Agenda Jaarrekening en Balans waarbij in ieder geval de belangen van ons bedrijf zoveel mogelijk worden gediend. Een andere aangelegenheid, aldus de Bondsvoorzitter, is die van de vrije zaterdag en het effect daarvan op onze bedrijven. Het vorig jaar heeft het Hoofdbestuur uitvoe rig overleg gepleegd onder meer met enige Afdelings besturen nopens de vraag, of het met het oog op de toe nemende invoering van de vrije zaterdag voor grote groe pen van de bevolking wenselijk is de vertoningsweek niet langer meer op vrijdag, maar op donderdag te laten aan vangen. In het algemeen werd dit voor onze gehele be drijfstak in dit stadium allhans niet wenselijk geacht, wes halve het Hoofdbestuur zich onthouden heeft van het nemen van maatregelen. In de grote steden bleek men anders over dit probleem te denken. De premièretheaters in de grote steden hebben althans het plan opgevat om binnenkort een proef te nemen met de donderdag als aan vang der vertoningsweek. Het Hoofdbestuur ziet de resul taten van deze proef met belangstelling tegemoet. Een zaak, waarvan nog niet alle leden voldoende door drongen zijn, is het grote belang om juist in deze tijd het aanzien van ons bedrijf op peil te houden en te verbete ren. Men vergeet inderdaad nog te vaak, dat de standing en de betekenis van ons bedrijf mede bepaald worden door onze reclame in het algemeen en de advertenties in het bijzonder. De heer Miedema deed opnieuw een beroep op de leden om bij het samenstellen van de advertenties matiging te betrachten en alles te verwijden, wat beneden de standing van het bedrijf is. Dit is ook noodzakelijk, opdat geen afbreuk wordt gedaan aan het effect van onze collectieve reclamecampagne. Tenslotte sprak de Bondsvoorzitter nog met een enkel woord over de Filmweek Arnhem 1961. De voorbereidin gen voor deze nieuwe Filmweek zijn in volle gang. Ik ver wacht, aldus de heer Miedema. dat alle leden het streven om deze week tot een grootscheepse manifestatie van de levende kracht van de film en het filmbedrijf te maken, zullen steunen. Na nog de Afdeling Het Zuiden dank te hebben betuigd voor haar gastvrijheid verklaarde de Voorzitter de vergadering voor geopend. De vergadering gaf met een hartelijk applaus uiting aan haar waardering voor de openingsrede van de Bondsvoor zitter, die daarna overging tot de behandeling van de agenda. De notulen van de op 30 mei gehouden buitengewone ledenvergadering werden op voorstel van de Notulencom- missie, bestaande uit de heren T. Koper te Enschede, L. W. R. Meyer te Amsterdam en J. S. Schoonbeek te 's-Gra- venhage, goedgekeurd. Tot leden van de Notulencommis- sie belast met het nazien van de notulen van deze jaar vergadering werden benoemd de heren J. P. A. Biemans te Oisterwijk. J. L. Paerl te Amsterdam en G. Schepel te Delfzijl. Vervolgens werd dispensatie verleend van het bepaalde in artikel 26 der Statuten met betrekking tot het houden van de jaarvergadering voor of op 31 maart. De heer Alter vroeg bij de behandeling van het jaar verslag naar de gang van zaken met betrekking tot de vrije zondagen, aangezien op 1 juni 1961 de uitzonde ringsbepaling van de verplichte dertien vrije zondagen ingevolge het Werktijdenbesluit voor Bioscopen eindigt. Wat gebeurt er. als de uitzonderingsbepaling niet wordt verlengd? De Voorzitter antwoordde hierop, dat de Sociale Com missie de nodige stappen heeft ondernomen en nog met deze zaak bezig is. Er is nog geen bescheid gekomen van de staatssecretaris van Sociale Zaken. Het is niet mogelijk om daarop thans reeds vooruit te lopen. Na deze korte discussie werd het jaarverslag vervol gens goedgekeurd. ISamens de Commissie van Rapporteurs, waarin mede zitting hadden de heren C. van Liere te Goes en H. Zon- Tussen de bedrijven door zocht men het zonnetje op de Parade, waar men graag nog wat napraatte. 78

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 8