Jeugdiïlmfestival -voor Amsterdamse Middelbare scholieren Verlenging overgangsregeling voor zondagsarbeid in de bioscopen Geen filmbeurs J. Nijland Jr.. Hoofdbestuur Nederlandsche Bioscoop- Bond. Na de vertoning der ingezonden reclamefilms maakte de Genootschapsvoorzitter het jurvrapport en daarmede de uitslagen bekend. Het juryrapport luidt als volgt: De jury heeft op dinsdag 2 mei 1961 zitting gehouden en vijftien, door zes producenten ingezonden, reclame films beoordeeld volgens de haar voorgeschreven richt lijnen. De heer Nijland Jr. was op het laatste moment door ziekte verhinderd de zitting bij te wonen. De elementen, waarop de films werden gewaardeerd, waren 1overbrenging van de verkoopboodschap 2. gebruik van de film als medium; 3. goede smaak. Nadat de jury de films aan een voorselectie had onder worpen, bleven er zeven films over, die opnieuw werden beoordeeld. De juryleden gaven ieder voor zich voor elk van deze zeven films een cijfer van 1 tot en met 10. op grond van bovengenoemde elementen. De jury is van oordeel, dat de Nederlandse reclame films, die dit jaar ter beoordeling werden ingezonden, een zeer grote variatie vertoonden. Ditmaal waren er zo wel life-, teken- als poppenfilms. De jury meent een voor uitgang in het peil te kunnen constateren, maar wil daar naast waarschuwen tegen het feit, dat in enkele gevallen de muzikale illustratie alsook de beeldwisseling een ge jaagd en nerveus karakter heeft. Unaniem werden daarop de volgende drie films aan gewezen om in aanmerking te komen voor de drie jaar prijzen van het Genootschap voor Reclame, waarbij overeenkomstig de voorwaarden geen rangorde werd vastgesteld. Deze films zijn, in alfabetische volgorde volgens de titel: „Een extra reportage" geproduceerd door Polygoon- Profilti in opdracht van de N.V. Sola Fabrieken te Zeist. Deze geestige reclamefilm bracht van het begin af aan duidelijk de reclameboodschap, waarbij opviel het voor treffelijke spel van de beroepsacteurs. De gesproken tekst was gebaseerd op een origineel idee en werd gedurende de gehele film onderhoudend gebracht. „In Blauw en Zwart" geproduceerd door L niefilm in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst te Den Haag. De jury was van mening, dat in deze film de benadering en uitwerking van het onderwerp, te weten de werving voor de Rijkspolitie, op knappe wijze en met voldoende vaart werd gebracht. „Nu... ja!" geproduceerd door N.V. Joop Geesink's Dollywood in opdracht van N.V. Nutricia te Zoetermeer. De superieure kwaliteit van deze reclamefilm handhaaft zich van het begin tot het eind. De reclameboodschap treft men van meet af aan. Op indringende wijze worden de woorden „Nutricia" en „Chocomel" naar voren ge bracht, waarbij een voortreffelijk gebruik wordt gemaakt van het geluid. De prijs van de Nederlandsche Vereeniging van Bios coopreclame-Exploitanten, te weten een week gratis ver toning in een middelgroot theater, werd toegekend aan de film „Nu ja!". Vervolgens werd nog een groot aantal reclamefilms van Nederlandse en buitenlandse origine vertoond, o.a. alle reclamefilms, die het vorig jaar op het Reclamefilmfestival te Venetië waren bekroond. Het stemt tot voldoening, dat opnieuw bleek, dat de Nederlandse producenten van reclamefilms hierbij in de voorste gelederen staan. Onder auspiciën van de Filmcommissie van de Amster damse Jeugdraad is in de hoofdstad tijdens de Paas vakantie een jeugdfilmfestival georganiseerd, waaraan een groot aantal leerlingen van middelbare scholen hebben deelgenomen. Het programma droeg in sterke mate een in structief karakter. Er werd een excursie georganiseerd naar de Cinetone Studio's in Duivendrecht, waar de heer de Vogel van de Stichting L niversitaire Film te Utrecht een uiteenzetting gaf van de uitdrukkingsmogelijkheden van het filmmedium. In het Stedelijk Museum vond een vertoning plaats van de film „De Lage Landen", die in opdracht van de Shell was gemaakt door de jonge cineast G. Sluizer, die zelf een toelichting gaf op het werk van de filmer. Voorts was er een discussie over enkele filmfragmen ten, die werd ingeleid door de Haagse filmcriticus Piet van der Ham. Tenslotte sprak de filmcriticus Charles Boost over ..De mens. zoals die in de film verschijnt". In het programma was ook een bezoek aan een Amster dams bioscooptheater opgenomen, waarvoor de leden van de Afdeling Amsterdam van de Nederlandsche Bioscoop- Bond toegangsbewijzen beschikbaar hadden gesteld. Het Jeugdfilmfestival, dat zich over drie dagen uitstrek te, is ten zeerste geslaagd en heeft vele jonge Amsterdam mers wat meer begrip voor de film bijgebracht. De Commissie Arbeidswetgeving van de Sociaal-Econo mische Raad heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid geadviseerd de overgangsregeling voor de zondagsarbeid in bioscopen voor een periode van twee jaar te verlengen. Krachtens het Werktijdenbesluit voor bioscopen, dat op 1 juni 1958 in werking is getreden, moeten de werknemers dertien zondagen per jaar vrij hebben. Gedurende een overgangsperiode van drie jaar mocht echter in plaats van een vrije zondag een extra vrije avond worden gegeven. De Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht de overgangstermijn te verlengen. De Commissie wees erop, dat de moeilijkheden bij het geven van vrije zondagen voortspruiten uit het grote bioscoopbezoek tij dens het weekeinde en het aanzienlijk tekort aan vervan gend personeel. Een aantal ondernemers blijkt echter, aldus de Com missie, wel in staat te zijn de verplichte dertien zondagen vrij te geven. Om deze ontwikkeling te stimuleren advi seert de Commissie Arbeidswetgeving van de Sociaal-Eco nomische Raad een verlenging van de overgangsperiode. In verband met de Internationale Filmweek Arnhem 1961. die op maandag 5 juni officieel wordt geopend, zal er op die dag te Amsterdam geen filmbeurs worden gehouden. 95

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 23