Collectieve reclamecampagne
ging het derde jaar in
Filmische middelen
Steeds meer films roepen tegenstellingen op in waar
dering. Een en dezelfde filmmaker, aldus de heer Bertina,
komt in zijn oeuvre met films voor de dag, die elkaar
esthetisch tegenspreken. Bepaalde filmkunstenaars verla
ten soms bewust de esthetische principes om het filmbeeld
meer dienstbaar te maken aan het woord of aan de lite
raire gedachte.
Aldus is er een complete spraakverwarring ontstaan.
Iedereen roept maar als filmkunst uit wat hem voor de
voeten komt. Overal in de wereld zijn de boze jongeren
losgebarsten in rebelse, onconventionele filmstijlen en -in
houden, op zoek naar een nieuwe moraal en een nieuwe
orde der dingen. Maar toch zijn de „man-met-de-camera-
films" al zo oud als de film bestaat.
Deze voor de hand liggende begripsverwarring kan
misverstanden doen ontstaan, overbodig voor degene, die
de ene, onveranderlijke lijn van de onafhankelijke film
kunst kan blijven volgen, vanuit de rumoerige dagen rond
Pudowkin en Eisenstein tot in de verstilde situatie van
de hedendaagse Michelangelo Antonioni. De vraag „wat
is filmkunst?" is dan ook naar het oordeel van de heer
Bertina eenvoudig te beantwoordenEr is sprake van film
kunst, wanneer het gebruik van het filmbeeld leidt tot een
zelfstandige creatie. In dit proces is de filmmontage nog
steeds essentieel.
Een zeer gewaardeerde inleider was tenslotte de Franse
filmcriticus en -docent Jean Mitry, die de nieuwe filmi
sche uitdrukkingsmiddelen aan de orde stelde in een glas
helder, typisch Frans betoog, dat doorspekt was met fraaie
beeldspraak en ingenieuze zinswendingen. Het kernpunt
van zijn betoog was de stelling, dat er in de filmkunst
geen goede en slechte uitdrukkingsmiddelen bestaan. Men
kan slechts spreken van een goed of een slecht gebruik
van deze middelen. In de filmkust is het belangrijkste ele
ment het ovebruggen van verschillen in tijd en plaats. In
het zogenaamde nieuwe filmen wordt zeer veel waarde
gehecht aan de mobiele camera, die een groot deel van
de montage vervangt. Van iets nieuws kan men hier echter
nauwelijks spreken. Ook het karakter van de flashback is
bij voorbeeld ingrijpend gewijzigd. Vroeger zag men op
het scherm, dat een man zat te denken aan vroeger en
dan kwamen beelden op het scherm van het veleden, zoals
dat geweest was. Nu worden de handelingen uit het ver
leden in de handelingen van het heden opgenomen, zoals
het verleden door het geheugen wordt vervormd. Maar
ook hier is niet van een wezenlijke verandering sprake.
Men kan niet spreken van nieuwe uitdrukkingsmiddelen
in de filmkunst, zo concludeerde de heer Mitry, er is
hoogstens sprake van, dat de filmische uitdrukkingsmidde
len, die men reeds sinds jaar en dag kent, thans op een
andere wijze worden gebruikt.
Zoals men ziet: stof te over voor een discussie. Die
discussie is er dan ook tijdens de Academische Filmstudie-
dagen in ruime mate geweest en niet alleen op de
tijdstippen, die daarvoor in het programma waren
vastgesteld. Men mag dus ook met voldoening vaststellen,
dat de negende Academische Filmstudiedagen aan hun
doel hebben beantwoord: het scheppen van de gelegen
heid tot een bezinning op filmische waarden. Dat zoveel
jonge mensen aan die bezinning deel hebben genomen
stemt tot dubbele vreugde.
Het is al weer meer dan twee jaar geleden, dat de re
clamecampagne onder het motto „Samen naar de film...,
ja, gezellig!" startte met een advertentie in een groot aan
tal dagbladen handelende over „de man, die zijn vrouw
begrijpt", waarbij een roos met twee bioscoopkaartjes was
afgebeeld. Deze advertentie was de eerste van een lange
reeks, die als gemeenschappelijk kenmerk had, dat zij erop
gericht was de aantrekkelijkheden van de bioscoop te pro
pageren. Allerlei facetten van de bioscoop als centrum
van ontspanning, vermaak en gezelligheid zijn daarbij af
zonderlijk belicht.
De serie advertenties, die op 13 september is gestart,
heeft echter een geheel nieuw voorkomen, al zijn de slag
zin en de filmroos, die inmiddels blijvende waarde hebben
verkregen, gehandhaafd. Ook de plaats van de adverten
ties is veranderd. Zij komen niet meer voor op de gewone
advertentiepagina's, maar zij verschijnen om de veertien
dagen als zogenaamde „ingezonden mededelingen" op de
tekstpagina's, waarvoor ook de toepassing van filmfoto's
bijzonder geschikt is.
De nieuwe advertenties appelleren aan de belangstelling
en de waardering, die de grote films bij het publiek heb
ben ondervonden. De herinneringswaarde speelt daarbij
een grote rol. Bovendien worden in de advertenties steeds
een aantal titels genoemd van nieuwe films.
In de nieuwe advertenties wordt derhalve niet de min
of meer anonieme bioscoop in het middelpunt gesteld
hoe noodzakelijk dat ook in de eerste jaren der reclame
campagne geweest is maar het fenomeen film zelf. De
eerste serie annonces was hoofdzakelijk gericht op ver
schillende groepen, die de weg naar de bioscoop vergeten
of nog niet gevonden hadden. De tweede serie richt zich
tot alle groepen der bevolking en noemt films met naam
en toenaam, direct op de man en de vrouw af.
Een ander nieuw element is het inlassen van een prijs
vraag in de advertentieserie. De eerste is al verschenen en
zal door andere gevolgd worden.
Daaraan ligt tweeërlei bedoeling ten grondslag. In de
eerste plaats gaat het erom de belangstelling voor onze
annonces te prikkelen. In de tweede plaats levert het aan
tal inzendingen een maatstaf op voor de aandacht, die de
advertentie bij de krantenlezers krijgt. Uit de stroom van
inzendingen blijkt wel, dat wij daaromtrent zeker niet on
tevreden behoeven te zijn.
Inmiddels is het Bondsbureau begonnen met de verzen
ding van nieuwe exemplaren der roosaffiches aan de le
den. Het ligt namelijk voor de hand, dat de affiches na
twee jaar gebruik aan vernieuwing toe zijn. Wij vertrou
wen, dat alle leden de nieuwe affiches een goede plaats
in hun zaken zullen inruimen.
,,lk geloof, dat een litterair werk niets te winnen of te
verliezen heeft, wanneer het tot een film wordt verwerkt.
Als het waar is, dat elke lezer een boek als het ware naar
zijn eigen voorstelling opnieuw vorm geeft en wanneer
het boek, zoals het gelezen wordt, nooit hetzelfde is als
het boek, zoals het geschreven werd, dan is de maker van
de film een lezer, die de macht heeft om de eigen voor
stelling, die hij van het boek heeft, in beeldtaal om te
zetten."
F r a n 5 o i s Mauriac, Nobelprijswinnaar.
370