Voortgezette vergadering Buitengewone ledenvergadering Bekroonde advertentie Zoals hierboven reeds werd vermeld moest de jaarver gadering in 's-Hertogenbosch worden verdaagd, omdat om trent een belangrijk punt van de agenda geen beslissing kon worden genomen, door het niet ter vergadering ver tegenwoordigd zijn van het statutair voorgeschreven mini mum van drievierde van de kiesgerechtigde zaken. De vergadering werd op maandag 24 april 1961 voortgezet in Krasnapolsky te Amsterdam. In deze tweede vergadering kon een besluit worden genomen met een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen, onverschillig hoe veel kiesgerechtigde zaken vertegenwoordigd waren. Het aantal zaken bedroeg overigens 178. Na de benoeming van een Notulencommissie, belast met het nazien van de notulen van deze voortgezette verga dering, waarin zitting namen Mevr. F. F. de Vries-Even- huis en de heren K. Bloemraad en J. L. Paerl, kwam het nog niet behandelde voorstel van het Hoofdbestuur aan de orde. Dit jrstel hield in: a. om aan artikel 2 van de Statuten (Doel) toe te voegen de volgende zinsnede: „waaronder mede te verstaan de bevordering en behartiging van de belangen van zijn leden, voorzover die liggen op sociaal gebied, de rege ling van de arbeidsvoorwaarden inbegrepen" h. om in artikel 3 der Statuten (Middelen) in te lassen een nieuw punt: „h. het aangaan van voor een of meer leden of groepen van leden bindende collectieve ar beidsovereenkomsten", met dien verstande, dat de be staande punten h, i en j. respectievelijk worden ge noemd i, j en k. Bij dit voorstel gaf het Hoofdbestuur de volgende toe lichting: „Op het ogenblik geschiedt de vaststelling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden in het bioscoopbedrijf krach tens een bindende loonregeling van het College van Rijks- bemiddelaars. Het systeem der bindende loonregelingen, zoals dit in de naoorlogse jaren heeft gewerkt ingevolge het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, is echter alleen bestemd geweest voor een overgangsperiode en zal te zijnertijd door de regering worden beëindigd. Het Hoofdbestuur acht het evenwel noodzakelijk, dat de thans bestaande collectieve regeling van de arbeidsverhoudin gen in het bioscoopbedrijf ook in de toekomst wordt ge continueerd, hetgeen alsdan slechts mogelijk zal zijn door middel van het stelsel van de collectieve arbeidsovereen komsten. Tot het sluiten van zodanige overeenkomsten zijn op grond van artikel 2 van de Wet op de Collectieve Ar beidsovereenkomst uitsluitend bevoegd de verenigingen van werkgevers (of van arbeiders), wier statuten deze bevoegdheid met name noemen. De voorgestelde wijziging van de artikelen 2 en 3 van de Statuten heeft dus ten doel het sluiten van CA.O.'s door de Nederlandsche Bioscoop- Bond mogelijk te maken." Van de zijde van de Afdelingsraad was inmiddels aan het Hoofdbestuur een voorstel tot vereenvoudiging van de tekst gedaan, welk voorstel door het Hoofdbestuur werd overgenomen. Overeenkomstig dit voorstel werd de toe te voegen zinsnede aan artikel 2 der Statuten gewijzigd in „ook voorzover die liggen op sociaal gebied, de regeling van arbeidsvoorwaarden inbegrepen". Het voorstel werd met inachtneming van deze wijziging zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Onmiddellijk nadat de Bondsvoorzitter de voortgezette vergadering had gesloten ging hij over tot de opening van een buitengewone ledenvergadering, die was bijeengeroe pen ter behandeling van het voorstel van het Hoofdbe stuur om de heer M. Desmet te Eindhoven te benoemen tot erelid van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. De heer Miedema had van het voornemen van het Hoofdbestuur om de heer Desmet voor te dragen voor het erelidmaat schap reeds aankondiging gedaan op de receptie van de Afdeling Het Zuiden, die veertien dagen eerder te 's-Her togenbosch was gehouden. Voordat dit voorstel echter in behandeling kwam wer den de notulen van het eerste deel van de jaarvergadering, gehouden op maandag 10 april 1961 te 's-Hertogenbosch, op voorstel van de notulencommissie, bestaande uit de heren J. P. A. Biemans, J. L. Paerl en G. Schepel, goed gekeurd. Voorts werden tot leden van de commissie voor het nazien van de notulen van deze buitengewone leden vergadering benoemd, mevrouw De Vries-Evenhuis en de heren Bloemraad en Paerl. De Bondsvoorzitter stelde daarop aan de orde het voor stel van het Hoofdbestuur om de heer Desmet te benoemen tot erelid van de Bond. Ook in deze vergadering even als op de receptie van de Afdeling Het Zuiden werd dit voorstel met luid applaus begroet. Nadat het voorstel zonder hoofdelijke stemming was aangenomen richtte de heer Miedema zich met enkele welgekozen woorden tot het nieuwe erelid, aan wie hij vervolgens de oorkonde als bewijs voor deze bijzondere onderscheiding overhandigde. De heer Desmet sprak tenslotte een dankwoord, waarin ontroering doorklonk. Hij verklaarde, dat hij met deze benoeming zeer gelukkig was gemaakt en dat hij zich geen mooier geschenk zou kunnen denken. De heer Desmet herinnerde aan de prettige sfeer, die in de Bond heerst en die een unieke samenwerking mogelijk maakt. Prettige herinneringen zijn er ook verbonden aan het lidmaatschap van het Hoofdbestuur. De heer Desmet besloot met het uitspreken van zijn dank voor de onderscheiding, die hem was verleend. De Jury Advertentieprijzen 1960 van het Genootschap voor Reclame heeft de advertentie, waarmede de reclame campagne „Samen naar de filmja, gezellig" is ge start, bekroond. De uitreiking van de prijs, bestaande uit een fraaie medaille met inscriptie, vond plaats in Carlton te Am sterdam op 28 april. In deze bijeenkomst werd het woord gevoerd door de Voorzitter van het Genootschap, Jhr. W. van Andringa de Kempenaer. Deze deelde onder andere mede, dat het aantal inzendingen voor de jaarprijzen dit jaar 1418 heeft bedragen tegen 779 het vorig jaar, ver deeld over verschillende categorieën. In de categorie, waartoe onze advertentie behoort, waren 168 inzendingen en twee bekroningen. Als norm voor de beoordeling der advertenties gold: wat het meeste heeft bijgedragen tot verhoging van het advertentiepeil. De prijs voor de advertentie „Samen naar de film ja, gezellig" werd namens de Nederlandsche Bioscoop- Bond in ontvangst genomen door de heer H. S. Boekman, Vice-Voorzitter. 80

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 10