kijk daar heb je Toon!'' wijst een jongetje uit het pu bliek, wanneer Toon Hermans met zijn echtgenote (links), vergezeld van de meestal in Frankrijk werkende Neder landse filmer Han Rust (rechts) en diens echtgenote arriveert. ren en bezoekers van de verschillende congressen en bijeenkomsten hartelijk welkom en veel succes toe. De eerste Internationale Filmweek werd vier jaar geleden te Arnhem ge houden. Het Stichtingsbe stuur bewaarde aan die uitnemend geslaagde ge beurtenis de beste herin neringen en verheugde er zich daarom over, dat de Filmweek nu wederom plaats kon vinden in de stad Arnhem, die reeds op zovele wijzen heeft ge toond een centrum van cultureel leven te zijn. Spreker gaf daarop het woord aan de heer Ch. G. Matser, Burgemeester van Arnhem, die de aanwezigen en alle deelnemers aan de Filmweek namens het Gemeentebe stuur begroette en uiting gaf aan de hoop, dat deze Film week in ale opzichten zou beantwoorden aan hetgeen de organisatoren zich voor ogen hadden gesteld. Een hartelijk applaus beloonde Arnhems burgervader voor zijn vrien delijke woorden. Vervolgens betrad de heer Joh. Miedema, Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, het podium. ,,Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het op prijs gesteld een groet tot U te rechten", zo ver klaarde spreker, hoewel het College er zich wel van be wust is, dat de Filmweek er op de eerste plaats is om films te vertonen en te zien en niet om de filmprogramma's op oudvaderlandse wijze al te overvloedig te larderen met toespraken. Daarom zou ik U heel in het kort willen zeg gen hoe zeer het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bio scoop-Bond, ondanks de moeilijker wordende omstandig heden van het bedrijf, voortzetting van de Filmweek op prijs stelt. Het Hoofdbestuur ziet namelijk in een goede organisa tie en programmering van deze Filmweek een belangrijke bijdrage tot de ontwikeling van de filmcultuur als geheel en het College is er van overtuigd, dat deze filmvertonin gen in samenhang met hetgeen op congressen en studie dagen omtrent de film aan de orde wordt gesteld, pers en publiek zowel als filmbedrijf een, inzicht geven in de ont wikkelingen, welke zich telkens opnieuw in de filmver- vaardiging voordoen. Wij geloven, dat de Selectiecommissie deze keer een heel gelukkige keuze heeft kunnen doen. W ij zijn de be- drijfsgenoten, die de mogelijkheid hadden de uit buiten en binnenland gekozen films ter beschikking te stellen, ten zeerste erkentelijk voor hun medewerking. En tenslot-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 6