Belasting op Ter makelij
nen beschouwen als een voortzetting van het Tweede-
Kamerdebat over de wijziging van de Bioscoopwet, waarbij
ook de nakeuring werd betrokken en dat leidde tot een
schorsing van de behandeling van het wetsontwerp.
De eerste gemeente, die ten aanzien van de katholieke
nakeuring een besluit heeft genomen, is Roosendaal. In de
vergadering van de Gemeenteraad van 20 december, waarin
de begroting voor 1964 werd behandeld, viel het besluit het
lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Ge
meenten voor Filmkeuring op Katholieke Grondslag op te
zeggen. Op voorstel van één van de Raadsleden werd een
post van ƒ1.391 voor de kosten van lidmaatschap van
deze vereniging geschrapt met twintig tegen vijf stemmen.
De wethouder bepleitte tevergeefs handhaving van deze
post; hij waarschuwde tegen het precedent, dat Roosen
daal hiermede zou scheppen door als eerste van de honderd
en zes gemeenten, die bij de nakeuring zijn aangesloten,
uit te treden.
Ook in Nijmegen is het instituut voor de nakeuring
in discussie gekomen. Zoals bekend is de gemeente Nij
megen niet aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling
voor filmkeuring op katholieke grondslag. Nijmegen kent
een eigen nakeuringsstelsel, dat wordt uitgeoefend door
een plaatselijke nakeuringscommissie. Burgemeester en Wet
houders hebben nu echter aan de Raad medegedeeld de
opheffing van deze commissie te overwegen. Het college
heeft deze aangelegenheid in studie genomen. Elders in dit
blad nemen wij een commentaar over, dat het Nijmeegs
Dagblad hieraan heeft gewijd.
Hoe groot de invloed van de nakeuring in bepaalde
gevallen op het bioscoopbedrijf kan zijn moge blijken uit
de gang van zaken in Oldenzaal. In deze gemeente is de
teruggang van het bioscoopbezoek groter dan in de plaatsen
in de omgeving, aangezien in Oldenzaal voor het vertonen
van films, de normen van de katholieke nakeuring worden
aangehouden. Als gevolg hiervan gaan, naar het college
van Burgemeester en Wethouders aan de Raad van Olden
zaal heeft medegedeeld, grote groepen jongelui films zien
in Enschede en Hengelo, films, die door de centrale film
keuring op veertien jaar zijn gesteld en die in Oldenzaal
worden vertoond voor personen van achttien jaar en
ouder.
In Amersfoort heeft het college van Burgemeester en
Wethouders aan de Raad voorgesteld over te gaan tot een
wijziging van de verordening op de heffing van vermake-
lijkheidsbelasting. Voortaan zal in Amersfoort voor alle
vormen van vermaak één tarief, namelijk van twintig
procent, gelden. Op bioscoopvoorstellingen wordt thans een
tarief van 22V-2 procent geheven. De Raad nam het voorstel
op 20 februari aan.
Een vergaand voorstel heeft één van de leden van de Raad
van de gemeente Nijmegen gedaan bij de behandeling van de
begroting voor 1964, namelijk om de vermakelijkheidsbelas-
ting op bioscoopvoorstellingen te halveren van twintig tot
tien procent uniform. Van de zijde van het college van
Burgemeester en Wethouders werd evenwel medegedeeld,
dat een verdere verlaging van de vermakelijkheidsbelasting
voor bioscoopvoorstellingen niet verantwoord zou zijn. In
de eerste plaats zouden de gemeentefinanciën dit niet toe
laten en bovendien zou een verlaging voor bioscoopvoor
stellingen een discriminatie van de andere vormen van
vermaak, zoals toneelvoorstellingen en concerten, inhouden.
Op 20 december van het vorige jaar heeft de Raad van de
gemeente Gemert zijn goedkeuring gehecht aan een in
grijpende verlaging van het tarief van de vermakelijkheids
belasting op filmvoorstellingen. Het algemene tarief werd
teruggebracht van dertig tot twintig procent en het uit
zonderingstarief voor voorstellingen met films als bedoeld in
artikel 1, lid 2 onder 2e van de Bioscoopwet werd gehal
veerd van twintig tot tien procent.
Ook in Borne is besloten het tarief van dertig procent
aanzienlijk te verlagen. Conform een voorstel van het
college van Burgemeester en Wethouders besloot de Raad
het algemene tarief voor bioscoopvoorstellingen terug te
brengen tot twintig procent. Over voorstellingen met artikel
1-films werd in Borne reeds geen vermakelijkheidsbelasting
meer geheven.
De Raad van de gemeente Doetinchem besloot in zijn
vergadering van 9 januari in overeenstemming met een
voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders
tot een gedeeltelijke restitutie van de vermakelijkheids
belasting op bioscoopvoorstellingen over 1963. Beide
bioscoopbedrijven in Doetinchem zullen een bedrag van
drieduizend gulden terug ontvangen. Over 1963 bestond in
Doetinchem een algemeen tarief van vijfentwintig procent,
terwijl voorstellingen met artikel 1-films met een tarief
van tien procent werden belast.
Op 14 december van het vorig jaar had de Raad reeds
besloten tot een verlaging van de vermakelijkheidsbelasting
op bioscoopvoorstellingen tot twintig procent. Het uit
zonderingstarief van tien procent werd gehandhaafd.
Ook in Heerenveen besloot de Gemeenteraad tot een
verlaging van de vermakelijkheidsbelasting op filmvoor
stellingen. In zijn vergadering van 23 december hechtte de
Raad zijn goedkeuring aan een voorstel van het college van
Burgemeester en Wethouders om het algemene tarief te
verlagen van vijfentwintig tot twintig procent. Het uit
zonderingstarief van twintig procent voor voorstellingen
met artikel 1-films werd gehalveerd tot tien procent en
bovendien werd dit tarief eveneens van toepassing ver
klaard op voorstellingen met Nederlandse films.
Op 17 december kwam in de Raadsvergadering van
Bolsward een voorstel van het college van Burgemeester
en Wethouders tot verlaging van de vermakelijkheidsbelas
ting voor bioscoopvoorstellingen aan de orde. De Raad
besloot het algemene tarief van vijfentwintig procent te
verlagen tot twintig procent en het uitzonderingstarief van
twintig procent voor voorstellingen met artikel 1-films terug
te brengen tot vijftien procent.
De exploitant van de bioscoop te Bolsward was van me
ning, dat deze verlaging te gering was en dat bij de huidige
hoge lasten niet langer een rendabele exploitatie mogelijk
was. De bioscoop is op 1 januari 1964 gesloten.
Op 1 januari is in Tilburg de gewijzigde verordening op
de heffing van vermakelijkheidsbelasting, die bij Raads
besluit van 25 oktober van het vorige jaar was vast
gesteld, in werking getreden. In Tilburg geldt nu een
uniform tarief van twintig procent voor alle bioscoopvoor-
202