Reclamedag Bedrijfsafdeling Filmverhuurders mder andere reclame, maar de service laat verstek gaan, dan wordt een averechts effect verkregen. En op den duur is het zelfs verre van denkbeeldig, dat men ondanks goede reclame voor een goed produkt niet tot de koopdaad overgaat wegens de slechte service. Zie het verhaal van „Floris Flaneur". Uit het onderzoek, dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft laten instellen, is onder andere gebleken, dat het gaan naar een film gecombineerd wordt met gezelligheid. En die is nog te vaak ver te zoeken. Hier ligt een dank bare taak klaar voor de individuele bioscoopexploitant. Dit is wal wij „public relations" in optima forma noemen. Ga eens systematisch na wat een bioscoopbezoeker aan de lijve ondervindt, wanneer hij besluit naar Uw bioscoop te gaan: het bestellen van de plaatsen (bel zelf eens op naar Uw bespreekbureau om te horen hoe Uw medewerk ster dit behandelt), het wachten in de rij (binnen in een hoekje; buiten in de regen; zijn er voldoende asbakken in de hall), de garderobe (kan men gemakkelijk zijn jas afgeven, zodat natte kleding niet in de zaal behoeft te worden meegenomen; is het mogelijk de garderobe gratis te geven en de gederfde kosten op te vangen door de entreeprijzen bijvoorbeeld tien cent te verhogen?); de consumpties (kwaliteit en sortering; bediening; de smaak van de koffie, de behandeling tijdens de pauze in de foyer, enz.), de toiletten (onderhoud en inrichting), de muziek die gespeeld wordt, de verschillende pauzes in Uw programma en de houding en kleding van het personeel. U kunt deze lijst na enig overdenken zelf uitbreiden. U zult dan waarschijnlijk zelf verbaasd zijn over de punten die verbetering behoeven. Ca met de uitvoering hiervan echter systematisch te werk, daar anders onvermijdelijk een chaos ontstaat. Bedenk steeds, dat de cost de baet vooruitgaat. Bij dit simpele, maar noodzakelijke, onderzoek zult U vanzelf stuiten op een of meer punten, die in Uw bioscoop bijzonder goed zijn. Kies de beste hiervan uit en breng deze in Uw reclame naar voren. U belooft Uw bezoekers dan iets naast de film, dat de gezelligheidsgedachte ver hoogt. Herhaal dit pluspunt in al Uw reclame-uitingen en zorg er voor. dat U de belofte ook steeds kunt blijven waar maken. Bioscoopbezoekers gaan niet alleen een film zien. maar willen vooral ook een bepaalde sfeer en zeker een goede service. De tegenwoordige Nederlander wordt met de dag veeleisender: Uw bezoeker maar ook U zelf. Zorg dat Uw gasten na de verkoopdaad ook verzekerd zijn van een voortreffelijke service. Want nogmaals: elk be drag besteed aan reclame zonder meer. is volkomen weg gegooid geld. En dat is verre van gezellig. Wanneer elke bioscoopexploitant zich constant bewust is van de stelling, dat „reclame en service" een onverbrekelijke tweeëenheid is, dan zullen in de toekomst opmerkingen als van „Floris Flaneur" snel tot het verleden behoren. De Bedrijfsafdeling Filmverhuurders van de Nederland sche Bioscoop-Bond heeft op woensdag 1.9 september in het Carlton hotel te Amsterdam een goed bezochte Reclamedag gehouden. Er was voor deze dag, die onder leiding stond van de administrateur van de Bedrijfsafde ling, de heer H. W. Hagenberg, een aantrekkelijk pro gramma opgesteld. In de morgenuren werden drie inlei dingen gehouden: de heer P. Kijzer. directeur van de N.V. HAFBO. sprak over „Reclame-activiteiten van de filmver huurder en zijn verhouding tot zijn afnemers en de pers", de heer D. Monnickendam, directeur van het Chicago Theater te Eindhoven over „De reclame van de bioscoop ondernemer en de samenwerking met zijn leveranciers" en de heer J. Smit, directeur van Smit's Reclame-, Advies- en Servicebureau over „De collectieve reclamecampagne en de aansluiting van de publiciteit van de filmverhuur ders en de bioscoopondernemers aan deze campagne". De heer Kijzer stelde in de aanvang van zijn betoog, dat de reclame van het bioscoopbedrijf in het algemeen beneden het niveau ligt van die in andere bedrijfstakken. Er gebeurt met de film veel te weinig. De reclame-activi teit moet veel meer dan thans het geval is erop zijn gericht de film in de directe belangstelling van de consument te plaatsen. De filmverhuurder is nog te veel van mening, dat dit alleen door advertenties te bewerkstelligen is. Het bedrijf vraagt echter iets anders; het is nodig, dat er voortdurend over de film geschreven wordt. Daarvoor is een goede public-relations-activiteit noodzakelijk. In ons land is naar het oordeel van de heer Kijzer voor al behoefte aan een zogenaamde verticale reclame, die tot de diepste punten van het land het publiek raakt. Dat kan geschieden door ook de provinciale bladen in het filmprodukt te interesseren. De voorbewerking van de pers is trouwens in het algemeen zeer belangrijk om de voe dingsbodem rijp te maken. Te veel ontbreekt nog het besef, dat men de pers een goede service moet verlenen. Als voorbeeld noemde de heer Kijzer, dat men bij het uitbrengen van een bepaalde film andere films van de zelfde regisseur speciaal voor de pers vertoont, opdat deze zich nader met betrekking tot de betekenis van de be trokken filmer kan oriënteren. Het is van het grootste belang, dat de filmrecensent het juiste materiaal ter hand wordt gesteld, opdat hij zich een goed oordeel over de film kan vormen. Het werk, dat men op deze wijze doet, is te vergelijken met het uitstrooien van zaadjes; de opbrengst daarvan is niet te berekenen maar ze zijn bepalend voor de oogst. De heer Monnickendam legde in zijn betoog de nadruk op de noodzaak van meer samenwerking tussen bioscoop exploitant en filmverhuurder, wier belangen nauw aan elkaar verwant zijn. De verhuurder en vooral de publici- teitschef dient regelmatig contact op te nemen met de exploitant en deze van advies te dienen. Tot nu toe heeft men daarin jammerlijk gefaald. Men zal moeten zoeken naar nieuwe beschaafde reclamemethodes en zoveel moge lijk inhaken op de collectieve reclamecampagne. De ad vertenties dienen ook vanuit een litterair oogpunt beter verzorgd te worden. De heer Monnickendam bond zijn ge hoor op het hart, dat over tien jaar ook in ons land reclame- en verkoopkunde een wetenschap zullen zijn. Die ontwikkeling moet men nauwgezet volgen, willen de toe gepaste methodes niet nog meer verouderen. Behalve aan de zorg voor hun reclamemiddelen dienen de filmverhuurder en de bioscoopexploitant ook aandacht te besteden aan filmvormen en filmesthetiek. De pers gaat er terecht vanuit, dat de bioscoopexploitant ook een cul turele taak heeft. Om die taak goed te kunnen uitoefenen. is een hoge mate van vakbekwaamheid nodig. Wanneer de instelling van het film- en bioscoopbedrijf in deze zin verandert kan men optimistisch over de toe komst zijn. Dat vraagt echter een gezamenlijke inspanning. De heer Smit tenslotte wees erop, dat de bioscoopexploi tant een detaillist is, die het goede produkt in een goede verpakking aan de man moet brengen. De kritiek richt 366

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 12