Vervulling vacature in
Commissie Nieuwe Zaken
vendien zal het Bureau International du Cinéma een re
presentatief orgaan dienen te zijn, dat uitvoering kan
geven aan alle beslissingen, die noodzakelijk blijken voor
de oplossing dezer vraagstukken. Het optreden naar bui
ten van het bureau zal evenwel beperkt blijven tot die
gevallen, waarvoor het een nadrukkelijk mandaat heeft
ontvangen van de internationale leden-organisaties, welke
voor zijn samenstelling verantwoordelijk zijn.
In het kader van deze opzet behoeft het B.I.C. een per
manente staf noch begroting, maar zal zijn taak kunnen
vervullen door de samenwerking van de aangesloten orga
nisaties. Aan het hoofd van het Bureau zal een algemeen
gedelegeerde staan, die daartoe door de vergadering
wordt aangewezen. Voor de eerste maal is als zodanig
benoemd de heer Eitel Monaco, zodat dientengevolge de
zetel van het B.I.C. te Rome zal zijn gevestigd.
Een bertuur, dat door de algemeen gedelegeerde wordt
voorgezeten en wordt gevormd door één vertegenwoordi
ger per bedrijfstak, zal de voorbereiding van de vergade
ringen op zich nemen en het in de praktijk brengen van
de maatregelen, die door het Bureau na ratificatie van de
leden-organisaties worden aanbevolen.
Met betrekking tot de organisatievorm van het B.I.C.
zou men de vraag kunnen stellen of het streven naar soe
pelheid niet al te zeer ten koste van een effectieve werk
wijze zal gaan. Ongetwijfeld waren er op de vergadering
te Parijs gedelegeerden, die een hechtere organisatievorm
voorstonden en aan het B.I.C. een speciale rechtspersoon
lijkheid zouden willen toekennen. Men heeft echter het
accent willen leggen op de vier internationale bedrijfs
organisaties zelf en in de toekomst zal moeten blijken of
de aldus gekozen organisatievorm voldoende waarborgen
biedt voor een goede functionnering. Veel zal uiteraard
afhangen van de secretariaten van bedoelde internationale
organisaties, die nog zullen moeten leren in internatio
naal verband samen te werken.
ïn elk geval is met de oprichting van het B.I.C. een
eerste werkelijke stap gezet naar een effectieve interna
tionale samenwerking en een gezamenlijk optreden ten
aanzien van de vraagstukken, waarmede men in het ene
land zowel als in het andere wordt geconfronteerd.
Zo heeft men zich nog tijdens de oprichtingsvergadering
bezig gehouden met het vraagstuk van de zware fiscale
lasten die op het internationale filmwezen drukken. Met
algemene stemmen werd de volgende motie aangenomen:
..Namens de internationale organisaties, welke repre
sentatief zijn voor alle takken van het internationale
filmbedrijf, richt het Bureau International du Cinéma zich
tot de autoriteiten, welke verantwoordelijk zijn voor de
internationale economische politiek, om, namens de on
dernemingen op het gebied van de filmproductie, film
distributie, bioscoopexploitatie en filmtechnische industrie,
uitdrukking te geven aan de ernstige bezorgdheid over de
steeds moeilijker wordende omstandigheden, waarin het
internationale filmwezen zich bevindt.
De vertoning van films in het openbaar is in de meeste
landen, behalve aan de gebruikelijke fiscale lasten die alle
economische activiteiten te dragen hebben, onderworpen
aan verouderde belastingen op de ontvangsten, welke ge
vormd worden door de verkoop van entreebiljetten, zon
der dat rekening gehouden wordt met de financiële uit
komsten van de ondernemingen.
Deze belastingen zijn niet alleen veel hoger dan die,
waaraan de andere vormen van ontspanning onderworpen
zijn, zoals bijvoorbeeld het toneel, het variététheater en
het concertwezen, maar bovendien geniet de film, zelfs bij
vergelijkbaar cultureel niveau, in de verste verte niet de
voordelen, welke aan de andere vormen van schouwspel
worden toegekend. Deze last is des te ondragelijker ge
worden naarmate het bioscoopbezoek niet ophoudt te ver
minderen, met name ten gevolge van de concurrentie van
de televisie, welke in de meeste landen zowel fiscaal als
organisatorisch wordt bevoorrecht.
De situatie is in dit opzicht zo ernstig, dat, indien men
geen maatregelen neemt analoog aan die in andere landen,
met name in de Verenigde Staten van Amerika, waar de
bioscoopvoorstellingen bijna geheel van de belasting zijn
vrijgesteld, verwacht moet worden, dat de grondslagen
van het filmbedrijf onherstelbaar worden ondermijnd.
In verband hiermede vestigt het Bureau International
du Cinéma de aandacht van de verantwoordelijke autori
teiten op de noodzakelijkheid van een spoedige en doel
treffende interventie op het gebied van de belastingen,
teneinde aan de film de economische mogelijkheden te
verschaffen, die nodig zijn om haar taak in het ontspan-
ningsleven en ook als cultureel expressiemiddel en als
verbindingselement tussen de volkeren in dienst van de
beschaving te verzekeren."
Wegens het tussentijds aftreden van de heer H. P. H.
Juten als plaatsvervangend lid van de Commissie Nieuwe
Zaken tengevolge van diens vertrek naar het buitenland
was voor genoemde functie een vacature ontstaan. Het
Hoofdbestuur heeft hierin overeenkomstig artikel 10 C en
F van het Algemeen Bedrijfsreglement (oud artikel 11 C
en F) voorzien door de benoeming van de heer K. F. J.
\vijsmuller.