Bestaat er een krachtig streven naar
concentratie op filmrerhuurgebied?
Dank van het Rode Kruis
zou vinden, tot nader order opgeschort zijn, omdat er op
dit punt in de boezem van de regering zelf nog menings
verschil zou bestaan.
De algemene opinie van de vakbladen is, dat de bezwa
ren tegen een spoedige liberalisering van de contingen-
tering niet houdbaar zullen zijn. Ten eerste, omdat de
Commissie voor de Onzichtbare Transacties van de Orga
nisatie voor de Europese Economische Samenwerking
(O.E.E.S.) in het kader van haar streven naar de vrij
making van de intra-Europese handel steeds meer aan
dringt op liberalisering, te meer daar de film naast de
binnenscheepvaart nog de enige uitzondering is in de
sector van het dienstenverkeer, zodat dit voor de O.E.E.S.
langzamerhand een principiële kwestie begint te worden.
Ten tweede, omdat de Europese Commissie en de Raad
van Ministers van de E.E.G. blijkbaar uiterlijk 1 Januari
1962 met de opheffing van de filmcontingentering willen
beginnen en een eventueel uitstel van liberalisatiemaat-
regelen dus toch maar van tijdelijke aard kan zijn.
Wanneer Bonn een beslissing zal nemen valt niet te
voorspellen, maar men kan er zeker van zijn, dat de voor
standers van een snelle opheffing geen lang uitstel meer
zullen accepteren. Hierop zou ook kunnen wijzen het feit,
dat de aan het einde van het jaar expirerende bilaterale
overeenkomsten zonder verdere onderhandelingen onge
wijzigd voor een beperkte tijd werden verlengd.
,,Het filmbedrijf staat met de wijziging van zijn
marktpositie door de televisie enerzijds en de Europese
filmmarkt anderzijds een beslissende verandering te wach
ten: concentratie op filmverhuurgebied", schreef onlangs
een vooraanstaand Duits filmvakblad, dat deze woorden
in de mond legde van een bankdeskundige, die op de
hoogte heette te zijn van interne en strikt geheim gehou
den besprekingen over de bedrijfseconomische plannen
van de toonaangevende filmmaatschappijen in Duitsland.
Deze besprekingen zouden gaan in de richting van ener
zijds een concentratie op lange termijn van de film
verhuur op betrekkelijk weinige kapitaalkrachtige grote
distributie-ondernemingen en van anderzijds een streven
om door marktafspraken van verschillende aard aan de
concurrentie van de televisie het hoofd te bieden. Bij dit
overleg zouden zowel belangengroepen in München,
Frankfurt en Hamburg, als ook in Parijs en Rome be
trokken zijn.
Volgens dit bericht zou men in Duitse bankierskringen
de overtuiging zijn toegedaan, dat ingeval van gunstige
persoonlijke, financiële en filmeconomische omstandig
heden elk der eventuele nieuwe concentraties 25 tot 30
van de markt voor haar rekening zou kunnen nemen. Dit
zou betekenen, zo merkte dit blad op, dat er dan binnen
een zekere tijd nog maar enkele „super-verhuurders" in
de Bondsrepubliek zouden bestaan, die de binnenlandse
markt voor 80 tot 90 procent zouden beheersen.
Terwijl dit streven kennelijk de instemming van de
Bondsregering geniet en zich van de actieve medewerking,
zelfs van de initiatieven van verschillende bankgroepe-
Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode
Kruis heeft bij schrijven van 19 December 1959
aan het Hoofdbestuur van de N ederlandsche Bio
scoop-Bond medegedeeld, dat de van 16 tot en
met 22 October 1959 gehouden collecte in de
bioscopen een bedrag van 84.873,heeft op
gebracht, welk resultaat rond 25.000,lager
ligt dan dat van de collecte in 1958.
Een totaaloverzicht van de opbrengst der bio
scooptheaters is aan de directies en bedrijfslei
ders, welke aan deze bioscoopcollecte hun mede
werking hebben verleend, toegezonden.
„Ook dit jaar", zo vervolgt de brief, „vormen
de verkregen baten wederom een zeer welkome
aanvulling van de geldmiddelen, welke het Rode
Kruis telkenjare zo dringend nodig heeft om zijn
veelomvattende werkzaamheden te kunnen blij
ven voortzetten.
Dat wij daarbij niet alleen uw zo duidelijk ge
toonde sympathie voor ons werk, doch wederom
ook uw zeer gewaardeerde steun en medewerking
dit jaar daadwerkelijk mochten ondervinden,
stemt ons uitermate dankbaar.
Ook de leden van uw Bond zijn wij voor hun
geheel belangeloze hulp ten zeerste verplicht.
In het vertrouwen, dat het TSederlandsche
Roode Kruis in het komende jaar wederom op
uw onmisbare steun zal mogen rekenen, verblij
ven wij,
HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS
ringen en in de film geïnteresseerde privaatbanken met in
begrip van de achter deze staande bedrijfsbelangen ver
zekerd weet, worden de zich aftekenende filmeconomische
consequenties door deskundigen voorzichtiger beoordeeld.
Als directe voordelen worden gezien: een sterkere markt
positie, een ruimer programma en doeltreffender waar
neming van de public relations, een gunstiger filminkoop
in het buitenland, royalere concessies in de filmhuur-
kwestie, financiering op langere termijn met grotere risico
verdeling, titel- en première-afspraken zowel als het vast
stellen van maximale stargages.
17