Begroting Verkiezing Hoofdbestuur dervan Ie Leeuwarden, bracht de heer Alter daarop ver slag uit over de Rekening en Verantwoording van het financieel beheer over 1960 en de Balans per 31 december 1960. Hij wees er daarbij onder meer op. dat het bedrag der ontvangen contributies in 1960 bedroeg 809.005.51 tegenover 778.738.55 in 1959. In 1960 werd dus 30.266.96 meer aan contributies ontvangen dan in het voorafgaande jaar. Onder de andere baten viel in het bij zonder de post interest op, die van 79.648,41 in 1959 steeg tot f 100.472.37 in 1960, een toeneming met 20.823,98. Wat betreft de gewone lasten constateerde de Commis sie, dat deze in vergelijking met 1959 waren gedaald met een bedrag van 1.977.45. Houdt men bovendien nor; rekening met het feit, dat in 1960 reeds een bedrag is gereserveerd voor de Internationale Filmweek Arnhem 1961 dan heeft er in feite een daling van de normale las ten plaatsgevonden ten bedrage van 19.977,45. De heer Alter vestigde de aandacht voorts op de post Onvoorzien, waarvoor in de begroting voor 1960 geen enkel bedrag was gereserveerd. De Commissie zou het juis ter hebben gevonden, indien voor deze lasten tijdig een suppletoire begroting was ingediend. Het voordelig saldo van 222.428,13 kan men niet an ders dan verheugend noemen. Dit resultaat moet voor een groot deel worden toegeschreven aan koerswinsten. De wijze, waarop de beleggingen en de verkoop van effecten in 1960 hebben plaatsgevonden, kan niet anders betiteld worden dan als een goed financieel beleid. Ook ten aan zien van de Balans gaf de heer Alter namens de Commis sie van Rapporteurs een toelichting op diverse posten. De Voorzitter dankte de Commissie voor de door hen verrichte arbeid, waarop de vergadering de Balans, slui tende met een bedrag van ƒ4.189.211.22, en de Rekening en Verantwoording over het boekjaar 1960, sluitende met een totaal van 864.882.37. zonder hoofdelijke stemming goedkeurde. Bij de behandeling van de begroting voerde de heer Alter eveneens het woord mede namens de heren C. van Liere en H. Zondervan. De heer Alter betreurde het, dat het de Commissie van Rapporteurs niet was toegestaan om ook over de begroting verslag uit te brengen. De heer Alter maakte bezwaar tegen de toelichting op de begrotingspost contributies, waarin wordt gezegd, dat de contributies dienen ter dekking van de lopende uitga ven over 1961. De geraamde contributies zijn niet vol doende om de begrote lasten voor 1961 te dekken. De dek king van dit deficit is slechts mogelijk door middel van andere baten. Kritisch toonde de heer Alter zich ook met betrekking tot het voornemen van het Hoofdbestuur om belangrijk minder bankgelden op langere termijn uit te zetten, welk voornemen blijkt uit een vermindering van de geraamde baten interest bankinstellingen. Voorts vroeg de heer Alter aandacht voor de lasten Filmweek Arnhem, die steeds in de begrotingen van twee jaren zijn verwerkt. Het kwam de Alter juister voor deze lasten geheel te brengen op de begroting van het jaar, waarin de Filmweek wordt gehouden. De Bondspenningmeester, de heer A. F. Wolff. gaf als zijn standpunt te kennen, dat de contributie dient ter dekking van de uitgaven van de Bond. In de toelichting op de begroting is niet gezegd, dat alle uitgaven van de Bond uitsluitend worden gedekt door de contributie; er zijn nu eenmaal ook andere inkomsten. Ten aanzien van de post Filmweek herinnerde de heer Wolff eraan, dat er enige jaren geleden een besluit is genomen om jaarlijks een bedrag voor de kosten van de Filmweken te reserveren, ook al worden deze slechts om de twee jaren gehouden. Daardoor worden de kosten beter over de jaren verdeeld. Wat betreft de beleggingen op lange termijn behoeft de heer Alter zich geer, zorgen te maken; het Hoofdbestuur houdt hierop nauwlettend oog. Na enige discussie werd de begroting vervolgens onge- n ijziiid vastgesteld. Het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van de Statuten om de mogelijkheid te openen tot het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten kon niet in behandeling worden genomen, aangezien minder dan drievierde van de stemgerechtigde zaken ter vergadering aanwezig was. De behandeling van dit voorstel diende derhalve te worden verdaagd. De Bondsvoorzitter kondigde aan, dat de be handeling van het voorstel zal worden voortgezet op een tweede vergadering op maandag 24 april in Krasnapolsky te Amsterdam. Aangenomen werd vervolgens een voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van artikel 10 van het Alge meen Bondsreglement, in dier voege, dat de sub A ge noemde bijdrage van donateurs (trices) wordt verhoogd van 100,tot 250,per jaar en aan artikel 10A de volgende zin wordt toegevoegd: „Na afloop van de hier boven genoemde drie achtereenvolgende jaren zijn de do nateurs (trices) telkens wederom verbonden voor een ter mijn van een jaar, tenzij donateurs (trices) zes maanden vóór de afloop van de termijn van drie jaren, respectieve lijk van een termijn van een jaar, schriftelijk aan de Bond te kennen geven, dat zij niet langer donateurs f trices) wen sen te zijn". Bij de verkiezingen voor het Hoofdbestuur werden de periodiek aftredende leden Joh. Miedema te Sneek, W. J. F. van Ewijk te Bussum en R. Uges te Rijnsaterswoude, bij enkele kandidaatstelling herkozen. De Voorzitter wens te de heren Van Ewijk en Uges geluk met hun herbenoe ming en dankte de vergadering voor het vertrouwen, dat zij ook in hem heeft gesteld. De Vice-Voorzitter, de heer H. S. Boekman, richtte zich met woorden van waardering tot zijn herbenoemde col lega's. De herbenoeming van de drie Hoofdbestuursleden is zeker terecht geschied. In het bijzonder verheugde het de heer Boekman, dat ook het voorzitterschap van de heer Miedema opnieuw is verlengd. „Wij zijn verheugd", zo sprak de heer Boekman, de Bondsvoorzitter toe. ..dat u uw- bestuursperiode heeft willen verlengen, omdat van u be zieling en strijdkracht uitgaat. Het is prettig om daar van hier getuigenis te kunnen afleggen". De heer Boek man sprak de hoop uit, dat de Bondsvoorzitter nog vele jaren de Bond zal mogen leiden en voorgaan in goede gezondheid. Met applaus onderstreepte de vergadering deze woorden van de Vice-Voorzitter. Op voorstel van het Hoofdbestuur besloot de vergade ring tenslotte de jaarvergadering in 1962 te houden in Amsterdam. 79

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 9