Een druk bezochte receptie De Bondsdirecteur herdacht zijn zilveren ambtsjubileum Een welhaast eindeloze stroom van figuren uit het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf en andere belang stellenden heeft op Maandag 2 Mei j.1. tijdens een receptie, die het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop- Bond ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van zijn Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman, in het Carlton Hotel te Amsterdam had georganiseerd, uiting gegeven aan de grote waardering en erkentelijkheid, die alom bestaat voor het vele verdienstelijke werk, dat de heer Bosman gedurende zijn loopbaan heeft verricht ter bevordering van de belangen èn ter verdieping van de culturele betekenis van film en bioscoop in ons land. De receptie vormde het hoogtepunt van deze jubileum viering; andere markante punten op deze dag waren een bijzondere Hoofdbestuursvergadering, een bijeenkomst mei het personeel van het Bondsbureau en een diner in kleine kring. De sfeervolle zaal van het Carlton Hotel had door de talloze fraaie bloemstukken een bijzonder feestelijke aan blik gekregen. Een grote reeks geschenken en gelukstele grammen vormde voorts een onderstreping van de grote betekenis, die aan dit jubileum werd toegekend. Tol de genen, die de heer Bosman tijdens de receptie hun geluk wensen kwamen aanbieden, behoorden naast vele bedrijfs- genoten uit alle geledingen van het film- en bioscoop bedrijf dr. J. Hulsker, hoofd van de Afdeling Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, prof. dr. J. Kok, rector magnificus van de Ge meente Universiteit te Amsterdam, prof. dr. M. Rooy, prof. dr. N. R. A. Vroom, prof. mr. G. de Grooth, prof. dr. A. A. Ariëns van het Philosophicum Dijnsel- burg te Huis ter Heide, de heer A. van Domburg, lector aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, mr. F. A. de Graaff, voorzitter en de heer A. van Emden, directeur van het Nederlandsche Roode Kruis, mr. D. Bijdendijk, voorzitter van de Centrale Commissie voor de Keuring van Films en de leden van de huishoudelijke commissie van deze instelling, de heer E. A. Schüttenhelm, voor zitter van de Nederlandse Televisie Stichting, jhr. W. J. H. B. Sandberg, voorzitter van de Stichting Nederlands Film Museum, mr. dr. P. J. Witteman, voorzitter van de Raad voor de Kunst, de leden van de Afdeling Filmkunst van deze Raad, waaronder de voorzitter dezer afdeling, mr. H. L. s'Jacob, tevens voorzitter van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films, de heer D. van Staveren, vice-voorzitter en dr. J. M. L. Peters, directeur van de Stichting Nederlands Filminstituut, Burgemeester Ch. G. Matser van Arnhem, de heer J. C. Schuller, hoofd van het Bureau Film van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, pater J. P. Dirkse s.c.j., namens de Katholieke Film Actie, de heer A. M. B. Briels namens de Katholieke Film Centrale, mr. P. J. Ph. Hoogenboom namens het gemeentebestuur van Amsterdam, het bestuur van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers, ci neasten, vertegenwoordigers van de pers en van verschil lende departementen en gemeentelijke instanties, waar onder dr. G. J. Lammers, directeur van de Rijksvoorlich tingsdienst, mr. L. H. Kuyper van de Afdeling Financiën van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de heer Joh. Miedema, vertolkte de vreugde van het Hoofd bestuur dit jubileum te mogen vieren. Hij achtte het een bijzonder genoegen en een grote eer, om hier het woord te mogen voeren, temeer daar de Bondsdirecteur bezwaren had gemaakt tegen een officiële huldiging. Het Hoofd bestuur heeft het advies van de heer Bosman om het jubi leum vrijwel onopgemerkt te laten voorbijgaan in de wind geslagen. Het Hoofdbestuur ging in dit geval zijn eigen weg, omdat het van mening was, dat er alle aanleiding bestond om een ogenblik stil te staan bij de bijzondere plaats, die de heer Bosman in de bioscoopwereld inneemt. De buitengewoon grote belangstelling voor deze jubi leumviering maakte het naar de mening van de Bonds voorzitter wel duidelijk, dat het Hoofdbestuur juist heeft gehandeld: men kon dit eenvoudig niet laten passeren. De leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond hebben deze gelegenheid willen aangrijpen om het bewijs te leve ren van hun gevoelens van erkentelijkheid en waardering- voor hetgeen de Bondsdirecteur ten bate van de Bond en het bedrijf in de afgelopen jaren heeft gedaan. De veelzijdigheid van de activiteiten van de heer Bos man maakt het ondoenlijk om daarop nader in te gaan, aldus de heer Miedema. Hij volstond daarom met er nog eens nadrukkelijk op te wijzen, dat het op rekening van de heer Bosman is te schrijven, dat de Nederlandsche Bio scoop-Bond is uitgegroeid tot een organisatie van hoog niveau. De Nederlandsche Bioscoop-Bond en de heer Bos man werden samen een kracht, waarmede men rekening wenst te houden. De Bondsvoorzitter, die op verzoek van de heer Bosman zijn speech zeer had bekort, ging vervolgens over tot wat hij zag als zijn belangrijkste daad op deze dag: het aan bieden van het huldeblijk van de leden van de Bond aan de jubilaris, dat onder andere zal dienen tot aanvulling van diens bibliotheek en hem in staat zal stellen een grotere vacantietrip te ondernemen dan gebruikelijk. Na de overhandiging van het huldeblijk aan de heer Bos man richtte de heer Miedema zich vervolgens met enige waarderende woorden tot de echtgenote van de jubilaris en de drie zoons. Aan het slot van zijn toespraak wenste de Bondsvoor zitter de heer Bosman toe, dat hij nog vele jaren in staat zal mogen zijn om zijn bijzondere krachten aan het werk van de Nederlandsche Bioscoop-Bond te kunnen wijden. „Wij zullen die in deze voor het bedrijf moeilijke periode hard nodig hebben", zo zei de heer Miedema, die tenslotte de heer Bosman en de zijnen een zeer goede toekomst toewenste. Namens de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoop reclame-exploitanten sprak daarop de voorzitter, de heer P. J. Burbach uit Amsterdam, die de gelukwensen van deze organisatie overbracht. De heer Burbach merkte op, destijds getuige te zijn geweest van de entree van de jubi lerende Bondsdirecteur bij de Nederlandsche Bioscoop- Bond en sindsdien in de gelegenheid te zijn geweest om de heer Bosman in zijn carrière te volgen. Hij getuigde met grote erkentelijkheid van de loyale wijze, waarop de heer Bosman steeds de reclame-exploitanten is tegemoet ge il

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 13