In een tijdbestek van vijftien dagen ontvielen aan ons
bedrijf twee vooraanstaande figuren, die in de kracht van
hun leven waren: de heren Mr. H. Wilton en J. Kemps.
Zelden was de verslagenheid onder de leden groter en
algemener dan bij dit zo plotseling en zo indroevig ver
scheiden. Beiden waren immers jong en wilskrachtig, bei
den zijn weggerukt uit een innige en hechte familieband,
weggerukt midden uit hun jonge nog zoveel belovende
leven, uit de beslommeringen van hun heel de persoon
lijkheid opeisende zaken. Beiden hadden een uitstekende
naam en genoten de sympathie en de vriendschap van zeer
velen. Bij beiden was er de tragiek van het volkomen on
verwachte. Hun heengaan heeft een diepe schok teweeg
gebracht, omdat bij alles wat verloren ging hun heengaan
ook een wezenlijk verlies betekende voor het bedrijf. Zij
bezaten en beheerden niet alleen grote belangen in de
film- en bioscoopwereld, maar vertegenwoordigden op
grond van hun karaktereigenschappen, hun activiteit en
idealisme een generatie van jongeren, waaraan juist zo
veel behoefte wordt gevoeld en waarvan terecht nog zeer
veel in de naaste toekomst mocht worden verwacht. De
heer Huib Wilton als eigenaar en leider van een groot
onafhankelijk concern en enige andere ondernemingen,
de heer Jan Kemps als eigenaar en leider van een der
belangrijkste verhuurkantoren, hetwelk in zijn bedrijfs
tak een onafhankelijke positie inneemt. De bedrij f sgenoten
hebben hun heengaan intuïtief gevoeld als een slag, die
niet alleen de zaken der betrokkenen, maar het gehele
bedrijf treft, waarin vooral bij de toenemende moeilijk
heden de volledige inzet van jeugdige veerkrachtige per
soonlijkheden zo een grote rol speelt.
Hartelijk en spontaan was de deernis met de naaste fa
milie, waar, naar iedereen besefte, dit heengaan diepe
wonden geslagen heeft; met mevrouw Wilton-Borla, met
haar vier nog jeugdige kinderen enerzijds, met mevrouw
Kemps-van den Bergh anderzijds, beiden vrouwen die in
tens met het wel en wee van de ondernemingen hunner
echtgenoten meeleefden. Ook naar de hoogbejaarde moe
ders van beide overledenen gaat onze deernis uit. Moge
het oprechte en innige medeleven van zovelen hun tot
troost zijn. De namen van beide overledenen zullen blij
ven voortleven in ons midden, de herinnering bewarend
aan mannen die naar best vermogen hebben bijgedragen
aan de ontwikkeling van ons bedrijf, die om hun eigen
schappen veler sympathie en vriendschap genoten en be
reid waren hun talenten zo nodig in dienst te stellen van
het algemeen belang.
Mogen zij in vrede rusten.
Mr. H. Wilton werd kort na de oorlog directeur van de
Maatschappij tot Exploitatie van het City Theater te 's-Gra-
venhage N.V., alsmede van de N.V. City Film en de N.V.
Europa Film. Bij zijn overlijden was hij directeur van de
N.V. City Theater en gedelegeerd-commissaris bij de N.V.
City Film. Voorts was hij gedelegeerde in de CV. Adex
(Theater Du Midi, Amsterdam) en gedelegeerd-commissa
ris van de N.V. Royal Film.
Mr. H. Wilton was lid van de Ledenraad en van de
Afdelingsraad, Vice-Voorzitter van de Afdeling 's-Graven-
hage en plaatsvervangend Voorzitter van de Commissie
van Geschillen.
Hij kwam op 29 October door een verkeersongeluk om
het leven. De crematie geschiedde onder grote belang
stelling op Dinsdag 3 November in Driehuis-Westerveld.
In de aula van het crematorium namen zijn vrouw, zijn
moeder en vele vrienden, bedrij f s- en sportgenoten af
scheid van hem tijdens een plechtigheid, die onder leiding
stond van Dr. F. Kleyn, predikant van de Remonstrantse
Broederschap.
Behalve vele vooraanstaande figuren uit het openbare
leven waren uit de bedrij f skringen aanwezig de heren:
Joh. Miedema, Voorzitter en J. G. J. Bosman, Directeur
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; C. van Willigen,
Voorzitter van de Afdelingsraad; H. S. Boekman, Voor
zitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en C. S.
Roem, Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten
en Filmproducenten. Verder waren er Mr. D. Bijdendijk,
Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring en vertegenwoordigers van enige departementen. Het
spreekt vanzelf, dat ook het personeel van het City Con
cern aanwezig was om een laatste groet aan zijn over
leden directeur te brengen.
De heer J. Kemps werd in 1948 directeur van de N.V.
Gofilex en deed daarmede voor het eerst in een leidende
functie zijn intrede in ons bedrijf. Deze functie heeft hij
na enkele jaren neergelegd. In December 1951 nam hij
de N.V. Loet C. Barnstijn's Standaardfilms over welke
naam later werd gewijzigd in Standaardfilms N.V. en
voerde over deze N.V. de directie. Enige jaren geleden
richtte hij de N.V. Standaardfilms Productie Maatschappij
op. Ook van deze vennootschap was hij directeur.
In de organisatie heeft de heer Kemps enige tijd de
functie vervuld van lid der Commissie Nieuwe Zaken;
voorts was hij lid van de Ledenraad en candidaat-lid van
het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders.
Een hartaanval maakte één dag voor zijn drie en veer
tigste verjaardag een einde aan zijn leven.
De heer Kemps was een dynamisch man, die zich in
korte tijd een naam van betekenis wist te verwerven in de
wereld van de onafhankelijke filmverhuur.
De teraardebestelling van de heer Kemps vond plaats
op Maandag 16 November op de R.K. Begraafplaats Bui-
tenveldert te Amsterdam. Hieraan ging vooraf een plech
tige uitvaartdienst in de Kerk van Onze Lieve Vrouw van
de H. Rozenkrans te Amsterdam. De absoute werd hier
verricht door Zijne Hoogwaardige Excellentie Monseigneur
Doodewaard, Coadjutor van de Bisschop van Haarlem.
Zowel de kerkelijke plechtigheid als de teraardebestel
ling werd bijgewoond door vele familieleden, vrienden,
zakenrelaties en vertegenwoordigers uit het organisatie-
leven, de Bondsvoorzitter, de Voorzitters van de beide
Bedrijfsafdelingen en van de Afdelingsraad, de Directeur
van de Bond, en voorts door het personeel van Standaard
films.
Ter nagedachtenis