Groeiende goodwill althans waartoe hij gelegenheid heeft gegeven, bestond uit een filmprogramma van een journaal, een voorfilmpje en een hoofdfilm genaamd „Striptease en Gangsters", welke voorstelling is aangevangen op zaterdag en geëindigd op zondag, zodat er geen sprake is van een openbare ver makelijkheid gehouden op zondag voor 13 uur als be doeld in het eerste lid van artikel 4 van de Zondagswet. De Kantonrechter overweegt dan verder, dat het overi gens niet valt in te zien dat een openbare vermakelijkheid op zaterdag aanvangende en eindigende op zondag om 1.20 uur een beletsel vormt voor de viering van de zondag en dat een verbod van een zodanige vermakelijkheid strekt tot verzekering van de openbare rust op zondag, zoals de considerans van de Zondagswet overweegt. In hoger beroep heeft de Rechtbank geen nieuwe over wegingen aan de beslissing van het vonnis van de Kan tonrechter toegevoegd. De Rechtbank heeft de argumen ten van de Kantonrechter in zijn geheel en als zodanig overgenomen. Speciaal van belang is dus hier, dat de oordelende Rechters met de exploitant menen, dat de filmvoorstelling zoals deze gegeven is geen beletsel vormt voor de viering van de zondag en dat ook niet de openbare rust op de zondag door de filmvertoning is verstoord. Voorwaar, een belangrijke beslissing voor de bioscoop exploitant. Ruim een jaar geleden zijn in het Bondsorgaan twee initiatieven gesignaleerd, die voor het film- en bio scoopbedrijf van grote betekenis zijn, namelijk, dat het (Christelijk) „Zeeuwsen Dagblad" en enige tijd daarna ook het dagblad „De Rotterdammer" een begin hadden gemaakt met het regelmatig publiceren van filmrecensies. Wij hebben bij die gelegenheden gesproken van een ver heugend verschijnsel, omdat daaruit naar ons oordeel bleek, dat ook in orthodox-protestantse kringen steeds meer de opvatting groeiende is, dat film en bioscoop in stituten zijn, die men niet zonder meer kan verwaarlozen. Het is dan ook met voldoening, dat wij thans een derde soortgelijk initiatief hebben zien nemen door het dagblad „Trouw". Op 21 oktober van dit jaar heeft Trouw de eerste van een reeks veertiendaagse filmkronieken geplaatst, die worden verzorgd door dr H. S. Visscher te Haarlem. Dr Visscher is in filmkringen een bekende persoonlijk heid. Hij promoveerde in 1953 aan de Gemeente Univer siteit te Amsterdam op een proefschrift, dat handelde over de droom in de moderne poëzie. Hij is leraar Ne derlands aan het Eerste Christelijk Lyceum te Haarlem. Van zijn hand verschenen vele publikaties over film, onder andere in het tijdschrift „Wending" en in de reeks „Verkenningen" van het Nederlands Filminstituut. Dr Visscher is docent aan de Nederlandse Filmacademie en lid van de Kunstcommissie voor voortgezet onderwijs, sectie film, te Haarlem. „Wij zijn ervan overtuigd", zo schreef de redactie van Trouw ter inleiding van deze veertiendaagse filmkroniek, ..dat zijn deskundige besprekingen van belangrijke films en algemene onderwerpen de cinematografie betreffend onze lezers een boeiende informatie op dit gebied zullen geven". Het besluit van de redactie van Trouw om over te gaan tot het instellen van een filmrubriek wijst op een kentering in de houding tegenover de film, waarover wij ons ten zeerste verheugen. Dit houdt, zoals wij reeds eerder schre ven, een erkenning van onverdachte zijde in, dat de good will van het film- en bioscoopbedrijf bij het protestantse volksdeel groeiende is. Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehouden ver gaderingen besloten toestemming te verlenen als bedoeld in het Algemeen Bedrijfsreglement aan: de heer WJ. van Kessel Sr. tot het voortzetten van de permanente bioscoopexploitatie Lido Theater te Vlijmen, welke bioscoop tot dusver in het Bedrij f sregister stond in geschreven ten name van de Firma W. J. W. J. van Kessel de heer P. J. A. Jansen tot het voortzetten van de per manente bioscoopexploitaties Alpha Theater te Goirle en Apollo Bioscoop te Kaatsheuvel, welke bioscopen in het Bedrij f sregister stonden ingeschreven ten name van de Firma Biemans' Bioscopen; de (nieuwe) Firma Minerva Theater, waarvan firman ten zijn de heren N. J. Boon en C. Snethlage, tot voort zetting van de permanente bioscoopexploitaties Cinema Pallas en Minerva Theater te Apeldoorn, welke bioscopen tot dusver ten name van de oude Firma Minerva Theater (waarvan mede-firmante was wijlen Mevrouw H. S. Snethlage-Bunk) in het Bedrij f sregister stond ingeschre ven; Mevrouw M. J. C. der Kinderen-Van den Hurk tot voort zetting van de permanente bioscoopexploitatie Biobest te Best, welke bioscoop voorheen in het Bedrij f sregister stond ingeschreven ten name van wijlen de heer A. fl. der Kin deren Mevrouw C. M. Baars-Renniers tot het voortzetten van de permanente bioscoopexploitatie Centraal Theater te Geertruidenberg, welke bioscoop voorheen ten name van wijlen de heer B. A. Baars in het Bedrij f sregister stond ingeschreven de heer D. C. Luykx tot het voortzetten van de perma nente bioscoopexploitatie Luma Theater te St. Willebrord, welke bioscoop tot dusver ten name van de Firma Wed. M. Luykx-Marij nissen Zonen in het Bedrij f sregister stond ingeschreven; de (nieuwe) Firma Scala Theater, waarvan vennoten zijn Mevrouw J. C. Flapper-Manders en de heren D. F. M. Flapper, C. A. H. en H. H. Lamberigts, tot het voortzet ten van de permanente bioscoopexploitatie Scala Theater te Weert, welke bioscoop tot dusver op naam van de voor malige Firma Scala Theater (vennoten: Mevrouw J. C. Flapper-Manders en de heer H. H. Lamberigts) in het Bedrijfsregister stond ingeschreven; de heer S. Israël tot het voortzetten van de permanente bioscoopexploitatie West End Theater te Amsterdam, wel- 187

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 5