Nederlandse Filmacademie Cinestud 1960 Uitreiking eerste Diploma s D D D D D D De Nederlandse Filmacademie heeft in April haar eerste gediplomeerde cursisten afgeleverd. Dat gebeurde tijdens een plechtige bijeenkomst op Zaterdag 9 April in hotel Carlton te Amsterdam, waar elf cursisten van de leergang „Scenario en draaiboek" en vijf cursisten van de leergang „Filmhandel" hun inspanning van de afge lopen twee jaren beloond zagen tijdens de uitreiking van het diploma. Behalve leden van het Curatorium van de Nederlandse Filmacademie, van de Raad van Beheer van het Nederlands Filminstituut, de docenten en de cursisten waren ook vele ouders van de cursisten, vertegenwoor digers van het Hoofdbestuur en de Directeur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, vertegenwoordigers van de bedrijfsafdelingen van de Bioscoop-Bond, bestuursleden van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers en de Unie van Werknemers in de Film- en Televisiebedrijven, de Directeur van het Nederlands Filmmuseum, de heer J. C. Schuller van het Bureau Film van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en vele andere belangstellenden bij de uitreiking van de diploma's aan wezig. De voorzitter van het Curatorium, de heer 'E. J. Ver- schueren, gaf in zijn openingswoord een overzicht van de wordingsgeschiedenis van deze Nederlandse filmschool. Het Nederlandse filmbedrijf heeft daarin een belangrijk aandeel gehad. In dit filmbedrijf werd sterk de behoefte gevoeld aan goed opgeleide krachten. Tot nu toe kunnen jongelui met een einddiploma van een middelbare school bij de Nederlandse Filmacademie een leergang „Scenario en draaiboek" of een leergang „Filmhandel" volgen. Als alles naar wens gaat komen er in de eerstvolgende jaren onder andere nog een leergang „Camera en montage" en „Regie en productie" bij. In het afgelopen jaar waren niet minder dan 28 verschillende docenten, allen specia listen op hun gebied, aan de filmacademie verbonden. De Heer Verschueren wees erop, dat men bij het ont werpen van de leerprogramma's zoveel mogelijk heeft geprofiteerd van de ervaringen op buitenlandse film scholen. Hoewel de gedoceerde stof zeer omvangrijk mag worden genoemd, is toch gestreefd naar efficiëntie en systematiek en is vooral vermeden, dat het programma een verzameling van oppervlakkige weetjes en technieken zou worden. Lang niet alle cursisten hebben deze vrij zware studie twee jaar lang volgehouden en met succes bekroond. Van de 44 cursisten, die in October 1958 tot de school werden toegelaten, hebben er uiteindelijk maar zestien de eindstreep gehaald. De directeur van de Nederlandse Filmacademie, Dr. J. M. L. Peters, maakte vervolgens eerst de uitslagen bekend van de tentamens, die de eerstejaars cursisten hadden afgelegd. In totaal werden dertien cursisten zonder meer toegelaten tot het tweede cursusjaar, vier werden afgewezen en enige anderen werden voorwaardelijk toe gelaten of moeten nog een herexamen afleggen. In zijn overzicht van de ervaringen van deze eerste twee jaren verklaarde Dr. Peters, dat wel zeer duidelijk is gebleken, dat de studie aan de filmacademie geen ge makkelijke zaak is geweest en dat degenen, die nu het eindexamen hebben doorstaan, het diploma niet cadeau hebben gekregen. Heel wat cursisten hebben het bijltje er al gauw bij neergelegd. Anderen kwamen niet verder dan het eerste jaar. Maar het was opvallend, hoe zeer de waarde van het „papiertje", dat nu aan de geslaagden ter hand zou worden gesteld, vooral in het laatste half jaar was gestegen, in de eerste plaats in de ogen van de cursisten zelf. De filmacademie mag, zo meende de Direc teur tenslotte, gerust trots zijn op haar eerste gediplo meerden, onder wie zeker talent schuilt en die allemaal toegerust zijn met een behoorlijke dosis vakkennis, filmisch inzicht en een brede oriëntatie op het gebied van de filmproduktie, respectievelijk op dat van de filmhandel. Tenslotte vermelden wij de namen van de geslaagden. Voor de leergang „Scenario en draaiboek" zijn dat R. du Mée, S. H. Feenstra, W. P. J. M. Groot, B. Jacobs, mej. P. C. van Moorselaar, P. Rondel, L. Velleman, F. A. Weisz, B. Wijsman, W. Boomkens. Het examen wordt nog met twee kandidaten voortgezet. De vijf geslaagden voor de leergang „Filmhandel" zijn W. E. van der Dussen. J. Houtwipper, G. de Jager, mej. R. van Royen en W. de Wijs. Na afloop van de diploma-uitreiking werden enige filmpjes vertoond, die door de cursisten waren vervaar digd. Daarvan vielen vooral op „Het Moreelse Park" van de heer Du Mée en het parodistische „Don Qui-sjotte", dat de afgestudeerden gezamenlijk hadden gemaakt. De filmpjes onderstreepten nog eens de belangrijke resul taten, die met deze cursus zijn bereikt. De Algemene Studenten Vereniging Amsterdam, die zich ten doel stelt de culturele en sociale belangen van de studenten aan de universiteit van Amsterdam te beharti gen, zal in de periode van 30 September tot en met 8 Oc tober in het Kriterion Theater te Amsterdam een inter nationaal festival van studentenfilms, genaamd Cinestud 1960, doen plaatsvinden. Dit geschiedt ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van de AS VA, die op 25 Mei 1945 werd opgericht. De ASVA heeft de organisatie van dit festival opgedragen aan de Stichting Cinestud. De Stichting Cinestud is op 18 Maart van dit jaar in het leven geroepen en heeft tot doel het wekken van belangstelling voor studentenfilms en het stimuleren van de vervaardi ging van films door studenten. In het bestuur van de Stichting Cinestud hebben zitting genomen de heren P. H. Frankfurter, voorzitter, J. H. van der Horst, vice-voorzitter, A. J. Nykerk, secretaris, A. P. C. M. Staal, penningmeester en Dr. J. M. L. Peters en mejuffrouw J. M. Eeftinck Schattenberg, leden. Er is voorts een Raad van Toezicht gevormd, die bestaat uit Prof. Mr. A. D. Belinfante, voorzitter, Prof. Dr. C. Goed hart, vice-voorzitter en de leden Prof. R. W. Starreveld, Dr. F. Bender, Mr. C. Drost, Mr. G. M. Greup en de heer H. W. Hagenberg; secretaris-niet lid van de Raad is de heer R. G. Scholten. Cinestud heeft alle instellingen van hoger onderwijs over de gehele wereld uitgenodigd om aan het festival deel te nemen. Elke instelling mag ten hoogste vier films insturen. Deelneming staat open voor films, die tussen 25 Mei 1945 en 25 Mei 1960 door studenten zijn vervaar digd. Zij mogen zowel op 16 als op 35 millimeter en in zwart/wit of in kleur zijn afgedrukt en dienen onontvlam baar te zijn. 26

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 26