Buitengewone ledenvergadering Vermakeiykheidsbelasting Televisie voorzitter van de V.V.D.-fractie, de heer Oud, de heer De Kort snel te hulp; op grond van de parlementaire spel regels achtte de heer Oud ondanks zijn accoordverklaring met de inhoud van het amendement dit laatste niet toe laatbaar. De voorzitter van de P.v.d.A.-fractie, de heer Scheps. heeft daarop schorsing van de beraadslaging ge vraagd, niet omdat hij het eens was met de heren Oud en De Kort, maar omdat zoals hij het stelde de K.V.P.-fractie ergens was vastgelopen en duidelijk uitgesproken had de moeilijkheid te zien en derhalve het vraagstuk als zo danig in overweging wilde nemen. Desgevraagd heeft de minister na enig beraad verklaard, dat hij een beslissing over schorsing geheel aan de Kamer overliet, daarbij me dedelend, dat een behandeling ten principale nog maan den van voorbereiding zou vragen. Hierop werd het voor stel Scheps tot schorsing zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Zo is de zogenaamde technische wijziging van de Bio scoopwet, waaraan volgens de Minister zoveel behoefte bestond, bij het politieke spel onder de voet gelopen. Het zal naar wij veronderstellen niet meer van deze Minister maar van de samenstelling van het volgende kabinet af hangen, of de discussie over een gewijzigd ontwerp van wet heropend zal kunnen worden. Zal het dan wederom een controversiële aangelegenheid worden ofwel een po litiek ruilobject? Of zullen de ogen zijn open gegaan voor de audiovisuele ontwikkeling, die aanspraak maakt op de in de grondwet verankerde vrijheden Het aftreden van de Vice-Voorzitter, de heer H. S. Boek man, dat had geleid tot het ontstaan van een vacature in het Hoofdbestuur, vormde de aanleiding tot het houden van een buitengewone ledenvergadering van de Neder- landsche Bioscoop-Bond, die op maandag 26 november in de congreszaal van Hotel Krasnapolsky te Amsterdam heeft plaats gevonden. Er bestond voor deze vergadering grote belangstelling: 348 zaken waren vertegenwoordigd. In zijn openingswoord herdacht de Voorzitter, de heer Joh. Miedema, degenen, die in de maanden sedert de laat ste jaarlijkse ledenvergadering aan de Bond waren ontval len: de heer C. A. Lipp, bedrijfsdirecteur van het City Theater te Amsterdam, de heer J. J. Res, firmant van de Firma Corso Theater te Castricum, de heer W. Reinigert. exploitant van het Luxor Theater te Appingedam en de heer A. L. B. Brambach, directeur van de Philips Schouw burg te Eindhoven. De vergadering nam daarop staande enkele ogenblikken stilte in acht. In zijn rede herinnerde de heer Miedema eraan, dat het Hoofdbestuur het nuttig heeft geoordeeld, dat, los van de stappen zijnerzijds bij de centrale overheid om een ver lichting van lasten te verkrijgen, intussen bij de gemeente besturen wordt aangedrongen op verlaging van de verma- kelijkheidsbelasting. Gelet op de resultaten, die in ver scheidene gemeenten in ons land werden geboekt, bestaat er voor het Hoofdbestuur alle aanleiding om te veronder stellen, dat een bescheiden belastingverlaging in vele ge meenten haalbaar zal zijn. Met het oog hierop zijn voor alle daarvoor in aanmerking komende gemeenten adressen opgesteld, die ter indiening bij de gemeentebesturen aan de leden-exploitanten zijn toegezonden. Aangezien, aldus de Bondsvoorzitter, de situatie in iedere gemeente weer anders ligt, moest elk geval afzon derlijk worden bewerkt, waardoor er zeer veel arbeid moest worden verzet. Alleen al in het kader van deze actie zijn er 312 adressen aan de leden-exploitanten verzonden. Met nadruk wees de heer Miedema erop, dat men met de indie ning van een adres niet kan volstaan, daarnaast zijn ook contacten met het gemeentebestuur en de raadsfracties noodzakelijk. De actie bij de gemeenten staat los van de stappen, die het Hoofdbestuur onderneemt bij de rijksoverheid en die onder meer gericht zijn op algehele afschaffing van de ve rmakelijkheidsbelasting. De verwezenlijking van dit einddoel, zo hield de Bondsvoorzitter zijn gehoor voor, is stellig geen zaak van vandaag op morgen. Wij voeren ech ter een eerlijke en rechtvaardige strijd. Wij mogen daar aan de verwachting ontlenen, dat wij voor onze problemen gehoor zullen krijgen. De omstandigheid, dat de inter nationale ontwikkeling gaat in de richting van belasting afschaffing, is voor ons een gunstige factor. Een andere ontwikkeling, die het Hoofdbestuur nauw lettend volgt, is die op het gebied van de televisie. Het staat nu vast, dat ons land over ruim een jaar door een tweede Nederlandse televisiezender zal worden bestreken en het is slechts de vraag, wie de programma's van deze zender zal of zullen hebben te verzorgen. Deze ontwikke ling vermogen wij natuurlijk niet tegen te gaan; wel dienen wij te streven naar een toestand, waarbij onze specifieke bedrijfsbelangen zoveel mogelijk worden geëer biedigd. Gezien de machtspositie van de televisie doet men er echter goed aan in dit opzicht geen wonderen te ver wachten. Met de Nederlandse Televisie Stichting worden thans onderhandelingen gevoerd over prolongatie van het bestaande accoord, zij het met enige wijzigingen. Het belang van deze overeenkomst voor ons is onder meer. dat op de dagen met het hoogste bioscoopbezoek, namelijk donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag, door de televisie geen speelfilms zullen worden uitgezonden, behoudens een gering aantal alle-leeftijden-films op zaterdagmiddag. Hoewel de situatie in het bedrijf nog moeilijk ligt, blijkt uit de cijfers die thans maandelijks aan de leden worden verstrekt, dat onze bedrijfstak als geheel zich ten naaste bij weet te handhaven, aldus de Bondsvoorzitter. Individueel zijn er evenwel zaken, die bepaald minder goed gaan, iets wat men natuurlijk niet altijd uit de totaalcijfers kan aflei den. Het is vaak moeilijk om de oorzaken hiervan vast te stellen, al mag men, mede gelet op de situatie in het buitenland, aannemen, dat de nadelige invloed van de televisie zich plaatselijk en regionaal niet steeds in dezelfde 394

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 4