Internationale bijeenkomsten
F.I.A.D.
B.I.C.
C.I.C.E.
U.I.E.C.
De verschillende internationale organisaties, die werkzaam zijn op het gebied
van film en bioscoop, hebben in de periode eind aprilbegin mei in ver
schillende bijeenkomsten in Milaan, Rome, Parijs en Cannes een grote
activiteit aan de dag gelegd. Zowel de filmverhuurders, de bioscoopexploi
tanten als de overkoepelende organisatie van het internationale film- en
bioscoopbedrijf hebben in algemene vergaderingen de problematiek van het
bedrijf aan diepgaande beschouwing onderworpen.
De eerste bijeenkomst was die van de
Fédération Internationale des Associations
de Distributeurs de Films (F.I.A.D.),
waarin de filmverhuurders internationaal
zijn georganiseerd. Deze vergadering vond
plaats te Milaan op 25 april. De Be
drijfsafdeling Filmverhuurders van de Ne-
derlandsche Bioscoop-Bond werd daarbij
vertegenwoordigd door de Voorzitter, de
heer H. S. Boekman.
Na uitvoerige besprekingen werd defini
tief besloten over te gaan tot de oprichting
van een internationale arbitragecommissie,
welk plan reeds in december van het vo
rige jaar op een vergadering te Rome ter
sprake was gekomen. De leden van de
commissie zullen om de twee jaar kunnen
worden herbenoemd of door nieuwe leden
kunnen worden vervangen. De voorzitter
zal bij voorkeur een jurist zijn. Op histo
rische overwegingen werd voor de plaats
van vestiging gedacht aan Rome. De heer
Beekman heeft deze gedachte bestreden.
Hij was van mening, dat de commissie
meer centraal moest zetelen.
Langdurig werd van gedachten gewis
seld over de moeilijkheden in het verhuur
bedrijf. Tenslotte werd besloten tot de in
stelling van een commissie, waarin afge
vaardigden uit Italië, Spanje, Franrijk en
België zitting zullen hebben en die de
mogelijkheden zal bestuderen van de in
stelling van een internationale filmver-
huurpool.
Op 26 en 27 april volgde, eveneens te
Milaan, een vergadering van het Bureau
International du Cinéma, waarin de inter
nationale organisaties van bioscoopexploi
tanten, filmverhuurders, filmproducenten
en filmtechnische bedrijven hun overkoe
peling vinden. De Nederlandsche Bioscoop-
Bond werd op deze bijeenkomst vertegen
woordigd door de Bondsvoorzitter, de heer
Joh. Miedema, de Voorzitter van de Be
drijfsafdeling Filmfabrikanten en Film
producenten, de heer C. S. Roem en de
Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman.
Tijdens deze vergadering stond het toe
komstige lot van de Europese film in het
brandpunt van de belangstelling van de
verschillende delegaties, die onder meer
afkomstig waren uit Spanje, West-Duits
land, België, Groot-Brittannië, Italië,
Frankrijk, Oostenrijk, Israël, Portugal en
Zwitserland. Hoofdthema's vormden daar
bij de wenselijkheid van behoud en uit
breiding van de steunmaatregelen ten gun
ste van het filmbedrijf en de afschaffing
van de vermakelijkheidsbelasting. Van
verschillende zijden werd zeer sterk de
nadruk gelegd op het belang van het be
houd van een gezonde nationale filmpro-
duktie en op de noodzaak van een geza
menlijk optreden van alle bij film en bio
scoop betrokkenen op Europees niveau.
Besloten werd een memorandum te
doen samenstellen ter ondersteuning van
de eis tot een rechtvaardiger fiscale be
handeling van het film- en bioscoopbedrijf
in alle landen.
De algemene vergadering hield zich
voorts nog bezig met het vraagstuk van
de auteursrechten, dat in verband met de
voorbereidingen, die worden getroffen ter
herziening van de Conventie van Bern.
van grote betekenis is.
Te Rome heeft voorts op 30 april een
voorbespreking plaatsgevonden tussen ver
tegenwoordigers van het film- en bioscoop
bedrijf uit verschillende landen ter voor
bereiding van de oprichting van een Co
mité van de Europese Filmindustrie (Co
mité de 1'Industrie Cinématographique
Européenne C.I.C.E.). Deze bespreking
werd voor Nederland bijgewoond door de
heren C. S. Roem en J. G. J. Bosman. De
besprekingen leidden tot een nieuwe bij
eenkomst te Cannes op 17 mei, waarbij de
heer C. S. Roem aanwezig was.
Te Cannes hebben de nationale bedrijfs
organisaties op het gebied van de produk-
tie van speelfilms, de produktie van korte
films, de verhuur van films en de film
technische bedrijven, gevestigd in het ge
bied van Europese Economische Gemeen
schap, inderdaad besloten een Comité van
de Europese Filmindustrie in te stellen.
Dit Comité heeft ten doel de ernstige pro
blemen, waarvoor de industrie zich in de
bewuste staten geplaatst ziet, te bestu
deren en met de grootste urgentie midde
len te vinden tot verbetering van de
situatie. De werkzaamheid van het Comité
is erop gericht onmiddellijk maatregelen
te nemen om het voortbestaan te verzeke
ren van de bedrijfsactiviteiten en te be
vorderen, dat in het kader van het ver
drag van Rome een aanvaardbare oplos
sing wordt gevonden voor het vraagstuk
van de vrije nationale artistieke uitings
vorm op het gebied van de cinematografie
en voor een zo breed mogelijke versprei
ding van de film in de aangesloten lan
den.
Het Comité is samengesteld uit deskun
digen van de landen van de Europese
Economische Gemeenschap en stelt zich
voor aan de in Brussel zetelende Europese
Commissie ontwerp-besluiten voor te leg
gen, die het resultaat zijn van haar studie
van bovenbedoelde vraagstukken. Voorts
verlangt het Comité geraadpleegd te wor
den over alle beslissingen ter regeling van
het complex van problemen, dat opge
roepen wordt door de toepassing van het
verdrag van Rome voor een bedrijf, dat
niet alleen industrie is, maar tevens een
kunstuiting, die aan de economische voor
waarden van de kunstproduktie moet vol
doen, evenals aan de wijze van culturele
verspreiding.
Er is een uitvoerend bureau in het leven
geroepen, dat zal bestaan uit de heren
Von Hartlieb en Schulz voor de Duitse
Bondsrepubliek, de heer Hansen voor
België en Luxemburg, de heer Brisson
voor Frankrijk, de heer Tavazza voor
Italië en de heren Roem en Bosman voor
Nederland. Het Comité is gevestigd te
Brussel.
De internationale organisatie van bio
scoopexploitanten, de Union Internationale
de 1'Exploitation Cinématographique.
heeft voorts op 3 en 4 mei te Parijs een
algemene vergadering gehouden, waaraan
de heren Joh. Miedema en J. G. .1. Bos
man namens de Nederlandsche Bioscoop-
Bond deelnamen. Aanwezig waren verder
afgevaardigden uit West-Duitsland, België,
Spanje, Groot-Brittannië, Italië, Portugal
en Zwitserland.
Ook tijdens deze bijeenkomst vond een
uitvoerige bespreking plaats van de vraag
stukken, waarvoor het internationale bio
scoopbedrijf zich geplaatst ziet. De in
grijpende wijziging, die thans op stapel
staat met betrekking tot de internationale
regeling van het auteursrecht, zoals die is
neergelegd in de Conventie van Bern,
bracht de vergadering tot de uitspraak, dat
films aan bioscopen dienen te worden ge
leverd vrij van alle rechten, ook van
auteursrechten. Men was van mening, dat
de vergoeding voor het auteursrecht uit
sluitend een aangelegenheid van de film
producent is. De U.I.E.C. zal zich dan ook
met alle middelen verzetten tegen een
stelsel, waarin schrijvers en anderen, die
een auteursrecht op films bezitten, aan-
310