Belasting op vermakelijkheden
Dordrecht
Boreulo
Winterswijk
De Raad van de gemeente Dordrecht heeft in zijn ver
gadering van 27 September ingevolge een verzoek van het
Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond op
voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders
besloten tot verlaging van het tarief van de vermakelijk-
heidsbelasting op bioscoopvoorstellingen. Voor gewone
voorstellingen zal in het vervolg het tarief 25 procent van
de onzuivere opbrengst bedragen. Dit tarief bedroeg tot
nu toe 35 procent.
Voor bioscoopvoorstellingen, die geheel bestaan uit Ne
derlands journaal en/of andere films als bedoeld in arti
kel 1, lid 2, onder 2e, der Bioscoopwet, blijft het tarief
van de vermakelijkheidsbelasting gehandhaafd op twintig
procent.
De gewijzigde verordening zal in werking treden op de
eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de
Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen.
In hun toelichting op hun voorstel hadden Burgemeester
en Wethouders gememoreerd, dat het Hoofdbestuur van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond reeds enkele malen aan het
College heeft verzocht te willen bevorderen, dat de ver
makelijkheidsbelasting voor bioscoopvoorstellingen wordt
verlaagd. In verband met de gunstige omstandigheden,
waarin de Dordtse bioscoopondernemingen naar het oor
deel van Burgemeester en Wethouders verkeerden, onder
meer doordat er in de gemeente in verhouding tot andere
gemeenten een gering aantal theaters is, hadden zij tot nu
toe geen aanleiding kunnen vinden om een voorstel tot
verlaging van de belasting te doen.
Hoewel deze gunstige omstandigheden nog aanwezig
zijn, kan niet worden ontkend, dat de ontvangsten van de
bioscopen de laatste jaren zijn teruggelopen. Deze terug
gang in de ontvangsten en ook het feit, dat de meeste
andere gemeentebesturen reeds tot verlaging van de hef
fing zijn overgegaan, waardoor Dordrecht langzamerhand
een uitzonderingspositie is gaan innemen, hebben Burge
meester en Wethouders aanleiding gegeven zich omtrent
de hoogte van deze tarieven nog eens nader te beraden.
De meerderheid van het College kwam daarbij tot de con
clusie, dat enige verlichting van de vermakelijkheidsbe
lasting wel aanvaardbaar is.
Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
had destijds verzocht om een uniform heffingspercentage
van twintig procent vast te stellen. Dit ging echter Burge
meester en Wethouders, gezien de financiële positie van
de gemeente, te ver. Een heffingspercentage van 25 voor
de niet als cultureel aan te merken films en van twintig
voor artikel 1-films kwam hun redelijk voor. De opbrengst
van de belasting zal bij de invoering van deze tarieven
met rond 25.000,per jaar dalen.
De raad van de gemeente Boreulo heeft op Woensdag
19 October met algemene stemmen een voorstel aange
nomen, volgens welke de vermakelijkheidsbelasting op
bioscoopvoorstellingen wordt verlaagd van 25 tot 20 pro
cent. Door dit besluit konden de bioscoopvoorstellingen
in het City Theater, die sedert Hemelvaartsdag waren
gestaakt, weer worden hervat. Deze theatersluiting hield
verband met het feit, dat met ingang van Hemelvaartsdag
een gewijzigde verordening van kracht werd, waardoor
het tarief van de vermakelijkheidsbelasting werd ver
hoogd van 20 tot 25 procent.
Er is rond deze sluiting van het City Theater in Bor
eulo veel deining geweest. De jeugd van Boreulo, die
reeds maanden was verstoken van bioscoopbezoek en de
weekends naar naburige gemeenten trok om daar de bio
scoop te bezoeken, had reeds het geluid laten horen van
een demonstratief optreden.
Het destijds genomen besluit tot verhoging van de ver
makelijkheidsbelasting vloeide voort uit het voornemen
om een hogere subsidie toe te kennen aan een viertal
plaatselijke verenigingen. Burgemeester en Wethouders
meenden de daarvoor benodigde gelden slechts via een
verhoging van de vermakelijkheidsbelasting te kunnen
verkrijgen. De gemeenteraad nam toen het betreffende
voorstel van Burgemeester en Wethouders aan, niettegen
staande het feit, dat de exploitant van het City Theater,
de heer L. J. M. Peters, te kennen had gegeven, dat een
lonende exploitatie van zijn bedrijf bij een tarief van 25
procent niet meer mogelijk zou zijn en hij zich dus ge
noodzaakt zou zien zijn bioscoop te sluiten.
Voor de vergadering van de raad op 19 October be
stond grote belangstelling, omdat was aangekondigd, dat
de burgemeester, mr. N. B. ten Bokkel Huinink, tijdens
deze vergadering mededelingen zou doen over de bio
scoopsluiting.
In deze verklaring werd onder meer gezegd, dat het
college van B. en W. de instandhouding van de bioscoop
noodzakelijk achtte in het algemeen belang en dat de
pogingen om tot een oplossing te geraken op niets waren
uitgelopen. B. en W., aldus de burgemeester, waren des
tijds met gemengde gevoelens met het voorstel bij de raad
gekomen om de belasting te verhogen; zij hadden echter
gemeend, dat te moeten doen uit een oogpunt van een ge
zond financieel beleid.
Vervolgens bracht de burgemeester ter kennis van de
raad dat een reglementair voorstel van orde was ingeko
men van een viertal leden van de raad om het tarief voor
bioscoopbezoek weer te brengen van 25 op 20 procent.
Drie van deze leden hadden destijds tegen het voorstel
tot verhoging van het tarief gestemd. Zoals gezegd werd
dit voorstel met algemene stemmen aangenomen.
De Raad van de gemeente Winterswijk heeft in zijn
vergadering van 27 October 1960 op voorstel van het
College van Burgemeester en Wethouders besloten tot
verlaging van het tarief van de vermakelijkheidsbelasting
op bioscoopvoorstellingen tot twintig procent. Tot nu toe
bedroeg het tarief dertig procent voor voorstellingen,
waarin naast normale speelfilms Nederlands journaal tot
een bepaalde lengte werd vertoond en twintig procent
voor voorstellingen, waarin uitsluitend Nederlands jour
naal of films als bedoeld in artikel 1, lid 2, sub 2 van de
Bioscoopwet werden vertoond. Voorts bestond er nog een
algemeen tarief van 45 procent voor films zonder Neder
lands journaal, doch dit tarief is nimmer toegepast.