augustus een topmaand vormt. In oktober wordt dan be gonnen aan de afwerking van de filmsde films worden gemonteerd en van geluid voorzien in eigen goed ge outilleerde montage- en geluidsstudio's. Bij de nasynchro- nisatie worden de hoofdrollen nagesproken, vaak door leerlingen van de Maastrichtse toneelacademie, om te voorkomen, dat het typisch Limburgs dialect in de dia logen zou gaan overheersen. Het bedrijf is thans zodanig ingericht, dat per jaar twee jeugdspeelfilms op verant woorde wijze kunnen worden vervaardigd. De eindafwer- king van de films vindt tenslotte plaats in de Nederlandse filmlaboratoria. In Schinnen wordt op het ogenblik druk gewerkt aan de uitvoering van twee nieuwe filmprojecten, namelijk ..Pietje Bell, de straatjongen van Botterdam" en „Sjors en Sjim- mie op Pirateneiland", terwijl enkele maanden geleden „Het Geheim van de Zwarte Boofridder" en „Bobin Hood en zijn schelmen" in première zijn gegaan. Behalve het reeds genoemde „Drie jongens en een hond" heeft de heer Van der Linden voorts nog gemaakt „Tarza de wolfs hond", „,Dik Trom en het circus", „Nieuwe avonturen van Dik Trom", Vier rakkers en een ouwe jeep". „Sjors van de Bebellenclub" en „Avonturen van een zigeuner jongen". De premières vinden doorgaan plaats in Am sterdam, 's-Gravenhage en in een Limburgs theater. Het spreekt wel vanzelf, dat de produktie van Nederlandse jeugdfilms onder geheel andere omstandigheden plaats vindt dan die van de gewone speelfilms. In de eerste plaats moet in verband met de veel geringere amortisatie- mogelijkheden getracht worden de kosten van de pro duktie zo laag mogelijk te houden. Immers, de jeugdfilms worden vrijwel uitsluitend op woensdagen en zaterdagen in de middagvoorstellingen en tegen lage toegangsprijzen vertoond, zodat de geïnvesteerde gelden pas na lange tijd weer vrij komen. De heer Van der Linden werkt dan ook met een zeer beperkte groep spelers, terwijl voorts de kosten worden beperkt door zoveel mogelijk werkzaam heden in eigen beheer te houden. De heer Van der Linden is er niettemin in geslaagd zich in de loop van de jaren zowel bij de schooljeugd als bij de bioscoopexploitanten een goede reputatie te ver werven. Vrijwel overal leveren de vertoningen van zijn films succes op. Dat geldt niet alleen voor de nieuwe films, maar even goed voor de oudere. Telkens weer komt er namelijk een nieuwe generatie kinderen naar de bio scopen, zodat men wel mag zeggen dat er voor de jeugd voorstellingen om de twee jaar een nieuw publiek is. Daarom blijven ook oude films jarenlang lopen. Voor de bioscoopexploitanten, die zich met het organi seren van jeugdvoorstellingen bezig houden, komt er dan nog een andere belangrijke overweging bij. Door de grote belangstelling, die in talrijke plaatsen voor de jeugdvoor stellingen bestaat, kan men namelijk ook bewust een nieuw publiek kweken van jonge mensen, die gewend zijn om regelmatig naar de bioscoop te gaan. Het organiseren van jeugdvoorstellingen is gezien de ervaringen, die daarmede in vele theaters zijn opgedaan. een aangelegenheid, die de aandacht van het Nederlandse bioscoopbedrijf verdient. De beschikbaarheid van Neder landse jeugdspeelfilms, zoals die de laatste jaren in Zuid- Limburg worden vervaardigd, is daarbij een factor van sxote waarde. De jeugdige hoofd rolspelers in de nieu we jeugdfilm van Rex Film te Schinnen la ten geen enkele twij fel bestaan over de titel van de film. waarin zij optreden. 315

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 24