In Memoriam De heer Miedema onderscheiden werk heeft een grote ontwikkeling te zien gegeven door de voortreffelijke samenwerking tussen het particuliere initiatief en de overheid. Minister Van Rooy herinnerde er aan, dat men in Zwitserland omstreeks de jaren tachtig van de vorige eeuw is begonnen met het werk voor de misdeelde kinde ren in vacantiekolonies. Al spoedig werd dit voorbeeld in ons land opgevolgd: reeds in 1884 kwamen in Neder land verschillende verenigingen tot stand, die zich ten doel stelden vacantiekolonies te exploiteren. Dat de Stich ting Bio-Vacantieoord pas veel later tot stand is gekomen mag men niet wijten aan een gebrek aan sociale bewogen heid maar veeleer aan de gebroeders Lumière. Nu het werk van de verenigingen op het gebied van de kinderuitzending een accentverschuiving te zien heeft ge geven, in die zin, dat men zich niet meer in de eerste plaats richt op de kinderen uit de achterbuurten, maar op de kinderen, die een langdurige verpleging in een speciale inrichting behoeven, is ook het karakter van de kolonie- huizen veranderd: zij werden sociaal-hygiënische institu ten. Het heeft overigens vrij lang geduurd, voordat ook de overheid zich met deze aangelegenheid ging bemoeien: in 1909 werd voor de eerste keer in de rijksbegroting een subsidie voor de kinderuitzendingen opgenomen. Sedert 1923 is er een innig contact tussen de verschillende in stellingen, die op dit gebied werkzaam zijn door de tot standkoming van de Centrale Raad voor de Kinderuit zendingen. In 1947 werd deze raad omgezet in een rechts persoonlijkheid bezittende vereniging. De vraag, of er nog wel behoefte is aan een instelling als het Bio-Vacantieoord voor Minder-Valide kinderen, beantwoordde de Minister bevestigend. Het aantal pa tientjes, dat voor behandeling in een dergelijke inrichting in aanmerking komt is nog steeds zeer groot. Gelukkig leeft de revalidatiegedachte in ons land; door de oprich ting van het Prinses Beatrix Fonds heeft deze gedachte gestalte gekregen. De Minister betoonde zich tenslotte verheugd, dat de Stichting Bio-Vacantieoord de mogelijkheden op deze wijze heeft aangegrepen. Met de wens, dat het Nederland se volk ook deze activiteit van de Stichting naar haar volle waarde zal weten te schatten verklaarde Minister Van Rooy het Bio-Herstellingsoord voor geopend. Namens het gemeentebestuur van Arnhem richtte de loco-burgemeester, de heer J. Bronkhorst gelukwensen tot het Stichtingsbestuur. Dr. Naef, voorzitter van de Stichting Mytylschool Arnhem, sloot zich hierbij aan; namens de Arnhemse Stichting bood hij goudvissen voor de vijvers van het Bio-Herstellingsoord aan. Als laatste sprak daarop mr. F. H. A. de Graaff, voorzitter van het Nederlandsche Roode Kruis, die het bestuur complimen teerde met deze nieuwe aanwinst. Er is nu een nieuw stuk volksgezondheidszorg ter hand genomen, waarvoor ons volk niet dankbaar genoeg kan zijn. Het Nederlandsche Roode Kruis heeft deze ontwikkeling met waardering gade geslagen. De voorzitter van het Rode Kruis richtte zich daarop tot de heer Miedema, die al sedert 1946 voorzitter van Stichtingsbestuur is en ook al voordien deel van het be stuur uitmaakte. Met de functie van Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond vraagt dit veel tact om leiding te kunnen geven en stimulerend te kunnen werken. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis is dankbaar voor de activiteiten, die de heer Miedema in samenwerking met de verschillende besturen heeft onder nomen .Als blijk van waardering heeft het Nederlandsche Roode Kruis besloten de heer Miedema het Kruis van Verdienste toe te kennen. Nadat mr. De Graaf de heer Miedema het kruis op de borst had gespeld besloot hij zijn toespraak met het uitspreken van de hoop, dat in de toekomst de aangename samenwerking met de Nederland sche Bioscoop-Bond en de Stichting Bio-Vacantieoord zal blijven bestendigd. In zijn dankwoord toonde de heer Miedema zich ten zeerste verrast door deze onverwachte hulde. Hij betuig de zijn erkentelijkheid voor de vriendelijke woorden en voor de onderscheiding, die hem was verleend. Maar de heer Miedema legde er wel de nadruk op, dat deze onder scheiding een erkenning inhield voor het verdienstelijke werk van het gehele bestuur èn van de vroegere bestuur- deren, in wier geest het werk wordt voortgezet. In deze zin aanvaardde hij de onderscheiding: als blijk van waarde ring voor het werk van het gehele Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. De officiële openingsplechtigheid was hiermede ten einde. Het gezelschap verspreidde zich over het uitge strekte terrein om de verschillende gebouwen te bewon deren. De aanwezigheid van de muziekkapel van de Arn hemse politie, die onder het spelen van vrolijke mars muziek over het terrein marcheerde, verhoogde de feeste lijke stemming danig. Trouwens, ook een gulle zomerzon droeg daartoe bij. Het Bio-Herstellingoord voor Minder- Valide Kinderen is in gebruik genomen onder zeer gun- tige omstandigheden. Men mag de hoop uitspreken, dat dit een goed voorteken zal blijken te zijn geweest Het ver dienstelijke en prijzenswaardige werk van de Stichting Bio-Vacantieoord is dat zonder enige twijfel waard. Wederom eiste de dood zijn tol van de jonge generatie in ons bedrijf. De nog jeugdige Leo Martens, een der zonen van de heer P. C. H. Martens uit Den Bosch, die alle dag hard meewerkte in de bioscoopbedrijven, welke zijn vader tezamen met de heren Top te 's-Hertogenbosch drijft, kwam bij een auto-ongeluk op 21 Mei 1960 jam merlijk om het leven. Een slag voor zijn jonge gezin, een slag ook voor zijn actieve vader, wiens streven gericht was op de toekomst van zijn kinderen, en wiens zoon Leo al even ongeduldig als hij in Den Bosch grote dingen wilde doen op het gebied van amusement en cultuur. Midden in de voorbereiding van het feest der Afdeling Het Zuiden, dat op 1 Juni zou plaats vinden, midden in de voorbereiding van nieuwe expansie van het bedrijf werd Leo Martens weggeroepen voor altijd. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van de overledene vond onder grote belangstelling plaats op het R.K. Kerkhof te St. Michielsgestel na de Solemnele H. Mis van Requiem in de Parochiekerk van de H. Michaël aldaar. Vele Hoofdbestuursleden, leden van het Afdelings bestuur, tal van andere bedrijfsgenoten, alsmede de Bonds directeur woonden de kerkelijke plechtigheid en de be grafenis bij. Zij betuigden de nabestaanden innige deel neming met hun zo smartelijk verlies. Moge Leo Martens in vrede rusten.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 10