Houdt de ontwikkeling goed bij ALL YOU CAN EAT $100 Italian Kitchen Bioscoopbedrijf en reclame (IX) het bezoek aan vermakelijkheden als totaliteit in de eerste drie jaren na de tweede wereldoorlog maximale cijfers heeft gehaald, zowel in absolute zin alsook per honderd in woners. Nadien is een kentering ingetreden, die vanaf 1957 is overgegaan in een duidelijke daling, die nog steeds niet tot staan is gekomen. De ontwikkeling van het bezoek aan musea en aan ten toonstellingen in musea daarentegen vertoont een geheel ander beeld. Weliswaar markeert ook hier een der eerste na-oorlogse jaren (1947) een top, maar daarna is het bezoekcijfer na een eenmalige terugval regelmatig toegenomen. De bezoekcijfers voor 1962 zijn de hoogste uit de reeks sinds 1937. In beide gevallen geldt, dat de bezoekcijfers de groei van de bevolking niet hebben kunnen bijhouden. Voor het bezoek aan vermakelijkheden betekent dit, dat het aantal bezoeken per honderd inwoners sterker is gedaald dan het absolute aantal bezoeken. Voor het bezoek aan musea houdt dit in, dat het aantal bezoeken per jaar sterker is toegenomen dan het aantal bezoeken per 100 inwoners. In West-Nederland is de teruggang van het bezoek aan vermakelijkheden sedert 1950 (bezoeken 23,1 be zoeken per honderd inwoners 33 aanzienlijk sterker geweest dan in de rest van Nederland (bezoeken 11,1 bezoeken per honderd inwoners 25,2 Deze conclusies gelden in grote lijnen evenzeer voor de afzonderlijke soorten van vermaak. Het bezoek aan bio scopen echter is sedert 1950 het sterkst teruggelopen, ge volgd door beroepstoneel, het bezoek aan concerten en dat aan sportuitvoeringen. Het totale bezoekcijfer over 1962 (93,4 miljoen) ligt 5,3 miljoen (5,6 lager dan dat over 1961. Zowel absoluut als relatief waren in 1962 bioscoop bezoek (57 bezoek aan sportuitvoeringen (17 en bezoek aan bezienswaardigheden (12%) (in deze volg orde) verreweg numeriek de belangrijkste vormen van vermaak. Een kleinere belangstelling dan in 1961 het geval was kregen in 1962 bioscoopbezoek 7,3 en bezoek aan sportuitvoeringen 4,3 Ook het bezoek aan opera, operette, ballet en musical liep wat terug 3,3 Daar entegen toonde het concertbezoek 28,7 een op merkelijke groei. Volgens de publikatie van het C.B.S. heeft het bioscoop bezoek in 1962 zijn grootste verlies geleden in de rest van Nederland, c.q. de gemeenten met minder dan 100.000 inwoners. Het bezoek aan concerten heeft sinds 1961 een opmerkelijke ontwikkeling ondergaan: vooral buiten het westen des lands en in de kleinere gemeenten is het zeer sterk toegenomen. Een nog merkwaardiger ontwikkeling blijkt uit de bezoekcijfers aan opera, operette enz., waarbij een verhoudingsgewijze grote toeneming in de rest van Nederland, c.q. de kleinere gemeenten een duidelijk verlies in het westen, c.q. de grotere gemeenten toch niet geheel heeft kunnen compenseren. Het publiek besteedde in 1962 voor 82,5 miljoen toe gangsbewijzen in totaal ruim ƒ131 miljoen, dat is gemid deld 1,59 per toegangsbewijs. Dit gemiddelde ligt elf cent hoger dan het overeenkomstige gemiddelde voor 1961, dat op zijn beurt weer elf cent hoger lag dan dat van 1960. Het is een merkwaardige zaak met bioscoopadvertenties in dag- en nieuwsbladen. Laten wij de plaatsen, waar één of twee bioscopen zijn, buiten beschouwing, dan verschijnen in de grotere of grote bladen op woensdag- of donderdag avond halve of hele pagina's vol met advertenties van Daily, Mon. thru. San. SPAGHETTI Meat Sauce Garlic Bread Coffee or Te» Chlld's Dinner With Milk 50£ OPEN FOR LUNCH— ALSO 5-10 PJM. 2923 Pershing Drive IN FIVE POINTS nieuwe of geprolongeerde films. Een-, twee-, drie-, vier- of meer koloms, grote en kleine: alles door elkaar in de hoop, dat men niet een al te slechte plaats heeft. Ik heb altijd zo de indruk, dat de bioscoopexploitant blij is, dat zijn advertentie er weer in staat. Zo in de geest van: „Ziezo, deze week zijn wij er gelukkig van af. Voor de volgende week zien wij het wel weer". Ik vraag mij oprecht af, of hij nu werkelijk ervan overtuigd is, dat zijn advertentiegelden inderdaad welbesteed zijn. Ik meen dit te moeten betwijfelen, al heb ik nooit een verantwoord onderzoek hierover ge houden. Wel heb ik incidentele, maar allerminst represen tatieve, steekproeven gepleegd, die mijns inziens toch wel bepaalde aanwijzingen geven. Om met een positief punt te beginnen. Mijn „hand langers" (geen groot aantal, maar wel verdeeld over bijna alle bevolkings- en inkomensgroepen) vonden het wel plezie rig via hun krant te worden ingelicht over de komende bio scoopprogramma's. Wel was men van mening, dat deze aankondigingen als totaliteit bijna altijd te zwart en te onoverzichtelijk aandeden. Wij hebben hierover al meer geschreven, zodat verder commentaar op dit moment overbodig is. Verschillende mensen van mijn (nogmaals niet represen tatieve) steekproef namen zich voor een bepaalde film te gaan zien, waarbij dikwijls de filmcriticus een belangrijke stem in het kapittel heeft. Toch verzuimde men vaak aan het woord de daad te voegen, omdat vertelde men mij „men niet meer wist waar de betrokken film draaide en de krant inmiddels verdwenen was". Wederom een pleidooi om meer dan eenmaal per week te adverteren. Als de bioscoopexploitant c.q. het filmverhuurkantoor zijn mate riaal hierbij aanpast, behoeft dit geen extra-kosten te be tekenen. Zoals wij reeds eerder hebben betoogd, leveren 205

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 11