Vergadering van de Ledenraad
Algemeen Bedrijfs regiem
Op 20 December 1960 is op het Bondsbureau een ver
gadering van de Ledenraad gehouden, waarbij aanwezig
v/aren de heren Joh. Miedema, voorzitter; H. S. Boekman,
vice-voorzitter; E. Alter, J. van Bentum, L. van Dommelen,
W. F. Dubbeldeman, E. van Buren, J. J. L. Gielisse,
L. W. R. Meyer, J. E. E. de Nijs, J. L. Paerl, P. J. Pater-
notte, J. de Wilde, C. van Willigen en H. Zondervan, le
den; alsmede J. G. J. Bosman, secretaris. Afwezig was de
heer J. H. Kroon.
Zonder discussie werd aangenomen het voorstel van het
Hoofdbestuur tot intrekking van het Bedrij f sbesluit inzake
Technische Apparaten, hetwelk op 8 Januari 1946 door de
Ledenraad was vastgesteld. Aan dit Besluit, dat gebaseerd
was op de schaarste aan bioscoop-apparatuur in de jaren
1945 en volgende, bestond geen behoefte meer.
Overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur heeft
de Ledenraad besloten in artikel 1 B van het Algemeen
Bedrij f sreglement een nieuwe bedrijfstak e van filmpro
ductiezaken in te lassen. Deze bedrijfstak omvat de pro
ductie van documentaire films voor derden en van be-
drijfs-, instructie-, propaganda- en reclamefilms. Blijkens
de toelichting van het voorstel doet zich de behoefte ge
voelen aan het instellen van deze nieuwe bedrijfstak, zulks
gezien het omvangrijke en gespecialiseerde karakter van de
productie van opdrachtfilms.
Verder heeft de Ledenraad op voorstel van het Hoofd
bestuur twee nieuwe Bedrijfsbesluiten vastgesteld. Het eer
ste is een nieuw Bedrijfsbesluit terzake van de Filmverto
ning overeenkomstig de tekst van het op 17 November
1959 vastgestelde Bedrijfsbesluit van die naam, met dien
verstande dat de laatste zin van artikel 6 wordt gewijzigd
als volgt: „Het Besluit treedt in werking op 1 Januari
1961 en is van kracht tot 1 Januari 1962".
Van de mogelijkheid om dispensatie te verkrijgen van
het verbod om meer dan het aangegeven aantal films per
week te vertonen is in 1960 slechts in een enkel geval ge
bruik gemaakt. Daaruit viel af te leiden, dat het Besluit de
leden alle gewenste ruimte biedt bij het samenstellen van
hun programma's. Met het oog daarop werd het gewenst
geacht het Bedrijfsbesluit Filmvertoning wederom met een
jaar te verlengen.
Het tweede nieuwe Bedrijfsbesluit is dat inzake de Pro
grammering overeenkomstig de tekst van het op 17 No
vember 1959 vastgesteld Bedrijfsbesluit, op dezelfde ma
terie betrekking hebbende, met dien verstande dat in de
artikelen 1, 2 en 7 het jaar 1960 wordt veranderd in 1961.
Aangezien het Besluit in het jaar 1960 bevredigend heeft
gewerkt, werd het gewenst geacht het ook voor hel jaar
1961 te prolongeren.
Verder heeft de Ledenraad een bezwaarschrift van de
N.V. Spiendal-Film behandeld, betrekking hebbend op een
beslissing van het Hoofdbestuur tot inschrijving van de
tilel „De gebochelde" ten name van de N.V. Melior Films
in het Naamregister. De Raad achtte de bezwaren niet ge
grond.
Voorts heeft de Raad op haar verzoek gehoord de N.V.
City Theater, exploiterende het Roxy Theater te Gorin-
chem, waarbij deze bezwaren heeft kenbaar gemaakt tegen
de beslissing van het Hoofdbestuur betreffende een ver
leende toestemming tot het verplaatsen van de Doelen
Bioscoop te Gorinchem. De Raad, zich op het standpunt
stellende, dat de N.V. City Theater in dit geval reglemen
tair niet het recht van beroep toekomt, heeft het beroep
niet-ontvankelijk verklaard.
Tenslotte heeft de Raad behandeld een hoger beroep, in
gesteld door de firma J. C. Weber te Alkmaar tegen de
beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan genoemde
firma toestemming is geweigerd tot het gaan exploiteren
van het Victoria Theater te Alkmaar, dat tot dusverre in
bet Bedrij f sregister stond ingeschreven ten name van Me
vrouw T. Fopma-Van Zoonen. De Raad heeft de grieven
van appellante ongegrond bevonden en mitsdien de be
slissing van het Hoofdbestuur bevestigd.
«vil
Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehouden ver
gaderingen besloten toestemming te verlenen als bedoeld
in het Algemeen Bedrijfsreglement aan:
de Firma Bioscoopexploitatie J. C. Weber, te Alkmaar
tot inschrijving te haren name in het Bedrij f sregister van
de permanente bioscopen-A: Cinema en Rex te Alkmaar,
welke bioscopen voorheen in dat register stonden ingeschrs-
ven ten name van Mejuffrouw M. Weber;
de Firma Corso te Rotterdam tot inschrijving te haren
name in het Bedrij f sregister van de in aanbouw zijnde per
manente bioscoop-A: Corso te Rotterdam, welke bioscoop
tol dan toe als verwoeste zaak in het Bedrij f sregister stond
ingeschreven ten name van de N.V. Chermoek's Theaters.
Het Hoofdbestuur heeft voorts besloten toestemming te
u eigeren aan
de Firma Bioscoopexploitatie J. C. Weber te Alkmaar tot
inschrijving te haren name in het Bedrij f sregister van de
permanente bioscoop-A: Victoria Theater te Alkmaar, wel
ke tot dan toe was ingeschreven ten name van Mevrouw
T. Fopma-Van Zoonen.
de heer J. W. A. Weber, te Alkmaar om toelating
tot het lidmaatschap en inschrijving te zijnen name in het
Bedrijfsregister van de permanente bioscoop-A: Victoria
Theater te Alkmaar, welke zaak voorheen was ingeschre
ven ten name van Mevrouw T. Fopma-Van Zoonen.
De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 20 Decem
ber 1960 behandeld een hoger beroep van de Firma Bio
scoopexploitatie J. C. Weber te Alkmaar tegen de beslissing
van het Hoofdbestuur om de inschrijving van het Victoria
Theater te Alkmaar ten name van deze firma in het Be-
dnjfsregister te weigeren. De Ledenraad heeft deze beslis
sing bevestigd en derhalve eveneens afwijzend beschikt op
bet verzoek om inschrijving.
De Ledenraad heeft in dezelfde vergadering besloten
niet-ontvankelijk te verklaren de door de N.V. City Theater
te Leerdam ingediende bezwaren tegen deze beslissing van
het Hoofdbestuur om de heer G. J. Netze toe te laten tot
het lidmaatschap van de Bond als exploitant van een
nieuwe permanente bioscoop-A in gebouw De Nieuwe
Doelen te Gorinchem en deze zaak te zijnen name in het
Bedrijfsregister in te schrijven.