Commissie* Nieuwe Zaken Ledenvergaderingen Bedrijfsafdeling Filmverhuurders Gesehenkbonnen Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 10 en 12 van het Algemeen Bedrij f sreglement heeft het Hoofdbe stuur wegens het periodieke aftreden van de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie Nieuwe Zaken en de Commissie Beroep Nieuwe Zaken deze commissies voor een nieuwe zittingsperiode van een jaar samengesteld. Daarbij had het College rekening te houden met de om standigheid, dat de heren J. van Bentum en J. P. M. A. Smulders niet voor herbenoeming als leden der Commissie Nieuwe Zaken in aanmerking wensten te komen. Als ge volg hiervan moesten er in de samenstelling van deze commissie enige wijzigingen worden aangebracht. De zit ting hebbende leden en plaatsvervangende leden der Com missie Beroep Nieuwe Zaken werden allen herbenoemd. De Commissie Nieuwe Zaken is thans als volgt samen gesteld: Mr. G. M. Greup, voorzitter; Mr. B. Bouman, plaatsvervangend voorzitter; C. J. Blad, J. L. Paerl, M. J. W. Peters, en K. F. J. Wijsmulier, leden; L. van Domme len, W. Hemelraad, L. W. R. Meyer en H. Zondervan, plaatsvervangende leden. De samenstelling van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken blijft onveranderd: Mr. J. Milius, voorzitter; Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht, vice-voorzitter; H. S. Boek man, W. F. Dubbeldeman en Mr. A. Greebe. leden; Mr. N. C. Beudeker, Mr. M. Geeiling, C. S. Roem, B. W. G. van Royen en Drs. E. H. Scherks, plaatsvervangende leden. Op 6 Mei vond een Buitengewone Ledenvergadering der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders plaats ter voorzie ning in de Bestuursvacatures, ontstaan door het tussen tijdse aftreden van de heren L. Groen en J. P. M. A. Smulders. Candidaat waren gesteld de heren W. J. F. van Ewijk, W. Hemelraad en R. Nassette, waarvan de beide eerstge- noemden tot Bestuursleden zijn gekozen. Na de verkiezingen bracht de Afdelingsvoorzitter, de heer H. S. Boekman, hulde en dank aan de heer Groen, die hij de nestor van het verhuurbedrijf noemde en wiens talrijke activiteiten sedert 1922 in het filmbedrijf en sedert 1929 in de organisatie hij opsomde. Hij wenste de schei dende Afdelingspenningmeester tenslotte een welverdiende rust toe, waarin hij zich meer dan tot dusverre mogelijk was geweest aan zijn verschillende hobby's zou kunnen wijden. Ook de heer Smulders, die weliswaar op een wat minder omvangrijke, maar toch zeker nog respectabele staat van dienst kan bogen, betuigde de Voorzitter zijn erkentelijk heid voor de aan het bedrijf en de Afdeling gedurende een reeks van jaren bewezen diensten. In de buitengewone Ledenvergadering van 9 Mei kwa men vervolgens de Hoofdbestuursvacatures aan de orde, die zijn ontstaan doo± het tussentijdse aftreden van de heren Groen en Smulders. Voor deze vacatures waren de heren W. J. F. van Ewijk, W. Hemelraad en C. S. Roem als eventuele candidaten genoemd. Door schriftelijke stemming werd uitgemaakt, dat de heren W. J. F. van Ewijk en C. S. Roem als de officiële candidaten van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders aan de Ledenvergadering van de Nederlandsche Bioscoop- Bond, te houden op 30 Mei a.s.. zullen worden voor gesteld. Tenslotte werd de heer C. S. Roem als opvolger van de heer Groen benoemd tot penningmeester en tot lid van de Filmhuurschuld-Commissie. Er schijnt hier en daar misverstand te bestaan over de toepassing van het Bedrijfsbesluit op de Geschenkbonnen, vastgesteld door de Ledenraad op 17 November 1959. Men heeft bij het nemen van dit initiatief vooral het oog gericht op het kweken van goodwill en het gaat bij de bonnen dus in hoofdzaak om het verlenen van service aan het publiek. Het verdient daarom aanbeveling om hieronder in het kort een samenvatting van de voornaamste bepalingen te laten volgen: Het Bondsbureau heeft aan elk lid-bioscoopexploitant een aantal geschenkbonnen van 5.en 2,50 gezonden. De bonnen van 5,bevatten vier coupons, die van 2,50 twee coupons van 1,25. Deze bonnen kan het publiek dus aan de kassa van elke bioscoop kopen. De kassière schrijft of stempelt de datum van uitgifte op de bon. De leden nemen deze bonnen als betaling voor ioe- gangskaarten aan. Hetzelfde geldt voor de afzonderlijke coupons, echter uitsluitend voorzover deze nog niet van de geschenkbonnen zijn losgemaakt. Het is de leden niet toegestaan de geschenkbonnen of coupons geheel of ge deeltelijk in geld uit te betalen. Het is noodzakelijk, dat de leden steeds tijdig voor aan vulling van hun voorraad geschenkbonnen zorgdragen. Het verdient aanbeveling deze bonnen schriftelijk bij het Bondsbureau te bestellen. Aan de leden is toegezonden een affiche ter reclame voor de geschenkbonnen. Verzocht is dit affiche op een goed opvallende plaats bij de kassa of in de hal van het theater op te hangen. Mocht men een nieuw exemplaar van het affiche nodig hebben, dan zal het Bondsbureau dit op aanvraag onverwijld toezenden. De leden hebben ook ontvangen een projectieplaat, be vattende reclame voor de geschenkbon. Het plaatje dient in alle voorstellingen te worden vertoond. Aan de bio scopen, die geen dia-projectie-inrichting hebben, is te dien einde een kort filmpje met tekst toegezonden. Mocht het plaatje respectievelijk het filmpje in het ongerede zijn geraakt, dan kan men een nieuw exemplaar bij het Bondsbureau bestellen. De leden dragen de opbrengst der verkochte bonnen aan het einde van iedere vertoningsweek aan het Bonds bureau af. De serienummers van de verkochte bonnen en het totale bedrag daarvan worden vermeld op het exem plaar van de afrekenstaat, dat aan het Bondsbureau wordt gezonden. De bij de kassa voor toegangskaarten ingewisselde bonnen of coupons zendt het lid, na verwijdering van de voor hem bestemde contrölestroken, aan het Bondsbureau. De serienummers en -letters der ingeleverde bonnen of coupons en het totale bedrag daarvan worden op het aan het Bondsbureau te zenden exemplaar van de afreken staat vermeld. Het bedrag der ingeleverde bonnen of coupons wordt in rekening-courant verrekend met de bij drage, welke het lid aan de Bond verschuldigd is. 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 21