Arbitraal vonnis in hoger beroep Pag. 55 Pag. 57 Pag. 62 Pag. 67: Pag. 39: Groenlo, Groenlose bioscoop De vermelding van dit theater als volgt wijzi gen: Asta Theater, Mattelierstraat 2729, corr.-adres: Kerkstraat 4, tel. 235, firma A. J. H. Notten F. A. J. Huyskes. Pag. 44: 's-Hertogenbosch De tel.nummers aldaar vermeld als volgt wijzi gen: Concertgebouw: 33912; Luxor: 31231; Royal35685; corr.adres: 33912. Pag. 46: Hoorn, Winston Per 1 Januari 1960 de vermelding „J. van Tel lingen, leider, Mevrouw M. C. C. J. Heinstman- Wilson" aldus wijzigen: Firma J. van Tellingen en C. J. van Tellingen-Heinstman. Nieuwkoop Hierbij toevoegen (Afd. Westen) Nijmegen, Corso Corr.-adres: Staringstraat wijzigen in Hout- hoff 44. Rotterdam, Lutusca Dit theater en alles wat daarbij vermeld is schrappen. Tiel, Chassé Onder deze vermelding als nieuw theater toe voegen: Luxor Theater. Waterstraat 88, tel. 3737 (b.g.g. 3150), (J. F. B. de Winter, lei der), Mevr. M. A. C. Lureman-de Winter, corr.- adres: Waterstraat 88, tel. 3737, (zie ook onder Geldermalsen). Bij het Chassé Theater de vermelding J. F. B. de Winter, wijzigen in: B. van Veen. Het corr.- adres: Stationsstraat veranderen in Waterstraat 88. Wormerveer, Corso Het corr.-adres: Wandelweg 110 etc. schrappen en vervangen door Wandelweg 153. Actueel Schrappen: „na 6 uur 798473" en P. Kijzer veranderen in: S. Israël. Centrafilm Schrappen de tel.nummers 542301 en 542302, alsmede het laatstvermelde tel.nummer 6962. Pag. 84: Standaardfilms De vermelding J. A. L. Kemps, directeur, door halen en in de plaats daarvan toevoegen: Tijdelijk belast met het beheer H. B. Donkers, president-commissaris en H. C. de Lint, com missaris. idem op pagina 88. Pag. 85: Ideaal Film de naam N.V. Ideaal Film Laboratorium K. van Riet Paap wijzigen in: Titra Filmlaborato- rium N.V. Idem op pagina 87. Pag. 89: Alphabetisch toevoegen: Reclame-, advies- en advertentiebureau „Die Haghe" N.V., Plein 11, 's-Gravenhage, tel. 070- 116298, T. F. M. De Man, directeur. Algemeen Advertentie Bureau Ekering volledig schrappen per 1 Januari 1960. Pag. 75 Pag. 81 Toepassing Tan artikel 15 der Statuten Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft op grond van artikel 15 der Statuten besloten de heer J. C. Woud, exploitant van het Corso Theater te Wormerveer, de straf van waarschuwing op te leggen en deze straf te publiceren, ter zake van het feit: dat de heer Woud door de vertoning van een derde hoofdfilm op twee dagen van een speelweek in strijd heeft gehandeld met het Bedrijfsbesluit Filmvertoning. Dit besluit is genomen op grond van de overwegingen: dat de heer Woud met een brief van 18 September 1959 een verzoek om dispensatie bij het Hoofdbestuur heeft ingediend tot het vertonen van een derde hoofdfilm op Dinsdag en Woensdag van de vertoningsweek aanvangende 18 September en eindigende 24 September; dat het Hoofdbestuur de heer Woud bij brief van 24 Septem ber 1959 heeft geattendeerd op de omstandigheid, dat dispen satie-aanvragen ingevolge artikel 5 van het besluit tijdig bij het College moeten worden ingediend, hetgeen bij een aanvrage, die inkomt, terwijl de speelweek in kwestie reeds is aangevangen, uiteraard niet het geval is; dat het Hoofdbestuur genoemde heer voorts heeft laten weten, dat er ook voor het overige geen reden zou hebben bestaan zijn verzoek in te willigen, gelet op de vele mogelijkheden welke arti kel 4 van het besluit aan de leden-exploitanten biedt voor het ver tonen van meer dan twee hoofdfilms per speelweek; dat het Hoofdbestuur evenwel heeft geconstateerd, dat de voor stellingen op de beide dagen met de bewuste film desondanks doorgang hebben gevonden; dat de heer Woud hiermede derhalve het Bedrijfsbesluit Film vertoning heeft overtreden, aangezien het krachtens artikel 4a van dit besluit, daargelaten de overige in dit artikel aangegeven, hier niet ter zake doende, mogelijkheden, slechts is geoorloofd een andere, derde, hoofdfilm te vertonen op één der laatste vier dagen van de vertoningsweek; dat de heer Woud wegens deze overtreding door het Hoofd bestuur is opgeroepen voor verhoor overeenkomstig artikel 15 dei- Statuten, hetwelk op 20 October 1959 heeft plaatsgevonden; dat hij tijdens dit verhoor voornamelijk heeft aangevoerd, dat hij door prolongatieverplichtingen in moeilijkheden was geraakt met betrekking tot het inzetten van de bedoelde film en dat het niet mogelijk was gebleken de vertoning van deze film naar latere vertoningsweken op te schuiven dat de heer Woud voorts heeft verklaard zich aanvankelijk niet te hebben gerealiseerd in afwijking van het reglement te hebben gehandeld, maar dat hij, nadat men hem hierop had gewezen, zich heeft gehaast alsnog een verzoek om dispensatie in te dienen; dat het Hoofdbestuur deze argumenten niet steekhoudend acht, omdat er naar zijn opvatting binnen het raam der reglementaire mogelijkheden een andere oplossing voor de programmerings- moeilijkheden te verwezenlijken ware geweest, en dat afgezien hiervan, in het verleden meermalen bij de heer Woud is aan gedrongen op stipte nakoming van de bepalingen van het des betreffende besluit, speciaal ook ten aanzien van een tijdige in diening van dispensatie-aanvragen; dat het Hoofdbestuur in het onderhavige geval echter nog heeft willen volstaan met de heer Woud voor deze overtreding van het Bedrijfsbesluit Filmvertoning de straf van waarschuwing op te leggen als bedoeld bij artikel 15 der Statuten, zulks in de ver wachting dat hij de reglementaire voorzieningen ter zake voort aan nauwgezet zal naleven. De RAAD VAN BEROEP (EERSTE KAMER) van de Neder landsche Bioscoop-Bond heeft het volgende arbitrale vonnis in hoger beroep gewezen inzake: DAMRAK-THEATER N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende Reguliersbreestraat 31, aldaar, appellante oorspronkelijk gedaagde, contra UNIVERSAL FILM AGENCY N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende Damrak 55, aldaar, geïntimeerde, oorspronkelijk eiseres. 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 28