Koninklijke onderscheidingen hij niet tot de lezers van genoemd blad behoort. Wij be vinden ons dus in goed gezelschap, wanneer we moeten bekennen slechts bij toeval van de inhoud van dit week blad kennis te nemen. Men heeft het ons onlangs van ver schillende zijden toegezonden in verband met een redac tionele publicatie onder de titel „Misplaatst" een arti kel kan men het bezwaarlijk noemen waarin naar aan leiding van de klacht van de Bondsvoorzitter op de jaar vergadering over de toestand in ons bedrijf en diens be roep op de overheid om meer spoed te betrachten bij de oplossing van het lastenvraagstuk apodictisch verklaard wordt: ,,ln de eerste plaats zijn er, zoals iedere Nederlan der weet, urgentere vraagstukken. Maar in de tweede plaats is het bioscoopbedrijf een onderdeel van de ver maaksindustrie, nagenoeg zonder culturele functie: er is dus geen enkele reden voor dit bedrijf om tegemoetkomin gen te verlangen, die zelfs culturele manifestaties nog slechts in onvoldoende mate genieten". Uit de reacties, die wij van de zijde onzer leden te horen kregen, leiden wij af, dat ook zij evenals Kees Frens voort aan eerst naar de tandarts zullen moeten alvorens zij van Elsevier kennis zullen kunnen nemen, hetgeen dan dit nuttige resultaat tot gevolg zal hebben, dat tijd en geld gespaard worden. Men verwachte intussen niet, dat wij tegen dit soort journalistiek van leer trekken. Immers, zij die bevoegd zijn tot oordelen hebben over de betekenis van ons bedrijf en zijn organisatie een andere, betere en meer gefundeerde mening. Bovendien onderschatte men de invloed van der gelijke organen niet! Wèl zij aangetekend, dat de Voor zitter het belastingvraagstuk niet als „van de hoogste ur gentie'' heeft gekwalificeerdhij heeft slechts bescheiden lijk om méér spoed bij de behandeling gevraagd, wel we tende dat de overheid nog met enige méér urgente zaken te maken heeft. Het gevoel voor verhoudingen is ons niet vreemd. Wèl schijnt dat bij Elsevier het geval te zijn. Wanneer men een orgaan uitgeeft, dat van de 48 pagina's druks er ruim 24 aan advertenties heeft en ondanks dat zijn zoete winst mede dankt aan de vrijstelling van omzet belasting als massmedium en daarnaast een ander mass- medium. dat cultureel waarlijk meer te betekenen heeft, een door iedereen onder de huidige omstandigheden re delijk geachte tegemoetkoming in de extra zware belas tingdruk wenst te onthouden, dan is er iets anders aan de orde dan een journalistiek oordeel. Dan wordt de journa listiek gehanteerd als een stiletto. De heer J. L. Geesink, directeur van de N.V. Joop Geesink's Filmproductie „Dollywood" en van de N.V. Starfilm is op vrijdag 27 april ter gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit de Koningin benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Een zelfde onderscheiding viel de heer P. J. van Mullem, hoofdredacteur van „Critisch Filmbulle- tin", ten deel. Gaarne voegen wij onze gelukwensen bij de vele, die de heren Geesink en Van Mullem ongetwijfeld naar aanleiding van deze Koninklijke onderschei ding zullen hebben ontvangen. Koningin Juliana be zocht donderdag 75 maart in het City Theater te Amster dam de galapremière van de nieuwe Ne derlandse speelfilm „Kermis in de Re gen". De première werd voorts bijge woond door de mi nisters van Buiten landse Zaken, van Binnenlandse Zaken en van Economische Zaken en de staats secretaris van Onder wijs, Kunsten en We tenschappen, mr Y. Scholten. Vele leden van het Hoofdbestuur alsmede de Bonds directeur waren even eens aanivezig. Op de foto ziet men de Ko ningin in gesprek met de regisseur Kees Brusse en diens echtgenote. Rechts op de foto de heer C. S. Roem, directeur van Polygoon-Prof ilti. 258

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 4