Huldiging door het IBondspersoneel len jonge mensen moeten aantrekken. Wij zullen het als ondernemers ook moeten aandurven om de intelligentsia een kans te geven. Wij zullen moeten proberen het pu bliek op een andere wijze te benaderen". Dat betekent, dat het Bondsbureau een andere taak gaat krijgen en dat de taak van de Directeur zich zal moeten uitstrekken tot heel andere dingen. Daarbij zal weer de spreuk „Age quod agis" doe wat je moet doen uitgangspunt moeten zijn. De heer Bosman sprak de hoop uit, dat de organisatie de moeilijke tijd van het ogenblik niet alleen zal doorkomen, maar dat de dag zal aanbreken, waarop onze bioscopen sociale middel punten zullen zijn in het uitgaansleven van ons volk. Daarbij ziet hij één gelukkig ding, namelijk dat het be drijf zich niet in de speculatieve sfeer bevindt, dat het in eigen handen is en dat het aan de opvolgers kan wor den nagelaten. Daardoor is het ook te verklaren, dat alle mogelijke mensen met zo'n groot enthousiasme hun mede werking in de verschillende Colleges van de organisatie geven. Want de Bond, waarop de leden naar spreker opmerkte wel eens critiek uitoefenen, dat zijn zij zelf. De beslissingen worden immers genomen en het beleid bepaald in het Hoofdbestuur en in andere Colleges, waarin de leden zelf zitten. Weliswaar worden „op de Bond" de zaken niet gedaan, maar de leden nemen aan de organisatorische arbeid deel ter wille van de zaken en ter bevordering van de algemene bedrijfsbelangen zo goed als van die der onderscheiden geledingen van het bedrijf. Aan het einde van zijn toespraak betuigde de Bonds directeur zijn dank aan het Hoofdbestuur en aan de leden der organisatie voor het onbeperkte vertrouwen, dat men steeds in hem heeft gesteld. Daarbij richtte hij zich ook tot zijn echtgenote, die hem steeds tot grote steun is geweest. Tenslotte dankte de heer Bosman het Hoofd bestuur voor het prachtige cadeau, waarmede het Col lege hem heeft vereerd. Na dit, met een hartelijk applaus van de aanwezigen beloonde, dankwoord sloot de Bondsvoorzitter deze zeer geslaagde buitengewone vergadering van het Hoofd bestuur, waarbij de heer Miedema er zijn vreugde over uitsprak, dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond in het Bondsbureau aan het hoofd van een prachtig Bonds apparaat een man heeft, die in alle opzichten niet alleen voor zijn taak staat, maar gedurende zijn ambtsperiode een niveau heeft weten te bereiken, waarop de Neder landsche Bioscoop-Bond alleen maar trots kan zijn. Weliswaar minder indrukwekkend dan de receptie ter ge legenheid van het ambtsjubileum van de Bondsdirecteur in het Carlton Hotel, maar daarom niet minder hartelijk en geslaagd, was de bijeenkomst met het personeel, die 's ochtends vroeg in de showroom van het Bondsbureau plaatsvond. Daar werden de heer en mevrouw Bosman en hun drie zoons welkom geheten door de heer H. W. Hagen- berg, Adjunct-Directeur van de Bond. De heer Hagenberg meende, dat toen de Bondsdirecteur 25 jaar geleden zijn schreden voor de eerste keer naar het Bondsbureau richtte voor hem „The Best Years of his Life" begonnen. Hij sprak de overtuiging uit, dat aan deze goede jaren nog lang geen einde is gekomen. Het moet voor de heer Bosman wel een schok zijn ge weest, toen hij vanuit de journalistiek in een zo geheel De heer Bosman, aandachtig luisterend naar de rede van de Bondsvoorzitter anders geaard bedrijf terecht kwam. De komst van de heer Bosman betekende een ommekeer in de organisatie: steeds meer ging men beseffen, dat ook op filmcultureel gebied werk te doen was. De heer Bosman heeft een groot aantal taken consciëntieus en met veel succes aangepakt en in steeds sterkere mate zijn stempel op het Bondswerk gezet, aldus de heer Hagenberg. De heer Hagenberg releveerde de moeilijke periode, die tijdens en na de oorlogsjaren moesten worden door worsteld. Er waren zeeën van moeilijkheden op te lossen. De heer Bosman slaagde daarin altijd, dankzij zijn energie en zijn élan. „Wij hebben groot respect voor uw bekwaam heden en voor uw manier van werken, ook al maakt u het uw medewerkers niet altijd gemakkelijk", zo merkte de heer Hagenberg op, die vervolgens de goede geest prees, die dank zij de leiding van de heer Bosman op het Bonds bureau is gegroeid. Namens het personeel overhandigde de heer G. C. C. de Haan daarop aan de heer Bosman een bijzonder fraaie sigarendoos van coromandelhout. Voor mevrouw Bosman waren er bloemen. De heer A. H. Pieterse leverde com mentaar op een aantal gebeurtenissen uit het verleden in de vorm van een geestig gedicht. De heer Bosman dankte voor de hem gebrachte hulde en sprak er zijn vreugde over uit, dat op het Bondsbureau altijd wordt gewerkt met betrouwbaarheid, kennis van zaken en toewijding. Zonder het bureau is de Directeur niets. In het bijzonder prees de heer Bosman zijn naaste medewerkers, die door een goede samenwerking een goed resultaat tot stand weten te brengen. 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 20