Landelijk Contact Bioscoop
commissies
Dank van het Rode Kruis
scheppend ordenen van de chaos, die zich in beelden,
geluiden en kleuren aan hem voordoet.
En hierbij hebben wij dan nog uitsluitend gesproken
over de film in haarzelf beschouwd. Dat zij tevens een
maatschappelijke factor is van de eerste orde, die in veler
lei vormen deelneemt aan de huidige maatschappelijke
problematiek, er deel van uitmaakt en deze problematiek
zelfs in bepaalde opzichten mede veroorzaakt, is niet alleen
een door velen geconstateerd feit, maar tevens een argu
ment te meer voor een herscheppende ordening, ook ten
aanzien van de genoemde problematiek.
Het is dan ook, aldus pater Dirkse, geen wonder, dat een
fenomeen, hoe jeugdig ook, dat zich op een dergelijke veel
zijdige wijze demonstreert, de noodzaak oproept van een
grondige en wetenschappelijk betrouwbare verkenning.
Met andere woordeneen wetenschap van de film dringt
zich op. Enerzijds om in de chaotische veelheid van ver
schijnselen en problemen een ordening tot stand te bren
gen, anderzijds om de verdere ontwikkeling zoveel moge
lijk in goede banen te leiden.
Deze filmwetenschap omvat niet alleen de historische
ontwikkeling of de esthetische, maar de film in haar breed
ste betekenis. Zowel de film in zichzelf als de film in haar
relatie tot al het andere dient het voorwerp van deze weten
schap te zijn. Daarnaast moet dan nog gewezen worden op
de noodzaak voor de zich ontwikkelende filmwetenschap
om geleidelijk en steeds meer haar eigen terminologie te
vinden in plaats van de huidige termen, die maar al te vaak
er zeer tot schade van de wetenschappelijke zuiverheid
aan andere expressievormen zijn ontleend.
En tenslotte, zo meent pater Dirkse, moet in dit ver-
hand met nadruk worden gewezen op de waarde van het
experiment in zijn meest uitgebreide betekenis. Het film-
experiment, ook als vorm van wetenschappelijk onder
zoek, is een naar mijn gevoel tot op heden al te zeer ver
onachtzaamd hulpmiddel in de studie van de film. Het
zijn vrijwel uitsluitend de kunstenaars-avantgardisten, die
het voor hun doel nooit verwaarloosd hebben.
Men zou uit dit alles kunnen besluiten, dat er in feite
nog maar weinig over de film is gedacht en getheoretiseerd
ir. de wetenschappelijke betekenis van het woord. Dat is
echter niet het geval, zeker niet als men de jeugd van het
verschijnsel in aanmerking neemt.
Pater Dirkse besloot zijn openbare les met het uitspre
ken van de hoop, dat hij volgens de goede tradities van
cie Jan van Eyck-Academie, al zoekend en denkend en
daarbij ook het praktisch experiment niet schuwend, ertoe
zal mogen bijdragen, dat het wonderlijke fenomeen van
de film, thans nog vaak zo chaotisch en ongeordend, een
steeds williger dienares moge worden van de oprechte
menselijke bezieling.
Tijdens de jaarvergadering van de plaatselijke commis
sie van toezicht op de bioscopen in de gemeente Oss, die
aan het einde van het vorige jaar is gehouden, is besloten
tot de oprichting van de vereniging Landelijk Contact
Bioscoopcommissies in Nederland. Het voorlopige bestuur
van zes personen, dat de oprichting had voorbereid, werd
bij acclamatie gekozen tot definitief bestuur. Voorzitter
van de nieuwe vereniging is de heer A. Hukshorn, die deel
uitmaakt van de plaatselijke commissie van toezicht op de
bioscopen in de gemeente Schiedam.
De rechten en plichten van de aangesloten bioscoop
commissies zijn vastgelegd in statuten en reglement, waar
over te zijner tijd de Koninklijke goedkeuring zal worden
aangevraagd. De verenigingsvorm is thans gekozen, omdat
het min of meer losse verband van het landelijk contact,
dat thans reeds 35 jaar bestaat, in de laatste jaren onbe
vredigend was geworden.
Volgens de statuten stelt de vereniging zich ten doel het
contact tussen de plaatselijke commissies van toezicht
op de bioscopen in Nederland te onderhouden en te be
vorderen teneinde deze commissies in staat te stellen hun
in de Bioscoopwet en in het ter uitvoering van artikel 18
dier wet vastgesteld Koninklijk Besluit van 22 December
1927 omschreven taak zo nauwgezet mogelijk te vervullen.
De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken
door de uitgave van een correspondentieblad. het houden
van vergaderingen en het geven van voorlichting in de
meest uitgebreide zin. zowel mondeling als schriftelijk.
Het Hoofdbestuur van het N ederlandsche
Roode Kruis heeft bij schrijven van 30 November
1960 aan het Hoofdbestuur van de N ederlandsche
Bioscoop-Bond medegedeeld, dat de bioscoop
collecte ten bate van het Nederlandsche Roode
Kruis, die van 7 tot en met 13 October 1960
heeft plaatsgehad, een bedrag van f 95.520 heeft
opgebracht. Dit resultaat is 10.647 hoger dan
de opbrengst van de collecte in 1959.
Een. totaal overzicht van de opbrengst van de
bioscooptheaters is aan de directies en de be
drijfsleiders, die aan deze collecte hun mede
werking hebben willen verlenen, toegezonden.
Met grote voldoening constateert het Hoofd
bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis, dat
een belangrijk hogere opbrengst van de bioscoop
collecte, vergeleken met die van het vorige jaar,
mocht worden geboekt. Dit, financiële resultaat
vormt wederom een zeer welkome aanvulling van
de geldmiddelen, die ieder jaar opnieuw zo
dringend nodig is om het veelomvattende werk te
kunnen blijven voortzetten.
„Het stemt ons tot grote dankbaarheid, bij
voortduring uw duidelijk getoonde sympathie
voor het Roode Kruiswerk te mogen ervaren als
ook uw zeer belangrijke steun en medewerking,
om deze collecte bij uw Bondsleden te stimu
leren. Wij kunnen niet nalaten, ook de leden, van
uw Bond in dit schrijven onze welgemeende dank
te betuigen voor hun wederom geheel belangeloos
verleende hulp"aldus de brief van het Hoofd
bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis.
15